Bfinance legt ESG beleggen onder de loep
ESG-afwegingen worden steeds belangrijker bij manager selectie in alle vermogenscategorieën; ESG-producten blijven groeiende, zowel in volume als complexiteit. Conclusies van het meest recente marktonderzoek ‘ESG onder de loep: lessen uit manager selectie’.
AMSTERDAM, 20170117 -- Afwegingen als milieu, maatschappij en deugdelijk ondernemings-bestuur worden steeds belangrijker onder investeerders, terwijl ESG-criteria steeds meer worden gebruikt in alle vermogenscategorieën. Diversiteit van de vraag, met een grote verscheidenheid aan interpretaties van ESG door beleggers, maakt standaardisatie moeilijk en suggereert dat met een manager selectieproces op maat de beste resultaten worden behaald.
Globaal gezien verschuift het gamma van producten en strategieën weg van negatieve screening, in de richting van integratie van bottom-up selectiecriteria en actieve betrokkenheid. Maar deze criteria kunnen vele vormen aannemen en uitsluitingen blijven essentieel voor vele instellingen. Het volume van ESG-aanbod blijft stijgen en de marketing is meer geavanceerd geworden, maar het wordt steeds belangrijker om onderscheid te maken tussen standaard procedures en een aanpak met substantie.
Dit zijn de belangrijkste conclusies van het meest recente market intelligence-rapport van bfinance "ESG onder de loep: lessen uit manager selectie". Het onderzoek is gebaseerd op inzichten uit vijf recente op maat gemaakte selectieopdrachten van managers in publieke en private markten, met gedetailleerde casestudy's over een Private Debt selectieprocedure voor het Britse Environment Agency Pension Fund en een manager selectie beursgenoteerde aandelen voor een Europees family office: twee vermogenscategorieën die zich aan tegengestelde uiteinden van het spectrum bevinden wat betreft de mate waarin ESG geïntegreerd en aangeboden is.
Kernpunten:
- Bij beoordeling of waardering van managers op ESG vlak, kan een benadering die specifiek is voor de individuele belegger het aantal leveranciers waaruit die belegger kan kiezen aanzienlijk vergroten
- Cultuur, houding en interne belangenverstrengelingen kunnen zwaarder wegen dan formele processen met betrekking tot ESG-factoren. Hecht niet te veel belang aan oppervlakkige inzet, bijvoorbeeld het afficheren als ondertekenaar voor relevante instanties
- Het gamma van producten en strategieën wordt uitgebreider en verschuift weg van uitsluitingen en screenings, in de richting van integratie van bottom-up selectiecriteria en actieve betrokkenheid
- Voor ESG-gerichte beleggers wordt het steeds meer een prioriteit om zich buiten aandelenbeleggingen te bewegen en relevante factoren in hun vastrentende- en alternatieve investeringen op te nemen
- ESG-integratie hoeft in theorie geen verhoogde kosten met zich mee te brengen, maar de geregelde behoefte aan personalisering kan een extra kostenlaag aan ESG-investering toevoegen
Duurzaam beleggen wordt ongetwijfeld steeds belangrijker en is in voortdurende ontwikkeling. Wat is begonnen als sociaal verantwoordelijke investering, met uitsluiting van ‘sin stocks’ zoals tabak en gokken, heeft zich ontwikkeld met een diepere integratie van ESG-risico's en -mogelijkheden in investeringsanalyse, thematisch ESG-investeren gericht op gebieden zoals klimaatverandering en schaarste aan water, en impactbeleggen, waar het de bedoeling is om naast het financiële rendement een gunstige sociale invloed of invloed op het milieu teweeg te brengen.
Met een benadering op maat wordt het aantal potentiele leveranciers aanzienlijk uitgebreid
Beleggers benaderen ESG vanuit verschillende perspectieven. Sommigen hebben een ethische houding, anderen benaderen het onderwerp vanuit een puur risicomanagement perspectief. Bepaalde beleggers wensen misschien een hoge mate van activisme, andere niet. Een belangrijk deel van ESG-gerichte beleggers staat ervoor open om te werken met managers die hun benadering van verantwoord beleggen nog moeten verfijnen, terwijl anderen vragen om sterk geïnstitutionaliseerde processen. Verscheidene Europese pensioenfondsen accepteren alleen managers die ondertekenaars zijn van de principes voor verantwoord beleggen (PRI, Principles for Responsible Investment), maar dit kan het aantal managers in een specifieke selectieopdracht aanzienlijk verminderen. Gezien deze variaties, zijn generieke beoordelingen van de kwaliteit van ESG-praktijken van een manager niet makkelijk. Bij waardering van managers op ESG kan een benadering die specifiek is voor de individuele belegger het aantal leveranciers aanzienlijk verhogen.
