In hoger beroep tot anderhalf jaar cel geeist op laatste zittingsdag..
14 december 2016 - Ressortsparket
"Op de eerste drie zittingsdagen in hoger beroep verschenen vijftien van de vierentwintig verdachten. Zij hadden hartverscheurende verhalen over de gevolgen die de strafbare feiten voor hen hadden en hebben. Dat wil het OM best aannemen maar niet vergeten mag en moet worden dat tegenover deze
ellendige verhalen de eveneens ellendige verhalen van het slachtoffer en andere minderjarige prostituees staan, die veelal slachtoffer zijn van pooierboys. Deze zaken en de al uitgesproken strafeisen moeten wel een preventieve werking hebben, zeker als er verdachten daadwerkelijk voor langere
of kortere tijd achter de tralies verdwijnen. Een pooierboy minder is tenminste een minderjarige prostituee minder, bij een klant minder is een minderjarige prostituee tenminste een keer minder misbruikt."
Dat stelde de advocaat-generaal (OM) in Den Bosch in zijn requisitoir op de vierde en laatste zittingsdag in hoger beroep in de `Valkenburgse zedenzaak'. Hij eiste tegen drie mannen straffen varierend van achttien maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk tot tien maanden waarvan acht maanden
voorwaardelijk plus een werkstraf van 150 uur. De drie worden door het OM gezien als klanten van het 16-jarige meisje dat door pooierboy Armin A. seksueel werd uitgebuit in de periode 29 september tot en met 14 oktober 2014 onder meer in een hotel in Valkenburg. In de visie van het OM hebben
de drie, thans tussen de 41 en 51 jaar, zich schuldig gemaakt aan het tegen betaling plegen van ontucht met het minderjarige meisje. Op de eerste drie zittingsdagen, 30 november en 6 en 8 december jl., werden al zaken tegen in totaal 24 verdachten behandeld.
De strafeis van vandaag van achttien maanden cel waarvan zes maanden voorwaardelijk is de hoogste strafeis in de zaken tegen de 27 klanten. Het betreft een verdachte die het hele land doorreisde op zoek naar prostituees en in zeer korte tijd contact had met twee minderjarigen, het meisje in
Valkenburg en een meisje in Utrecht. "Blijkbaar is verdachte een thrillseeker die bewust risico's zoekt. Hij deed ook geen enkel onderzoek naar de leeftijd van de meisjes/vrouwen die hij bezocht. De ontucht vond plaats in de meest vergaande vorm. Er is geen medeleven richting het slachtoffer
of inzicht in zijn handelen", aldus de advocaat-generaal.
De Valkenburgse zaak kwam aan het licht naar aanleiding van een melding van vermissing van het meisje door haar vader. De politie nam de vermissing in onderzoek en kwam haar (profiel) tegen op een sekssite. Ze werd op 14 oktober 2014 aangetroffen in een hotelkamer in Valkenburg samen met haar
`vriend en pooierboy' Armin A. en een andere man die een klant van haar bleek te zijn. Bewijsmateriaal, zoals gebruikte condooms en de werktelefoon van het meisje, werd in beslag genomen. Het meisje verklaarde dat ze, onder invloed en dwang van Armin A., in de prostitutie terecht kwam en
gemiddeld tenminste 4 `a 5 klanten per dag had in de periode 29 september t/m 14 oktober 2014. Zij sloeg van personen die als klant bij haar kwamen en daadwerkelijk seksuele handelingen met haar verrichtten, de naam dan wel een bijzonder kenmerk op in haar werktelefoon. Het politieonderzoek
naar deze telefoongegevens (nummers, berichten en mastgegevens) en het aangetroffen bewijsmateriaal waarnaar DNA onderzoek werd verricht, leverde tientallen klanten op. Ook meldde zich, naar aanleiding van alle publiciteit in de zaak, een aantal personen zelf, die `zakelijk' contact hadden
gehad met het meisje.
Het OM vervolgde niet alleen de mensenhandelaar; hij is onherroepelijk veroordeeld tot twee jaar cel, maar ook meer dan dertig klanten. "De andere kant van seksuele uitbuiting is dat er klanten zijn die de "markt" voor deze vorm van mensenhandel in stand houden, waarbij helaas ook regelmatig
minderjarige prostituees betrokken zijn. Ook daar treedt het OM hard tegen op", zo stelde de advocaat-generaal.
De rechtbank legde aan de klanten merendeels een dag gevangenisstraf gecombineerd met een werkstraf op. Een verdachte werd vrijgesproken. De officier van justitie had veelal maandenlange celstraffen geeist al dan niet deels voorwaardelijk. Het OM stelde hoger beroep in tegen de uitspraken van
de rechtbank. Het hoger beroep richt zich tegen de door de rechtbank opgelegde (in de visie van het OM te lage) straffen en het gegeven dat de rechtbank, zo vindt het OM, in strijd met de bedoeling van de wet in een groot deel van de zaken een taakstraf zonder substantiele celstraf heeft
opgelegd.
De advocaat-generaal stelde dat substantiele onvoorwaardelijke gevangenisstraffen op zijn plaats zijn omdat deze strafsoort recht doet aan de ernst van de feiten en de ernstige gevolgen voor het meisje. "Minderjarigen moeten beschermd worden tegen seksueel misbruik. Duidelijk moet zijn dat het
bezoeken van een minderjarige prostituee voor de klant volstrekt onaanvaardbaar is. Het is daarom strafbaar en dient ook met aanzienlijke straffen bedreigd te worden. Seks met een kind tegen betaling is vanwege de minderjarige leeftijd per definitie strafbaar. Ook als het slachtoffer het zelf
wilde of leek te willen, en ook als de prostituant dacht dat hij betaalde voor seks met een volwassene. Een minderjarige prostituee wordt vanwege zijn of haar kwetsbaarheid per definitie uitgebuit. De prostituant moet zich bewust zijn van de grote schade die door zijn handelen wordt
toegebracht aan minderjarigen." Het verschil in strafeis bij deze drie verdachten is te relateren aan de ernst en frequentie van het seksueel misbruik en de persoonlijke omstandigheden van de verdachten al dan niet toegelicht op de zitting.
In een geval eiste de advocaat-generaal naast een lagere dan bij de ernst van de feiten passende onvoorwaardelijke celstraf, die overigens in de visie van het OM nog steeds substantieel is, ook nog een werkstraf. Deze verdachte was aanwezig op de zitting waarbij zijn toelichting en houding op
zitting maakte dat de advocaat-generaal vindt dat deze eis het meest passend is.
De strafeisen van vandaag zijn:
18 maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk: een maal
12 maanden waarvan acht maanden voorwaardelijk: een maal
10 maanden waarvan acht maanden voorwaardelijk plus een werkstraf van 150 uur: een maal
De uitspraak in alle 27 zaken vindt plaats op 28 december.
Deel dit op
*