Voorwaarden voor vrijstelling leerplicht verzwaard
Nieuwsbericht | 15-12-2016 | 07:00
Voordat gemeenten kinderen vanwege psychische of lichamelijke problematiek vrijstellen van de leerplicht, moeten zij voortaan eerst overleggen met het samenwerkingsverband van scholen in de regio. Op die manier kunnen meer kinderen met een psychische of fysieke beperking alsnog een vorm van onderwijs aangeboden krijgen.
Staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) gaat de verplichting tot overleg met scholen in de Leerplichtwet opnemen. 'Een deel van de kinderen met een vrijstelling kan misschien best gedeeltelijk naar school. Zij zitten nu ongelukkig thuis, terwijl er met maatwerk voor hen vaak een oplossing gevonden kan worden. Die ontwikkeling moeten we kinderen gunnen.'
Er is een aantal regio's waar nu al vrijwillig overleg wordt gevoerd met de samenwerkingsverbanden. `We zien hier mooie dingen gebeuren. Voor elk kind dat een vrijstelling aanvraagt, wordt door alle betrokkenen nauwkeurig gekeken of er echt geen mogelijkheden zijn om naar school te gaan - al is het maar een deel van de tijd', zegt Dekker.
De staatssecretaris gaat verder samen met het ministerie van Volksgezondheid aan de slag om de kennis bij artsen te vergroten. Op die manier zijn zij beter op de hoogte van de onderwijsmogelijkheden. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat een kind niet in een klas les kan volgen, maar wel in een klein klasje of deels vanuit huis. Een arts moet van die mogelijkheden weten om een goede inschatting te kunnen maken.
De afgelopen jaren krijgen steeds meer kinderen een vrijstelling op grond van artikel 5 onder a van de Leerplichtwet. Dat wetsartikel zorgt ervoor dat kinderen met een zware lichamelijke of psychische beperking niet naar school hoeven. De afgelopen vijf jaar was echter een stijging te zien van meer dan 75 procent (van 3.100 in schooljaar 2010/2011 tot ruim 5.500 in 2015/2016).
Dekker is bezorgd over de stijging en riep alle gemeenten eerder al op om de vrijstellingen nog eens goed te bekijken. Dat gebeurt nu op veel plaatsen, waardoor een deel van de toename ook te verklaren is door betere registratie.
Overigens is bij een deel van de kinderen overduidelijk dat zij terecht een vrijstelling hebben gekregen, zoals bij zwaar gehandicapte kinderen die in een zorginstelling zijn opgenomen. Voor die groep hoeven gemeenten geen onderwijsaanbod te doen.