Beleggers zijn bereid om flexibel te zijn bij het opnemen van ESG in private markten
Een goed voorbeeld is de door bfinance uitgevoerde selectieopdracht voor een private debt manager voor het Britse Environment Agency Pension Fund (EAPF). Het fonds was realistisch door te erkennen dat de typische sectormix in private debt beperkt hoe essentieel ESG-kwesties in vele gevallen zijn, en dat de industrie zich over het algemeen in een redelijk vroege fase bevindt wat ESG-integratie betreft. Hierop gelet, heeft bfinance relatief weinig belang toegekend aan basale ESG-indicatoren en een waarderingssysteem geïmplementeerd waarmee managers zonder deze grove indicatoren niet zouden worden uitgesloten. Ook werd rekening gehouden met de cultuur en werkwijze van managers. Het is opmerkelijk dat de winnende manager niet was geclassificeerd door een van de grote beleggingsconsultants en de manager geen PRI-ondertekenaar was, ook al gaven ze hun intentie aan om dat te worden.
Het gamma van ESG producten en strategieën verschuift in de richting van integratie van bottom-up selectiecriteria
Deze trend bleek duidelijk uit de selectieopdrachten die de basis vormen voor de analyse in het rapport en een goed voorbeeld was de selectieopdracht voor een manager van beursgenoteerde aandelen voor een groot Europees family office. Door verder te gaan dan uitsluiting en standaard categorisering, hebben diepere kwantitatieve- en kwalitatieve analyses aan de hand van een serie criteria, meerdere vormen van ESG-integratie aangetoond en kunnen managers grofweg worden ingedeeld als partijen met een eenvoudige of meer complexe benadering. Voorbeelden van zulke criteria zijn of research en input extern of intern worden gegenereerd, , of aanvankelijke besluitneming is gebaseerd op een eenvoudige screening in plaats van op meerdere dimensies, en of de manager breed inzetbaar of gespecialiseerd ESG-personeel heeft.
Screening en negatieve uitsluitingen zullen echter niet spoedig verdwijnen. In het geval van wereldwijde aandelen ziet bfinance uitsluitingslijsten niet noodzakelijkerwijs als schadelijk voor doeltreffende opbouw van de portfolio en met betrekking tot een standaard benchmark voor wereldwijde aandelen. Maar het kan zijn dat dit niet het geval is in bepaalde geografische regio's of vermogenscategorieën, bijv. een Canadees aandelenmandaat waarbinnen olie gerelateerde aandelen waren uitgesloten zou geen toegang hebben tot ongeveer een kwart van de markt. Een speciale groeisector binnen de screening is de opkomst van sharia-compatibele strategieën voor beursgenoteerde aandelen. Meer inzichten over deze nichemarkt kunt u opdoen uit het bfinance Market Intelligence rapport, ‘DNA of a Manager Search: Global Sharia Equities’.
ESG-gerichte beleggers maken er een prioriteit van om zich naast aandelen te bewegen naar alternatieve- en vastrentende beleggingen
Voor ESG-gerichte beleggers wordt het steeds meer een prioriteit om zich buiten aandelen te bewegen en ESG-relevante factoren in hun vastrentende en alternatieve investeringen op te nemen. Beleggers zijn er bijvoorbeeld van overtuigd dat ESG-aspecten vaak meer geavanceerd zijn bij investeringen in de private markt. Voor beleggers in niet-beursgenoteerd onroerend goed en infrastructuur, die hun activa jarenlang in geconcentreerde portfolio's houden, ligt het meer voor de hand zich te richten op duurzame reputatie, milieurisico's, bestuurs- en sociale factoren als deel van hun risicomanagement. Veel van de sterkste voorbeelden van thematisch en impactbeleggen zijn dan ook te vinden in de niet-beursgenoteerde sfeer, alhoewel beleggers moeilijkheden kunnen hebben in het vinden van voldoende keuze en beschikbaarheid van vermogensbeheerders in relevante niches. Bij de selectie van een manager voor duurzame infrastructuur werd met het bfinance-proces de longlist met 200% verlengd in vergelijk met hun traditionele proces en een van de winnende managers is nooit door een consultant geclassificeerd of heeft nooit gereageerd op een RFP (Request For Proposal).
Onder beheerders van obligaties is sprake van een groeiende categorie van ESG-gerelateerde strategieën, vooral op het gebied van bedrijfsobligaties. Dit geldt met name in het geval van bedrijfsobligaties in opkomende markten waar afwegingen ten aanzien van deugdelijk ondernemingsbestuur beduidend grotere risico's kunnen vormen. bfinance ziet een stijging in "thematische" vastrentende waarden, met name door de uitgifte van grotere volumes in "groene obligaties", die worden gebruikt voor de financiering van milieuvriendelijke projecten.
