In hoger beroep 18 jaar cel geeist wegens gifmoord echtgenote


19 oktober 2016 - Ressortsparket

De advocaat-generaal (OM) in Arnhem heeft vandaag in hoger beroep achttien jaar cel geeist tegen een inmiddels 58-jarige man uit Wageningen. In de visie van het OM heeft hij in een periode van acht maanden zijn vrouw twee maal vergiftigd met het middel azide. Zij overleefde het niet; ze
overleed op 13 mei 2012.

Vanaf oktober 2011 gaf de vrouw aan last te hebben van vreemde waarnemingen en duizelingen na het eten en drinken. Dit gebeurde enkel wanneer zij thuis iets had geconsumeerd. De situatie verslechterde aanzienlijk in de dagen voorafgaand aan haar overlijden. Ook anderen die bij het echtpaar
thuis kwamen kregen op enkele momenten in de periode voorafgaand aan de dood van de vrouw te maken met soortgelijke symptomen. Zo had de hulp in de huishouding een soortgelijke ervaring na het eten van een hapje van een cracker bij de vrouw in huis.

Het dagboek dat de vrouw bijhield geeft een vreselijke lijdensweg weer, aldus de advocaat-generaal. Een medische verklaring voor de symptomen werd echter niet gevonden. Op 13 mei werd de vrouw met spoed in het Radboud ziekenhuis opgenomen, waar zij later die dag overleed. Omdat de behandelend
arts geen verklaring van natuurlijk overlijden wilde afgeven werd er verder onderzoek verricht. In haar lichaam werden stoffen aangetroffen die duiden op een vergiftiging. Nader onderzoek wees uit dat er sprake was van een aanzienlijke hoeveelheid van de stof azide in het bloed van de vrouw.
Het onderzoek concludeerde dat de aanwezigheid van deze stof heeft geleid tot haar overlijden. Haar echtgenoot werd daarop aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij haar dood en is daarvoor vervolgd.

De advocaat-generaal benadrukte tijdens de zitting dat de verdachte met voorbedachte rade heeft gehandeld. Uit het dossier blijkt dat de man het middel in 2011 en in 2012 op slinkse wijze zou hebben verkregen. Twee dagen voor het overlijden van zijn vrouw zou hij de tweede partij van het
middel tot zijn beschikking hebben gehad. De man zou bovendien zijn vrouw gedurende die dagen hebben verzorgd door haar eten, drinken en medicijnen te geven, waarop de symptomen in rap tempo verergerden. Het motief voor de moord zou liggen in financieel voordeel bij de dood van zijn
echtgenote. Daarnaast speelden relationele en praktische belangen een rol.

De rechtbank in Arnhem veroordeelde de man eerder, conform eis van de officier van justitie, tot een gevangenisstraf van achttien jaar. De verdachte stelde hierop hoger beroep in. Het OM is van mening dat, gelet op de koelbloedige en schokkende wijze waarop de verdachte te werk zou zijn
gegaan, diezelfde straf passend is en legt daarom opnieuw de eis van achttien jaar gevangenisstraf neer.

De inhoudelijke behandeling in hoger beroep heeft enige tijd op zich laten wachten. Dit had te maken met onderzoekswensen van de verdediging, de keuze van de deskundigen en het wisselen van raadslieden door de verdachte.

De uitspraak volgt (naar verwachting) over twee weken.

Deel dit op

*