Kwetsbare Syrische vluchtelingen in de steek gelaten, zegt Oxfam - OxfamNovib
Kwetsbare Syrische vluchtelingen in de steek gelaten, zegt Oxfam
Rijke landen doen nog altijd veel te weinig voor kwetsbare vluchtelingen (ernstig zieken, gewonden, vrouwen met kinderen). Een nieuw rapport van Oxfam laat zien dat in deze rijke landen nog geen 3 procent van de vijf miljoen Syrische vluchtelingen die nu in de buurlanden zijn opgevangen, een mogelijkheid tot hervestiging hebben geboden. Deze opvang komt nog altijd grotendeels op de schouders neer van landen als Jordanië, Irak, Egypte, Turkije en Libanon.
De Verenigde Naties stelde al eerder dat tenminste tien procent van deze vijf miljoen vluchtelingen extra kwetsbaar zijn en daarom een nieuwe plek zouden moeten krijgen in landen waar ze betere bescherming kunnen krijgen. Oxfam heeft het beleid op het gebied van het hervestigen in acht landen onder de loep genomen - Australië, Canada, Duitsland, Nederland, Rusland, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten – en concludeert dat in sommige landen langdurige processen, veiligheidsonderzoek, en een toenemend xenofobisch politiek klimaat de komst van Syrische vluchtelingen vertraagt. Andere landen, zoals Canada, zijn juist in staat snel en efficiënt de meest kwetsbare vluchtelingen op te nemen, door meer en snellere inzet van ambtenaren, geld en door politieke bereidheid te tonen.
Ongeveer 130.000 Syrische vluchtelingen vonden onderdak in een van de rijkere landen van de wereld. Dat staat in schril contrast met bijvoorbeeld Libanon, waar één op de vijf inwoners vluchteling is. Hoewel hervestiging de crisis niet zal oplossen, is het wel een tastbare manier om hoop te geven aan veel vluchtelingen en om een concrete daad van solidariteit te tonen aan de buurlanden van Syrië. Jordanië, Libanon en Turkije vangen nog altijd de overgrote meerderheid van de bijna 5 miljoen kwetsbare vluchtelingen uit Syrië op, samen met Irak en Egypte. Deze buurlanden kunnen de vluchtelingenopvang en de druk die dit veroorzaakt op infrastructuur en openbare voorzieningen nauwelijks aan en worden bovendien geconfronteerd met beperkte financiële steun van andere landen. Zo is tot december 2016 de noodzakelijke humanitaire hulp voor de opvang in de regio slechts voor de helft financieel gedekt. Oxfam roept de internationale gemeenschap op om hier verandering in te brengen. Bovendien doet zij een beroep op de solidariteit van de rijkere landen wat betreft de opvang van de meest kwetsbare vluchtelingen. In 2017 zou tenminste 10 procent van de meest kwetsbare Syrische vluchtelingen een veilige nieuwe plek moeten hebben gevonden.
Farah Karimi, directeur Oxfam Novib: ‘Teveel wereldleiders, ook de Nederlandse leiders, sluiten de ogen en oren voor de verschrikkelijke situatie in Syrië en buurlanden. Syrische vluchtelingen zijn de dupe. Een goede opvang van de meest kwetsbaren is absoluut mogelijk; het vergt alleen kundig en gedegen politiek leiderschap. Oxfam roept de Nederlandse regering dan ook op om het verschil te maken, en solidariteit te tonen met de landen die nu al jaren de overgrote meerderheid van de Syrische vluchtelingen opvangen.’ Nederland nodigde sinds 1989 jaarlijks slechts 500 kwetsbare vluchtelingen uit voor een nieuw veilig onderkomen. De Syrië crisis heeft hier geen verandering in gebracht. Een berekening gebaseerd op de grote van onze economie laat zien dat Nederland tenminste 7800 kwetsbare Syrische vluchtelingen zou (moeten) kunnen opnemen. Nederland is wel een grote donor van humanitaire (financiële) hulp. Uit het onderzoek van Oxfam blijkt ook dat Nederland een voorbeeld voor andere landen is met betrekking tot het aanbieden van versnelde procedures voor vluchtelingen met levensbedreigende medische kwesties. Andere landen doen soms jaren over het hele proces van hervestiging.