ESG-integratie hoeft in theorie geen verhoogde kosten met zich mee te brengen
ESG-integratie hoeft in theorie geen verhoogde kosten met zich mee te brengen. Dat vooropgesteld, kan de vaak geziene behoefte aan personalisering rond ESG-integratie, zelfs onder beleggers die de voorkeur hebben voor gepoolde fondsstructuren, een extra kostenlaag met zich meebrengen. In het geval van de private debt selectieprocedure [voor het Britse Environment Agency Pension Fund] was het kostenbereik echter competitief vergeleken met andere selectieopdrachten naar private debt. Hetgeen laat zien dat het opnemen van ESG-overwegingen geen hogere kosten met zich mee hoeft te brengen. Geoffreerde transactiekosten in selectieopdrachten naar wereldwijde aandelen in 2016 tonen aan dat de fees voor het ESG-aandelenmandaat grotendeels overeenkwamen met niet-ESG gemiddelden. In beide gevallen waren er voldoende mogelijkheden tot onderhandeling in het verdere proces, waarbij de winnende managers belangrijke reducties boden vergeleken met initiële offertes.
Frans Verhaar, Director bfinance Netherlands, zegt hierover:
"Het is duidelijk dat beleggers meer gewicht geven aan ESG-criteria, niet alleen voor aandelen, maar in toenemende mate in alle beleggingscategorieën. Maar hun behoeften en prioriteiten zijn zeer verschillend, wat leidt tot een grotere versnippering van de duurzame beleggingsindustrie, zelfs al is deze groeiende. Het ESG-aanbod blijft toenemen en de marketing ervan is geavanceerder geworden. Maar het is steeds moeilijker om onderscheid te maken tussen ‘afvinkgedrag’ en substantie. Er is in de beoordeling van managers een noodzaak om geavanceerdere ‘window dressing’ praktijken te onderzoeken teneinde tot een goede evaluatie te komen.”
Niels Bodenheim, Director of Private Markets, voegt eraan toe:
"In selectieopdrachten zoals die werden uitgevoerd voor EAPF, hebben wij relatief weinig belang toegekend aan de basale ESG-indicatoren in de aanvankelijke beoordeling en een benadering geïmplementeerd waarmee managers zonder deze grove indicatoren niet werden uitgesloten van latere fases in het proces, en waar andere ESG-afwegingen naar voren kwamen. Eén manager in de lijst van de laatste 10 geselecteerden voor EAPF beweerde erg gericht te zijn op ESG; ze zijn lid van veel relevante organisaties waaronder PRI, ze hebben een toegewijd onderzoeksteam en zijn uiterst goed beoordeeld op dit onderwerp door andere consultants. Maar wanneer je dieper ingaat op de rol die het team in het proces heeft, krijg je een ander beeld. Je dient ook naar meerdere personen te luisteren: als de ESG-persoon zich presenteert dan krijg je natuurlijk te horen dat ESG van fundamenteel belang is. Je dient ook vragen te stellen aan de personen die de transacties dagelijks uitvoeren en je moet luisteren naar de personen die verantwoordelijk zijn voor de controle. De manier waarop de manager omgaat met calamiteiten is heel belangrijk in private debt en erg gerelateerd aan ESG: komt dit overeen met ESG-principes, d.w.z. niet fee genererend, en gaat het werkelijk om samenwerking met de bedrijven om ervoor te zorgen dat duurzaamheid en ondernemingsbestuur aspecten hoge prioriteiten zijn?"
Joey Alcock, Senior Associate van het Public Markets Advisory team, zegt tot slot:
"Terwijl er tal van redenen zijn voor de verhoogde belangstelling van beleggers voor ESG-geïntegreerde investeringen, benadrukken wij ten zeerste dat in de beoordeling van een manager, het vermogen om resultaat te behalen nog steeds op de eerste plaats moet staan. Investment management is een kostbare aangelegenheid en ongeacht capaciteiten op het gebied van ESG, is het aanhouden van een manager die gebrekkige prestaties levert niet in het belang van de begunstigden. Aangezien het aantal managers die ESG-geïntegreerde aandelenstrategieën bieden blijft groeien, wordt het steeds ingewikkelder om diegenen te identificeren die op beide fronten presteren. Voor beleggers die hun eerste stappen zetten in ESG-geïntegreerd investeren, is het geen slecht idee om eerst de kat uit de boom te kijken teneinde te garanderen dat alle nagestreefde doelstellingen (met inbegrip van non-return/risico gerelateerde doelstellingen) in overeenstemming met elkaar kunnen worden bereikt. Het is bijvoorbeeld moeilijk om door betrokkenheid een positieve verandering teweeg te brengen bij bedrijven met ESG-uitdagingen, en deze tegelijkertijd te onderwerpen aan systematische screening uit hoofde van de uitsluitingslijst van de portefeuille. Net zo belangrijk is het om deze doelstellingen duidelijk te verwoorden naar uw investment consultant en potentiële investment managers, zodat verwachtingen vanaf het begin duidelijk zijn."
De auteurs van het verslag zijn Niels Bodenheim, Director of Private Markets, Joey Alcock, Senior Associate van het Public Markets Advisory team en Kathryn Saklatvala, Global Content Director.
Raadpleeg voor meer informatie www.bfinance.com of neem contact op met:
Carolien Pors: +31(0)6 106 50334 e-mail: (carolien@porscommunicatie.nl)