Meer kans op werk voor vluchtelingen
Nieuwsbericht | 27-10-2016 | 16:25
Driekwart van vluchtelingen kan na een screening worden geplaatst in een gemeente of regio waar hij of zij de grootste kans op een baan of geschikte opleiding heeft. Dat blijkt uit een proef in Doetinchem. Daar werden in drie maanden tijd van 400 vluchtelingen direct nadat zij een verblijfsstatus kregen, het werk- en studieverleden in kaart gebracht. Voor vijfenzeventig procent van deze groep is het daadwerkelijk gelukt om hem of haar in zo'n kansrijke regio of gemeente te huisvesten. Dat schrijft minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag in een brief aan de Tweede Kamer over de stand van zaken van de integratie en participatie van vluchtelingen.
De screening leidt er ook toe dat vluchtelingen zich gehoord voelen en meer begrip tonen voor een overplaatsing naar een andere stad of regio. In de komende weken start het COA in de opvanglocaties in Budel en Arnhem met het direct screenen van vluchtelingen met een verblijfsstatus op hun arbeids- en studieverleden. Begin volgend jaar gebeurt dit op alle opvanglocaties in het land voor alle vluchtelingen die een verblijfsstatus krijgen. Als voorbeeld noemt de minister een tweetal vluchtelingen die in hun thuisland in de visserij werkten. Vanwege deze achtergrond werden zij gehuisvest in Den Helder. Inmiddels zijn ze beide meegegaan met de lokale vloot om ervaring op te doen.
Asscher schrijft in zijn brief dat de tijd dat een vluchteling in een asielzoekerscentrum in afwachting van huisvesting is, beter benut wordt voor integratie en participatie. Zo kunnen vluchtelingen met een status op vrijwillige basis deelnemen aan de voorinburgering. Begin dit jaar is het aanbod binnen COA hiervoor uitgebreid naar 121 uur taalles, vier dagen training Kennis Nederlandse Maatschappij en tien uur persoonlijke begeleiding. Ook kan deze groep vluchtelingen alvast zijn of haar diploma laten waarderen.
Vanaf volgend jaar wordt de participatieverklaring een verplicht onderdeel van de inburgering. Dat betekent dat alle nieuwkomers als onderdeel van hun inburgeringsexamen eerst het traject rond de participatieverklaring moeten doorlopen bij de gemeente. De minister schrijft in zijn brief dat gemeenten volop bezig zijn met de voorbereiding van het participatieverklaringstraject, of zijn zelfs al gestart. 98% van de gemeenten heeft een plan voor de vormgeving en uitvoering van het participatieverklaringstraject opgesteld. Vanaf december komt er een voorlichtingsfilm van het COA waarin aandacht is voor grondrechten en andere onderdelen van de participatieverklaring. Deze film krijgen alle vluchtelingen binnen 30 dagen na aankomst in Nederland te zien.
Sinds deze zomer worden in totaal 450 vrijwilligers opgeleid om vluchtelingen in afwachting van een verblijfsstatus taalles te geven. Ook worden vluchtelingen gestimuleerd om vrijwilligerswerk te doen. In september is het project `aan de slag' gestart, waarin 14.000 vrijwilligersklussen aan vluchtelingen worden gekoppeld. Daarnaast heeft de minister de regels en procedure voor het aanvragen van een vrijwilligersverklaring soepeler en simpeler gemaakt.
Verder loopt er een onderzoek om de integratie en participatie van vluchtelingen die in 2014, 2015 en 2016 naar Nederland kwamen te kunnen volgen. Er wordt gekeken naar onderwerpen als wonen,werken, inkomen, inburgering en criminaliteit maar ook de binding met Nederland en het land van herkomst. Met ingang van 2017 zal hier jaarlijks een rapport over verschijnen.