Tijgers gered van knuffelfarm, deel 1 | IFAW - International Fund for Animal Welfare

Tijgers gered van knuffelfarm, deel 1

Meredith Whitney

Posted:

januari 19, 2017

Opmerking: dit artikel is het eerste in een meerdelige serie over knuffelfarms.

Toen eerder dit jaar de eigenaar van een kleine dierentuin met 'knuffelwelpen' langs de weg in Colorado ziek werd, was dat een kans voor het IFAW, Turpentine Creek Wildlife Refuge en Tigers in America om meer dan honderd grote katten in veiligheid te brengen.

De twee organisaties kochten het land en regelden dat alle dieren naar Turpentine Creek gingen. Ze kwamen in actie om een einde te maken aan de knuffelactiviteiten en om de leefomstandigheden te verbeteren voor 110 grote katten die werden gehouden op een terrein van nog geen vijf hectare groot. Het IFAW stelde geld beschikbaar voor het vervoer van een aantal dieren naar legitieme opvanglocaties waar ze de rest van hun leven comfortabel kunnen doorbrengen.

In knuffelfarms worden jonge dieren, zoals tijgerwelpen, gebruikt als fotorekwisieten voor betalende klanten. Deze farms misleiden hun bezoekers en maken misbruik van het vertederende effect dat jonge dieren vaak op mensen hebben. Het verlangen om ze vast te houden en te aaien is vaak onweerstaanbaar. Maar achter dit vertederende front gaat een duistere wereld schuil. Dit soort farms draait op dierenleed.

De eerste slachtoffers zijn de volwassen vrouwtjestijgers. Sommige knuffelfarms doen aan 'versneld fokken' - waarbij pasgeboren welpen al een paar dagen of zelfs een paar uur na hun geboorte bij de moeder worden weggehaald. In het wild blijft een tijgermoeder maar liefst twee jaar bij haar welpen om voor ze te zorgen. En dat betekent dat zelfs de meest succesvolle moeders in het wild maar eens in de drie jaar welpen krijgen. Als in gevangenschap de welpen echter bij hun moeder worden weggehaald, kan ze snel weer zwanger raken. En dan kunnen er zelfs drie keer per jaar welpen worden geboren. Dit overmatige fokken kan de gezondheid van de moeder in gevaar brengen.

Het tweede slachtoffer zijn de welpjes. Ze worden al bij de moeder weggehaald als ze nog bij haar drinken. Ze krijgen flesvoeding en worden van de ene vreemde naar de andere doorgegeven. Vaak gaat dat uren aan een stuk door, zonder dat ze tussendoor enige rust krijgen. Hierdoor kunnen ze uitgedroogd raken en last krijgen van psychische klachten. Ook kunnen ze er ziek van worden, omdat hun onvolgroeide immuunsysteem nog niet bestand is tegen de ziekten waaraan ze kunnen worden blootgesteld, zoals hondenziekte, die huisdieren bij zich kunnen dragen. Van hondenziekte is bekend dat het dodelijk kan zijn voor grote katten. Ook kunnen de welpen ondervoed raken als de flesvoeding niet de juiste samenstelling heeft, of als de flesvoeding niet op tijd wordt vervangen door vast voedsel. Soms wordt de overgang naar vast voedsel bewust uitgesteld om de welpen maar zo lang mogelijk te kunnen gebruiken voor het winstgevende 'knuffelen'. Die ondervoeding lijdt vaak tot stofwisselingsaandoeningen aan de botten. Bij dit soort aandoeningen worden door een gebrek aan calcium in de voeding de botten poreus, waardoor ze gemakkelijk breken.

En het laatste slachtoffer is het publiek. Knuffelfarms vertellen hun bezoekers vaak dat ze door te betalen voor het knuffelen, vasthouden of voeden van de welpen bijdragen aan het behoud van de soort. Vaak beweren ze dat ze door dieren te fokken helpen bedreigde soorten in stand te houden. De waarheid is echter dat de grote meerderheid van de tijgers in dierentuinen langs de weg in de Verenigde Staten kruisingen zijn. Het zijn kruisingen tussen verschillende ondersoorten van de tijger (bijvoorbeeld een kruising tussen een Bengaalse tijger en een Maleise tijger). En zelfs al was er een plek waar deze dieren in het wild zouden kunnen worden uitgezet, dan zou dat niet mogelijk zijn omdat ze nooit eerder in het wild hebben geleefd. Het introduceren van gekruiste genen in wilde ecosytemen is in strijd met de internationale best practices, omdat dit een negatieve invloed kan hebben op wilde populaties. Het fokken van kruisingen van grote katten heeft geen enkele waarde voor het behoud van soorten. Het is een misleidende boodschap die de impact van legitieme maatregelen voor het behoud van soorten vertroebelt.

Helaas is 'welpenknuffelen' in de Verenigde Staten niet verboden. Het IFAW dringt er samen met een coalitie van organisaties bij de USDA op aan om de maas in de wet te dichten waardoor het is toegestaan dat particulieren grote katachtigen tussen 8 en 12 weken oud (op dit moment de enige leeftijd waarop dit wettelijk is toegestaan) mogen vasthouden. Ook werken we aan eenvormig nationaal beleid om grote katten te beschermen en individuele burgers te verbieden deze dieren te houden of te fokken.

 --MW