Met biobrandstoffen vol gas een doodlopende weg in
11-10-2016
Jan Paul van Soest: "Doelstellingen zitten elkaar in de weg"
Jan Paul van Soest
Jan Paul van Soest
Snapt u precies wat we aan het doen zijn als u de recente brief over biobrandstoffen van staatssecretaris Dijksma aan de Tweede Kamer leest. Ik beken: ik heb er moeite mee, terwijl ik me nota bene recent stevig in de materie heb verdiept, om samen met Prem Bindraban en mijn Gemeynt-collega's
Steven de Bie en Hans Warmenhoven het advies van de MER-Commissie over biobrandstoffen te kunnen schrijven. Dat is als bijlage bij de Kamerbrief meegestuurd.
Ook met die achtergrond is zo'n Kamerbrief nog een hele kluif. Het gaat over biobrandstoffen, conventionele en geavanceerde, over ILUC (Indirect Land Use Change), CO2-doelen en hernieuwbare energiedoelen, de impacts op ontwikkelingslanden in relatie tot de coherentiedoelen van Buitenlandse
Zaken, bijmengpercentages en de wenselijkheid van boven- en ondergrenzen daarvoor, terwijl sommige hoeveelheden dubbel mogen worden geteld en andere weer niet, en dit alles gedeeld door de kans op fraude met afgewerkt frituurvet. Zoiets.
De opeenstapeling van regelingen en uitzonderingen geeft de illusie dat we goed weten wat we doen, en dat we sturen: heldere doelen en passende maatregelen, jawel.
Maar de realiteit is niet onder controle.
De biobrandstoffenbrief laat opnieuw zien dat bij meervoudige doelstellingen, in dit geval en CO2-reductie en aandeel hernieuwbare energie, gericht sturen erg moeilijk is. De doelstellingen zitten elkaar in de weg. In abstracto lijkt dat niet zo, maar in de praktijk botsen ze. Dan zijn
kunstgrepen nodig om het onverenigbare in de praktijk toch te verenigen. Zoals het artificiele onderscheid tussen 'conventionele' en 'geavanceerde' biobrandstoffen. Dergelijke kunstgrepen brengen weer nieuwe ellende en discussies met zich mee, zoals definitiekwesties en een groeiende behoefte
aan controle en handhaving. De relatie met de oorspronkelijke doelstellingen verdwijnt. Sommige biobrandstoffen die 'conventioneel' zouden moeten heten bijvoorbeeld reduceren meer CO2 dan enkele 'geavanceerde'. En ruimtebeslag is er altijd; landbouwgewassen bedreigen de voedselproductie niet
per se meer dan niet-landbouwgewassen. Dan is er dus een aanvullende regel nodig corrigeert of die uitzonderingen mogelijk maakt.
Liever breiden we de lappendeken van ingrepen uit met nog een paar extra details
De biobrandstofbrief laat ook een beetje zien dat er effecten kunnen zijn waar tevoren geen rekening mee is gehouden. Een beetje - het blijft wat verborgen; ons MER-Commissierapport is er helderder over. Vandaar waarschijnlijk dat het zo'n 10 maanden heeft geduurd voor het een keer werd
vrijgegeven: het is duidelijk dat het biobrandstoffenbeleid tot stand is gekomen zonder al te veel oog voor een reeks van doelstellingen in het internationale beleid, zeg maar de Sustainable Development Goals, en ons MER-commissie-rapport laat zien dat impacts op allerlei terreinen serieuze
risico's met zich meebrengen en dringend beleidsaandacht en -bijstelling behoeven.
Als we in deze lijn verder zouden denken, dan ligt de conclusie voor de hand: maak een enkele hoofddoelstelling voor transport: CO2-reductie. Instrumenteer die eenvoudig, liefst met een vaste prijs per ton geemitteerde CO2, well to wheel, dus los van de vraag waar in de keten de CO2de pijp
uitgaat. Laat de wijze waarop het doel wordt bereikt aan marktpartijen over, ga niet met detailregulering voorschrijven wie wat moet doen. Maar leg aan de middelen wel enkele heldere randvoorwaarden op, zoals geen netto verlies aan biodiversiteit, die dan overigens wel voor de footprint
van alle brandstoffen/energiedragers moeten gelden. Schrap de hernieuwbare energiedoelstelling, en knikker ook maar meteen de efficiency-eisen weg, die compliceren de boel nodeloos of staan zelfs het hoofddoel in de weg.
Zo, dat ruimt op. Zo'n versimpeld sturingsmodel zou het beleid veel begrijpelijker, effectiever en economisch efficienter maken. Dat komt er dus voorlopig niet van. Liever breiden we de lappendeken van ingrepen uit met nog een paar extra details. Mag ik voorstellen bij motie vast te leggen dat
voor de productie van geavanceerde biobrandstoffen alleen linksdraaiende katalysatoren worden gebruikt uit landen met een corruptie-index van meer dan 60, en dat afgewerkt frituurvet alleen dan voor biodiesel kan worden gebruikt als er uitsluitend vegetarische snacks in zijn gefrituurd?
Jan Paul van Soest is partner bij De Gemeynt, samenwerkingsverband van adviseurs, denkers en entrepreneurs.
Bron: Energiepodium.nl
* Deel deze pagina:
*
*
*
*
*
Meer nieuws
* 18-10-2016 Gaswinningsbesluit Groningen: een werkbaar compromis
* 18-10-2016 Jaarlijkse CIEP NOGEPA Gasdag
* 14-10-2016 Ceo Gertjan Lankhorst verruilt GasTerra voor VEMW
* 12-10-2016 GasTerra vergroot kennis van energie
* 12-10-2016 Trots op Prof. Ben Feringa Nobelprijs Scheikunde 2016