Nieuwsbericht | 10-01-2017 | 15:38

Minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) heeft vanavond een tweedaags bezoek aan Irak afgesloten. Samen met minister Hennis (Defensie) reisde ze naar Bagdad, Fallujah, Erbil en de regio Mosul. 'Dit land maakt hele zware tijden door. En het zal nog veel inzet en offers vragen voordat de mensen hun leven weer echt op orde hebben. Tegelijkertijd zien we stappen vooruit die hoopvol stemmen.'

Vandaag stond een bezoek aan Qayyara in Noord Irak op het programma. Tienduizenden mensen zijn daar naartoe gevlucht sinds in oktober de strijd losbarstte om Mosul te bevrijden van terreurorganisatie IS. Ploumen: 'Er wordt hier keihard gewekt aan een zo goed mogelijke opvang. Toch is de situatie erg schrijnend. Je zult huis en haard maar hebben moeten verlaten om hier in een tent de winter door te komen die bitterkoud is.' De minister kondigde tijdens haar bezoek een extra humanitaire bijdrage van vijf miljoen euro aan. Mede omdat het aantal mensen op de vlucht voor oorlogsgeweld de komende tijd verder zal stijgen. Zo verblijven in het belegerde Mosul nu nog een miljoen mensen.

Op maandag bezochten Ploumen en Hennis Fallujah, een stad ten oosten van Baghdad. Fallujah was tot halverwege vorig jaar in handen van IS dat tijdens de aftocht enorme vernielingen aanrichtte. 'De verwoesting is enorm. In het grote ziekenhuis is letterlijk alles onbruikbaar; roentgenapparatuur, eerste hulp, operatiekamers. Maar ik ben net zozeer onder de indruk dat 200.000 mensen inmiddels zijn teruggekeerd, om hun leven en stad weer op te bouwen.' Behalve in het ziekenhuis werd de minister ook ontvangen op een school waar kinderen nu weer onderwijs krijgen.

Nederland draagt op diverse manieren bij aan het verbeteren van de situatie in Irak. Dat gebeurt door een combinatie van militaire inzet, noodhulp en herstel van de infrastructuur. Voorbeelden daarvan zijn het herstellen van het elektriciteitsnet, onderwijs of de drinkwatervoorziening. Hiervoor is voor 2016 en dit jaar 25 miljoen euro beschikbaar gesteld. Voor noodhulp is sinds 2014 nu ruim 68 miljoen vrij gemaakt. Verder is 11 miljoen naar ontmijningsprogramma's gegaan.

Vanmiddag had de minister in Erbil nog een ontmoeting met vice premier Talabani van de Koerdische Autonome Regio. Daarna bezocht ze samen met minister Hennis de Nederlandse militairen die deel uitmaken van de internationale coalitie tegen IS en Iraakse- en Koerdische troepen trainen.