Kabinet inventariseert kansen voor extra investeringen onderzoeksfaciliteiten

Nieuwsbericht | 17-01-2017 | 18:00

De zes instituten voor toegepast onderzoek willen 551 miljoen euro extra investeren in hun faciliteiten. Dat staat in de Strategische Agenda 2017-2021 voor onderzoeksfaciliteiten die minister Kamp van Economische Zaken vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Deltares, ECN, Marin, NLR, TNO en Wageningen Research ontwikkelen technologische oplossingen voor bijvoorbeeld hightech, voeding, energie, veiligheid en water.

Minister Kamp: "Om de Nederlandse kenniseconomie op wereldniveau concurrerend te houden, zijn onderzoek en ontwikkeling van cruciaal belang. Daarom is het doel om in 2020 tweeenhalf procent van het bruto binnenlands product hierin te investeren. Om daar te geraken, moeten we publieke middelen zo inzetten dat private partijen worden geprikkeld om extra te investeren. Door nu breed de financieringsbehoefte voor faciliteiten te inventariseren, ontstaat een helder beeld waar de kansen liggen. Dat moet leiden tot het ontwikkelen van meer nieuwe, innovatieve producten en diensten."

Nederlandse oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken

De Nederlandse onderzoeksfaciliteiten zoeken naar oplossingen voor uiteenlopende vraagstukken. Bij de Deltagoot in Delft houden onderzoekers zich bijvoorbeeld bezig met het effect van golven op dijken, duinen of golfbrekers. In de windtunnels van NLR wordt bekeken wat luchtverplaatsing betekent voor de veiligheid van vliegtuigen. ECN zet met biomassaconversie nieuwe stappen voor verduurzaming van de samenleving. De High Containment Unit van Wageningen Research onderzoekt besmettelijke ziektes zoals mond-en-klauwzeer. Het ToxLab van TNO test chemische strijdmiddelen en door simulatoren bij Marin kunnen maritieme operaties veiliger worden uitgevoerd.

De zes instituten voor toegepast onderzoek hebben voor de komende vier jaar een financieringsbehoefte van 551 miljoen euro voor 62 faciliteiten. De instellingen schatten acht projecten uit eigen middelen en of met hulp van derden te kunnen financieren. De financieringsvraag aan de Rijksoverheid voor de andere projecten bedraagt 455 miljoen euro. De totale rijksbijdrage aan de zes instituten, inclusief de onderzoeksfaciliteiten, is in 2017 361 miljoen euro.

De voorstellen zijn door een commissie bestaande uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid getoetst aan criteria zoals het belang voor de maatschappij, het bedrijfsleven, de economie, de wetenschap zelf en diverse financiele aspecten. Goede onderzoeksfaciliteiten creeren bovendien een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor getalenteerde onderzoekers en kennisintensieve bedrijven.