Nieuwsbericht | 11-10-2016 | 15:34

Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) bezocht op de eerste dag van zijn bezoek aan Myanmar een kamp van de ontheemde Rohingya minderheid en een tijdelijke opvanglocatie waar Rakhine boeddhisten verblijven. In de onrustige Myanmarese staat Rakhine leven verschillende bevolkingsgroepen op gespannen voet met elkaar en kwam het in 2012 tot een uitbarsting van grootschalig geweld.

De afgelopen dagen laaide het geweld in Rakhine weer op. Daarbij werd een politiekantoor bestormd en kwamen onder meer agenten om het leven. Koenders heeft deze aanvallen stellig veroordeeld. `De overheid moet de daders aanpakken en zich hierdoor niet laten afleiden van het algemene doel om een oplossing te vinden voor de problemen in Rakhine.' Nederland gaat dit jaar 250.000 euro bijdragen aan een hulpprogramma van het Rode Kruis in Myanmar dat als doel heeft lokale gemeenschappen met elkaar te verzoenen, bijvoorbeeld via toegang tot gedeelde gezondheidszorg en door de lokale gezamenlijke economie op gang te brengen.

De minister zal zijn zorgen over dit geweld en de situatie van de minderheden in Rakhine woensdag bij de Myanmarese autoriteiten opbrengen. 'De systematische onderdrukking en schendingen van mensenrechten van de Rohingya zijn een zorgpunt voor Nederland. Ook zij hebben recht op toegang tot onderwijs en gezondheidszorg. Bovendien moet het probleem rondom de stateloosheid van deze moslimgroep opgelost worden en het vertrouwen tussen beide groepen bevorderd worden', aldus Koenders.

Volgens de minister is het positief dat op verzoek van Aung San Suu Kyi een adviescommissie over Rakhine is opgericht onder leiding van Kofi Annan, die volgend jaar met aanbevelingen zal komen om de complexe uitdagingen in Rakhine aan te gaan. De Nederlandse oud-ambassadeur Laetitia van den Assum neemt op persoonlijke titel deel aan de adviescommissie. 'Ook de belofte die Aung San Suu Kyi afgelopen september tijdens de Algemene Vergadering van de VN heeft gedaan om de mensenrechtensituatie in Rakhine te verbeteren, is een positief signaal', aldus de minister.