Lage waterstanden op grote rivieren | Rijkswaterstaat
Nieuwsbericht - Gepubliceerd op: 14 oktober 2016- Laatste update: 14 oktober 2016 17:03 uur
Door een lange periode met weinig neerslag is de waterstand van de Rijn laag voor de tijd van het jaar. Via de Rijn komt er minder water ons land binnen dan normaal. Met name de scheepvaart ondervindt hier hinder van, doordat de diepgang van de vaarweg verminderd is.
Gevolgen scheepvaart
De scheepvaart op grote rivieren kan hinder ondervinden van de lage waterstanden. Door lage waterstanden is de diepgang op de rivieren verminderd. Schepen kunnen hierdoor minder lading vervoeren. Rijkswaterstaat adviseert schippers om de scheepvaartberichtgeving goed in de gaten te houden. Om water vast te houden zijn de stuwen op de Nederrijn gesloten. Ook is de voorsluis van Sluis Eefde in gebruik. Vanwege de lage waterstanden op de IJssel is het hoogteverschil met de waterstand van de Twentekanalen groot. Een extra stap in het schutproces via de voorsluis neemt dit verschil weg.
Elders in het land leveren de lage waterstanden juist voordelen op voor de scheepvaart. Zo staan de Prins Bernhardsluizen in Tiel open vanwege het lage water. De waterstand op de rivier de Waal staat vanwege het laagwater gelijk aan het peil van het Amsterdam-Rijnkanaal. Dit betekent dat de scheepvaart ongehinderd door kan varen en niet geschut hoeft te worden.
Overige gevolgen
Ondanks de lage afvoer is er voldoende water om aan de watervraag van industrie, natuur, landbouw en drinkwaterwinning te voldoen. De vraag naar water - voor natuur en landbouw - is in deze tijd van het jaar namelijk een stuk lager dan in de lente en zomer omdat het einde groeiseizoen is. Door Rijkswaterstaat en de waterschappen wordt zo nodig extra doorgespoeld met zoet water om verzilting tegen te gaan. Laagwater in de rivieren kan ervoor zorgen dat zout zeewater verder het land kan indringen.