Eis: cel voor seks met minderjarige prostitue


8 december 2016 - Arrondissementsparket Oost-Brabant

Vandaag stonden vier mannen bij de rechtbank in Den Bosch terecht omdat zij seks zouden hebben gehad met een minderjarig meisje in 2013. Het OM eiste onvoorwaardelijke celstraffen en een proeftijd van 3 jaar in alle zaken. De officier van justitie vindt het gedrag van de mannen verwerpelijk.
"Het opzoeken van seks buiten de legale prostitutie, op schimmige websites en op achterafplaatsen op achterbanken in auto's is een welbewuste keuze. Een keuze waarvan je heden ten dage moet weten dat juist in die illegaliteit veel misbruik voorkomt. De verdachten hebben volgens de wet een
vergaande onderzoeksplicht om achter de werkelijke leeftijd van de prostitue te komen. Zij hebben daar geen enkele poging toe ondernomen. De maatschappelijke verontwaardiging is groot en dat moet tot uiting komen in de strafeis van het OM. Een onvoorwaardelijke celstraf in combinatie met een
proeftijd van drie jaar als stok achter de deur is gepast."

De hoogste eis was voor een man die ook nadat hij wist dat ze minderjarig was, nog (onveilige) seks met haar had. Tegen hem werd 30 maanden cel waarvan 10 maanden voorwaardelijk geeist. Een 48-jarige man moet volgens het OM 21 maanden de gevangenis in waarvan 10 maanden voorwaardelijk. Tegen
een 29-jarige man werd 15 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk geeist. De officier eiste tegen een 42-jarige man 15 maanden cel waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De zaak tegen een 42-jarige Waalwijker werd aangehouden.

Onderzoek
De zaken tegen de vier verdachten afkomstig uit Brabant en Limburg komen voort uit een mensenhandelonderzoek waarvoor in juli 2015 een nu 42-jarige man werd veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. Hij maakte misbruik van vier minderjarige slachtoffers door ze seksueel uit te buiten. Het
geld dat de meisjes verdienden stak hij in eigen zak. De verdachten die vandaag op zitting staan zijn de mannen die betaalde seksuele handelingen zouden hebben verricht met een van die meisjes. In de periode van het misbruik was zij 15/16 jaar. Het meisje heeft professionele hulp moeten zoeken
om met deze gebeurtenissen om te leren gaan. De identiteit van de vermeende klanten werd achterhaald door uitvoerig onderzoek door de politie.

Zwarte bladzijden in hun leven
Achter de wat zakelijke term `mensenhandel' gaat heel vaak seksuele uitbuiting schuil zo zei de officier van justitie op zitting. "Dit vindt plaats in ons eigen land, vlak onder onze ogen. En niet alleen de mensenhandelaar, de pooier, speelt daarbij een belangrijke rol maar ook de klant.
Zonder klant geen pooier en in ieder geval telkens een minder misbruikt kind. Verdachten kunnen wel klagen over al die voor hen ongewenste belangstelling in de media maar de jonge slachtoffers die na dwang of verleiding tot kinderprostitutie bewogen zijn, zullen hun verdere leven lang met die
zwarte bladzijden uit hun jeugdjaren moeten verder leven. Het gaat in al deze gevallen om een zedenmisdrijf met een minderjarige. Deze minderjarige moeten wij als samenleving beschermen. Ieder kind en ook dit beschadigde meisje heeft recht op bescherming tegen seksueel geweld en seksueel
misbruik. In de eerste plaats door preventie, en indien geweld of misbruik al heeft plaatsgevonden, door het te stoppen en hulp te verlenen. De verantwoordelijkheid om kinderen die bescherming te bieden ligt bij de overheid maar ook de burger in onze maatschappij is verantwoordelijk voor die
bescherming."

De rechtbank heeft de sluiting van het onderzoek ter zitting bepaald op 22 december zodat de uitspraken in hoger beroep in de Valkenburgse zedenzaak in het oordeel meegenomen kunnen worden. Het vonnis wordt op 5 januari 2017 uitgesproken door rechtbank Oost-Brabant.

Deel dit op

*