Plannen voor Wereldbazar in Winschoten onderuit
Woensdag 5 oktober 2016
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de besluiten vernietigd die de Wereldbazar in Winschoten mogelijk moeten maken. Dit blijkt uit een uitspraak van vandaag (5 oktober 2016). Omdat de uitspraak luidt dat het college van gedeputeerde staten voor de Wereldbazar geen ontheffing heeft kunnen verlenen van de provinciale Omgevingsverordening, gaan ook het gemeentelijke bestemmingsplan en de omgevingsvergunning voor de bouw van de Wereldbazar onderuit. Tegen de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak is geen hoger beroep mogelijk.
Bezwaren
De Stichting Outlet- en Funshoppingcenter Carrilon, de vereniging Handel en Nijverheid en twee omwonenden verzetten zich tegen de komst van de Wereldbazar. Zij hadden tegen de besluiten van provincie en gemeente beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Hun vrees is dat de Wereldbazar tot verdere leegstand in het kernwinkelgebied van Winschoten zal leiden en afbreuk zal doen aan de ontwikkelingsmogelijkheden in het kernwinkelgebied. De twee omwonenden vrezen dat de komst van de Wereldbazar hun woon- en leefklimaat aantast.
Ontheffing alleen voor bijzondere uitzonderlijke situaties
Het college van gedeputeerde staten van Groningen heeft in september 2015 ontheffing verleend van de provinciale Omgevingsvergunning om de Wereldbazar in Winschoten mogelijk te maken. Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak moet de provincie met "grote terughoudendheid" met deze ontheffingsmogelijkheid omgaan. Ontheffing kan alleen worden verleend voor "bijzondere uitzonderlijke situaties die zich incidenteel voordoen. Hierbij kan worden gedacht aan een innovatief project waarbij zwaarwegende maatschappelijke belangen een rol spelen." De wetgever heeft in de parlementaire geschiedenis de nadruk gelegd op het uitzonderlijke karakter van de ontheffing en het terughoudende gebruik ervan. Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak is dan onvoldoende als "uitsluitend wordt gewezen op algemene, vaak verwachte positieve effecten van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling, zoals in het geval van de Wereldbazar een verwachte versterking van de economische structuur, toename van de werkgelegenheid en verbetering van de ruimtelijke kwaliteit."
Nieuwe Omgevingsverordening
Recent, op 1 juni 2016, hebben provinciale staten van Groningen nog een nieuwe Omgevingsverordening vastgesteld. Volgens het college van gedeputeerde staten van Groningen zijn de regels voor grootschalige detailhandel hierin gewijzigd en staat deze nieuwe verordening niet langer in de weg aan de komst van de Wereldbazar. Toch biedt ook deze nieuwe Omgevingsverordening naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak geen soelaas voor gemeente en provincie. De nieuwe Omgevingsverordening staat er nog steeds aan in de weg dat buiten de stad Groningen een factory outlet center wordt gevestigd. Afhankelijk van het soort detailhandelsbedrijven dat zich in de Wereldbazar wil vestigen, is naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak "planologisch niet uitgesloten dat de Wereldbazar moet worden gekwalificeerd als een factory outlet center." Bovendien voldoet de geplande Wereldbazar in Winschoten aan de omschrijving van een factory outlet center die in de toelichting bij de nieuwe provinciale Omgevingsverordening staat, aldus de hoogste algemene bestuursrechter.
Wereldbazar
Met de nu vernietigde besluiten wilden de provincie Groningen en de gemeente Oldambt de Wereldbazar, een overdekte markt, in Winschoten mogelijk maken: een gebouw met drie lagen, met elk een vloeroppervlak van 19.000 m^2. Op de onderste laag moest een parkeergarage komen, op de tweede en derde bouwlaag een markt die plaats zou bieden aan ongeveer 550 marktstands. Gemeente en provincie hebben de verwachting geuit dat de Wereldbazar ieder weekend ongeveer 14.000 bezoekers zou trekken.
Lees hier de volledige tekst van de uitspraak met zaaknummer 201600408/1.
Zie het origineel.