Familievertrouwenswerk ggz start in het sociaal domein
Persbericht d.d. maandag 17 oktober 2016
Familievertrouwenswerk ggz start in het sociaal domein
Meer cliënten met psychische aandoeningen thuis.
Familie van cliënten die specialistische geestelijke gezondheidszorg (ggz) ontvangen, kan ondersteuning vragen aan een familievertrouwenspersoon. Dat kan ze niet wanneer de cliënt is aangewezen op lokale hulpverleners en instanties. De familievertrouwenspersoon is nu namelijk niet werkzaam in de eerstelijnszorg en het sociaal domein. De LSFVP gaat met gemeenten en andere betrokkenen om tafel om dit wél mogelijk te maken en start hiervoor een project.
Minder cliënten met een psychische aandoening zijn in zorg bij een instelling. Ze worden steeds vaker ambulant begeleid, wonen thuis en/of komen niet in aanmerking voor specialistische zorg. Ze zijn meer aangewezen op lokale zorg- en welzijnsinstellingen en hebben te maken met andere hulpverleners en instanties: huisartsen, praktijkondersteuners ggz, gemeentelijke loketten, maatschappelijk werk, eerstelijns psychologen en sociale wijkteams. Dit heeft ook voor familie en naastbetrokkenen grote consequenties.
De familievertrouwenspersoon
Als de cliënt in behandeling is van een ggz-instelling, kunnen familie en naastbetrokkenen met hun vragen, zorgen en kritiek terecht bij een onafhankelijke familievertrouwenspersoon (fvp). De fvp luistert, wijst de weg, ondersteunt in het contact met de hulpverlener of instelling, en zoekt met de familie naar oplossingen als deze kritiek heeft op de ggz. Dat voorkomt spanningen en overbelasting bij de familie en zorgt ervoor dat die de cliënt op een goede manier kan ondersteunen, wat een positief effect heeft op de behandeling van de cliënt.
Ondersteuning van eigen kracht familie
De ondersteuning door een familievertrouwenspersoon ggz is voor familie nu niet beschikbaar als er geen behandelrelatie is met een ggz-instelling. Daar is wel toenemende behoefte aan bij familie. Zorgtaken zijn overgedragen aan gemeenten en verschoven naar andere zorgverleners, zoals de eerste lijn (huisartsen, praktijkondersteuners ggz). Gemeenten leggen de nadruk op de eigen kracht van familie en de inzet van personen en instanties uit de directe omgeving van de cliënt, waardoor de rol van de familie steeds belangrijker wordt. Vaak zijn gelijktijdig verschillende hulpverleners betrokken bij een cliënt. Of cliënten zijn ‘uitbehandeld’ en moeten van het ene domein naar het andere domein. Het is voor familie dan cruciaal om te weten waar ze terecht kan met vragen.
VWS-subsidie
De Landelijke Stichting Familievertrouwenspersonen (LSFVP) pleit voor familievertrouwenswerk in het sociaal domein. Sinds 2003 zijn familievertrouwenspersonen al actief binnen de gespecialiseerde ggz en hebben ze er hun meerwaarde bewezen. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) ziet het belang daarvan en subsidieert het project ‘Familievertrouwenswerk in het sociaal domein’ tot medio 2018. In die twee jaar wil de LSFVP samen met andere betrokkenen (familie- en cliëntenorganisaties, eerstelijns zorgorganisaties, gemeenten, zorgverzekeraars, steunpunten mantelzorg en vrijwilligerswerk) het familievertrouwenswerk binnen het sociaal domein verder ontwikkelen. Hiervoor is een tweetal proefregio’s aangewezen: Rotterdam-Den Haag e.o. en Midden/Zuid-Limburg. Resultaat van het project: een beproefde methodiek en een plan van aanpak voor een landelijke uitrol van het familievertrouwenswerk in het sociaal domein.
Rob Jongejans, directeur LSFVP: “Ik verwacht dat in de toekomst een stijgend aantal naastbetrokkenen een beroep doet op een familievertrouwenspersoon in het sociaal domein. We zien nu al dat veel cliënten met een ernstige psychiatrische aandoening sociaal en maatschappelijk beperkt functioneren. Familie en naastbetrokkenen hebben een belangrijke zorgtaak toegewezen gekregen. Hen ondersteunen kan enerzijds een onnodig beroep op zwaardere zorg voorkomen en anderzijds helpen familie meer invloed op het organiseren van zorg te geven. Hiermee wordt niet alleen bijgedragen aan betere zorg, maar is de ondersteuning door mantelzorgers ook langer vol te houden.”
Truus Bijker, familievertrouwenspersoon: “Als een cliënt vanuit specialistische zorg weer een plekje vindt in de maatschappij, zijn professionals vaak wel op de hoogte. Maar wie vertelt de familieleden wat zij wel of juist niet moeten doen? Ze voelen zich vaak hulpeloos, onzeker of kunnen het niet meer aan. Die spanningen leiden regelmatig tot gezondheidsklachten.”