Eis: tot 11 jaar cel voor nep `ripdeal' met dodelijke afloop
10 januari 2017
De officier van justitie heeft vanmiddag voor de Haagse rechtbank 11 jaar cel geeist tegen een 29-jarige Hagenaar en 8 jaar cel tegen een 36-jarige Hilversummer. Volgens de officier hebben beide mannen op 18 augustus 2015 de vader van de Hagenaar zo hard op het hoofd geslagen dat die daaraan
drie weken later overleed. De drie wilden een ripdeal in scene zetten om zo crimineel geld voor zichzelf te kunnen houden. De vader zou zich daarbij door de twee in elkaar hebben laten slaan om de `ripdeal' overtuigend te laten lijken. Met uiteindelijk dodelijk gevolg.
Uit het uitgebreide rechercheonderzoek komt het volgende beeld naar voren. Vader en zoon hebben in Honselersdijk een transportbedrijf dat zich onder meer bezighoudt met vrachtvervoer naar Noorwegen. In januari 2015 vindt de Noorse douane in een reserveband van een van hun vrachtwagens bijna
100 kilo amfetamine. De inbeslagname leidt ertoe dat vader en zoon in het krijt staan bij de opdrachtgever van het drugstransport die zijn drugs kwijt is.
Vader en zoon zinnen op een manier om die schuld te vereffenen. Een vriend van de zoon - de 36-jarige Hilversummer - weet een oplossing. Na een volgend drugstransport naar Noorwegen wordt vader `s nachts op de terugweg bij Eemnes zogenaamd `overvallen' door dieseldieven die daarnaast ook het
geld van de drugs meenemen.
Deze verzonnen `ripdeal' moet er natuurlijk wel realistisch uitzien. Daarom besluit het trio dat de zoon en de vriend samen de vader knock-out zullen slaan. Vader krijgt ten minste vier klappen op het hoofd en verliest het bewustzijn. Hierop tillen de zoon en de vriend de vader in een
personenauto waarmee de zoon naar zijn Haagse woning rijdt.
In eerste instantie parkeert de zoon de auto met zijn vader in de garagebox. Pas vele uren later rijdt hij met zijn zwaargewonde vader naar een ziekenhuis aan de andere kant van de stad waar zijn vader drie weken later overlijdt.
Volgens de officier is wettig en overtuigend bewezen dat de zoon en de vriend met voorbedachten rade de vader zwaar lichamelijk letsel hebben toegebracht met de dood ten gevolge. Er is overvloedig bewijs: onder andere camerabeelden van het hotel in Eemnes waar de vriend verbleef en
camerabeelden bij de flat van de zoon, verkeersgegevens van de telefoons van de verdachten en het slachtoffer, handgeschreven briefjes van met name de zoon waarop het scenario van de `ripdeal' staat beschreven en ook bekennende verklaringen van beide verdachten met betrekking tot de
achtergrond.
Alleen waar het gaat om het feitelijke slaan van de vader wijzen de zoon en de vriend naar elkaar. Volgens de officier doet dat er ook niet toe. Hij concludeert dat er sprake is van nauwe en volledige samenwerking en dus van medeplegen bij het toebrengen van het dodelijke letsel. Hij spreekt
van `een krankzinnig plan om snel geld te verdienen met het beroven van een criminele organisatie'.
Voor de zoon komt de officier tot een hogere eis dan voor de vriend. De zoon had de regie om zijn vader wel of niet naar het ziekenhuis te brengen. Toen hij dat uren later uiteindelijk deed, koos hij voor een ziekenhuis aan de ander kant van de stad en maakte zo tot op het laatste moment de
gezondheid van zijn vader ondergeschikt aan het `scenario'. Ook rekent de officier het de zoon aan dat hij nota bene zijn vader zo heeft behandeld. Bovendien is in de personenauto waarin de zoon reed, crimineel geld aangetroffen en in zijn woning bijna twee ons hasjiesj.
Naar verwachting is de uitspraak op 27 januari 2017.
Deel dit op
*