Hoofddirecteur KNMI: Klimaatkennis raakt samenleving
Nieuws- Persbericht
Hoofddirecteur KNMI: Klimaatkennis raakt samenleving
11 oktober 2016
Om de risico’s als gevolg van klimaatverandering zo klein mogelijk te houden, is een combinatie van politieke maatregelen, wetenschappelijk onderzoek en maatschappelijke veranderingen nodig. Dit stelt hoofddirecteur van het KNMI Gerard van der Steenhoven tijdens zijn oratie "Klimaatverandering. Waar wetenschap de samenleving raakt" op 13 oktober 2016 als deeltijdhoogleraar Meteorological and Climatological Disaster Risk Reduction aan de Universiteit Twente.
Het volgende kabinet moet volgens Gerard van der Steenhoven verdergaande maatregelen nemen om te voorkomen dat de temperatuurstijging ten gevolge van klimaatverandering boven de 2 graden uitkomt. Om dat te bereiken moet de uitstoot van broeikasgassen tot 2050 zeer sterk verminderd worden. “Het Energieakkoord uit 2013 was een goede start maar de streefcijfers moeten verdubbeld worden als we in 2050 CO2-neutraal willen leven.”
Daarnaast zou een volgend kabinet bestaande barrières weg moeten nemen tussen Rijkskennisinstellingen en de universiteiten en NWO-instituten in Nederland. Dit is van belang omdat complexe maatschappelijke problemen zoals klimaatverandering samenwerking vereisen tussen uiteenlopende disciplines, van fundamentele natuurwetenschappen (wolkenvorming) tot beleidsrelevant onderzoek (klimaatscenario’s).
“Klimaatverandering behoort tot het type complexe problemen dat veel facetten van de samenleving raakt waardoor het belangrijk is dat fundamenteel en beleidsrelevant onderzoek met elkaar verbonden worden. Maar regels bemoeilijken het financieren van dergelijke samenwerkingsverbanden.”
Kennisketen verbeteren
Gerard van der Steenhoven wil met zijn leerstoel bij de faculteit Geo-Information Science and Earth Observation (ITC) van de Universiteit Twente een brug slaan tussen het onderzoekswerk van het KNMI en de universiteit om de samenwerking binnen de kennisketen te verbeteren, zowel nationaal als internationaal. De faculteit ITC van de Universiteit Twente doet veel onderzoek buiten Europa, voornamelijk in landen in ontwikkeling. Dit zijn juist de landen die de gevolgen van klimaatverandering het hardst voelen terwijl ze de minste kennis en expertise hebben om de risico’s te beperken. Hier kunnen KNMI en Universiteit Twente elkaar aanvullen. De risico’s van extreem weer in snel veranderende omgevingen is één van de belangrijke onderzoeksonderwerpen.
Risico’s beperken
Onderzoek naar klimaatverandering en de gevolgen daarvan is essentieel om – bijvoorbeeld - de samenleving tijdig te kunnen waarschuwen als extreem weer in aantocht is, stelt Gerard van der Steenhoven. Want extreem weer zal vaker voorkomen in een warmer klimaat.
Hierdoor moeten de weersverwachtingen nauwkeuriger worden zodat de samenleving eerder op extreem weer voorbereid kan worden en zo de risico’s voor de samenleving beperkt kunnen worden.
Maatschappelijke verandering
Naast politieke maatregelen en wetenschappelijk onderzoek is tevens een brede maatschappelijke verandering noodzakelijk om de verdere opwarming van de aarde tegen te gaan, concludeert Van der Steenhoven.
“Klimaateducatie is van groot belang. Net zoals kinderen leren om hun kamer op te ruimen en geen afval op straat te gooien, zouden ze moeten leren dat het ongepast is om de lucht te vervuilen met broeikasgassen. Deze cultuurverandering zal vele jaren in beslag nemen maar is essentieel omdat het inperken van klimaatverandering een inspanning van iedereen vergt. We kunnen hiervoor niet alleen naar de overheid kijken. We moeten daarom het bewustzijn vergroten over de kwetsbaarheid van de atmosfeer en de risico’s van klimaatverandering.”
Wereldwijde actie
Het Klimaatakkoord in Parijs in december 2015 en de internationale overeenkomst over risicoreductie in Sendai uit maart 2015 zijn volgens Gerard van der Steenhoven hoopgevende ontwikkelingen. Want de tijd dringt en internationale afspraken zijn hard nodig. “Als we naar het Montreal Protocol uit 1987 kijken, zien we dat internationale afspraken echt kunnen werken. Sinds die tijd hebben 197 landen afgesproken CFK’s te weren uit producten, met als resultaat dat de aantasting van de ozonlaag om de aarde langzaam begint te verminderen. De eerste tekenen van herstel van het ozongat zijn zichtbaar aan het worden. Dit succes toont aan dat wereldwijd acties kunnen werken.”
Klimaatwaarschuwing
Om de ambitieuze doelen van het Klimaatakkoord van Parijs te behalen, is er dertig jaar nodig om tot een CO2-neutrale economie te komen. En dan moeten we nu handelen, stelt Van der Steenhoven. Niet voor niets gaf het KNMI vlak voor de Klimaattop in Parijs eind 2015 een symbolische code oranje voor het klimaat uit om de urgentie van het klimaatprobleem te onderstrepen. “Onze kennis over de veranderingen in het klimaat dwingt ons om deze klimaatwaarschuwing uit te geven. Wij zien klimaatverandering bevestigd in onze metingen en analyses en het is onze taak als kennisinstituut om mensen te waarschuwen zoals wij dat ook doen als we extreem weer zien aankomen. Zodat mensen op tijd maatregelen kunnen nemen om de risico’s te verminderen.”