In hoger beroep opnieuw levenslang geeist voor drievoudige moord Exl..


26 oktober 2016 - Ressortsparket

"In sommige gevallen is levenslange gevangenisstraf de enige straf die recht doet aan de ernst van de feiten of de persoon van de verdachte. Dit is zo'n zaak. Levenslang is voor deze twee verdachten de enige passende straf, ter vergelding van hetgeen zij de slachtoffers en hun nabestaanden
hebben aangedaan en ter voorkoming van herhaling van soortgelijke gruwelijke feiten. Het OM is van mening dat deze straf, gelet op de toezeggingen van de staatssecretaris over de tenuitvoerlegging van levenslang in zijn brief aan de Kamer van gisteren en in zijn brieven daarvoor, ook geeist en
opgelegd mag worden."

Dat stelde de advocaat-generaal (OM) in Leeuwarden in haar requisitoir in hoger beroep tegen de broers R., inmiddels 32 en 31 jaar oud. Ze eiste twee keer levenslang wegens het medeplegen van moord op het echtpaar Veenendaal uit Exloo op 24/25 juli 2013 en op Berend Smit op het Dwingelderveld
op 4 november 2012.

De rechtbank Noord-Nederland veroordeelde de oudste broer tot een gevangenisstraf van 30 jaar en tbs met verpleging. De jongste broer werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 jaar. Beide broers werden voor moord op het echtpaar in Exloo veroordeeld. De rechtbank sprak beide broers vrij
van moord op de man op het Dwingelderveld omdat geen sprake zou zijn van voorbedachte raad. De oudste broer werd veroordeeld voor doodslag met beroving van de man. De jongste broer werd veroordeeld voor diefstal met geweld met de dood tot gevolg.

Het OM ging tegen de uitspraak in hoger beroep. Het hoger beroep van het OM richt zich tegen de kwalificatie van de rechtbank in de zaak van de levensberoving van Berend Smit en tegen de strafmaat. Ook de oudste verdachte stelde hoger beroep in.

De advocaat-generaal is van mening dat uit het dossier voldoende bewijs aanwezig is om te stellen dat beide verdachten ten aanzien van de levensberoving van Berend Smit met voorbedachte raad handelden en er dus sprake is van moord. Daarbij was sprake van een bewuste, nauwe en volledige
samenwerking tussen beide broers en is daarmee ook sprake van medeplegen. "Uit niets blijkt dat verdachten de bedoeling hadden Smit alleen maar te bedreigen. Dat blijkt niet uit de verklaringen en ook niet uit hun handelen. In de visie van het OM hadden beiden Smit als slachtoffer uitgekozen
omdat hij er rijk uit zag en een mooie auto had. Ze lagen vervolgens geruime tijd in een droge sloot verscholen achter de bosjes te wachten met een doorgeladen pistool. Toen Smit nietsvermoedend terugliep naar zijn auto, schoot de oudste verdachte drie kogels in de ledematen van het
slachtoffer en werd hij beroofd van zijn spullen en werd hem om zijn pincode gevraagd. Om te voorkomen dat het slachtoffer zou overleven en hen zou kunnen aanwijzen als daders werd hij van nabij in zijn borst geschoten. Vervolgens is hij goed verstopt in een van tevoren uitgekozen deel van de
greppel onder bladeren en takken die de broers daartoe in de omgeving van de bomen afgebroken hadden. Er was dus bij beiden sprake van een vooraf bedacht plan om te beroven, te moorden, te begraven en er met de buit vandoor te gaan. Er is dan ook sprake van medeplegen moord ten aanzien van
beiden."

De advocaat-generaal vindt dat ook in hoger beroep een eis tot levenslang op zijn plaats is. "Het gaat om drievoudige moord. Buitengewoon ernstige feiten die ongelooflijk veel leed hebben toegebracht aan de slachtoffers en hun nabestaanden. Ook hebben de drie moorden de rechtsorde zeer
geschokt en veel onrust met zich meegebracht. Het motief van verdachten was financieel gewin. Het gedrag is niet anders te benoemen dan moedwillig, koelbloedig en het zonder een spoor van twijfel doden van hun slachtoffer." Naast de ernst van de feiten en genoegdoening aan de nabestaanden is
ook de voorkoming van herhaling van soortgelijke gruwelijke feiten en daarmee de beveiliging van de maatschappij een strafdoel. "Zelfs na de moorden in Exloo zijn de verdachten doorgegaan met het beramen van nieuwe plannen."

De advocaat-generaal vindt dat levenslange gevangenisstraf ook geeist (en opgelegd) mag worden gezien de recente ontwikkelingen in de tenuitvoerlegging van de straf. Uit de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 25 oktober jl. en eerdere brieven aan de Kamer en het
gevoerde Kamerdebat blijkt dat de Staatssecretaris druk doende is een regeling te maken die op korte termijn voldoet aan de eisen die het EHRM heeft gesteld aan het opleggen van een levenslange gevangenisstraf en die door de Hoge Raad zijn vertaald in zijn arrest van 5 juli 2016. Gezien deze
ontwikkelingen, de toezeggingen door de Staatssecretaris en het vertrouwen dat in de wetgever gesteld mag worden vindt het OM dat "het eisen van een levenslange gevangenisstraf nog steeds tot de mogelijkheden kan en moet behoren."

Mocht het hof van oordeel zijn dat de voorstellen van de Staatssecretaris met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf nog niet concreet genoeg zijn en de formele regeling van de staatssecretaris te willen afwachten, dan is de subsidiaire eis van de
advocaat-generaal uitstel te verkrijgen voor de re- en dupliek totdat die duidelijkheid er wel is. Meer subsidiair vorderde de advocaat-generaal aanhouding van de zaak voor wat betreft de op te leggen straf. Dit betekent dat het hof uitspraak doet met betrekking tot de bewezenverklaring en
kwalificatie van de feiten en de strafzaak vervolgens vanwege de strafmaat aanhoudt. Hoewel het OM begrijpt dat het voor de verdachten wenselijk is dat zij binnen redelijke termijn duidelijkheid krijgen over de straf die aan hen wordt opgelegd, vindt het OM dat het maatschappelijke belang van
generale en speciale preventie bij de overweging van het opleggen van een levenslange gevangenisstraf moet prevaleren. Daar komt bij dat de periode waarvoor de zaak aangehouden wordt, beperkt in tijd is.

Deel dit op

*