Verlaging regeldruk door Omgevingswet nog onvoldoende in zicht
05-10-2016
De uitwerking van de Omgevingswet in een aantal nieuwe besluiten en Algemene Maatregelen van Bestuur laat zien dat minder regeldruk op dit gebied echt mogelijk is. Dat concludeert Actal in zijn reactie op de consultatieversies van de besluiten. Maar er zijn nog een paar vraagtekens. Het
ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft weliswaar verplichtingen geschrapt, maar niet alle regeldrukgevolgen daarvan berekend. En ruimere bevoegdheden voor lagere overheden kunnen de regeldruk toch weer laten stijgen. Hierdoor is het onzeker of de verwachte regeldrukwinst straks
inderdaad kan worden behaald.
Nog geen consequente berekening regeldrukeffecten
Om regeldruk goed te kunnen meewegen in keuzes over de Omgevingswet, is het belangrijk dat het ministerie de regeldrukeffecten van de stelselwijziging zorgvuldig berekent. "Dat is in deze besluiten nog niet consequent gebeurd", zegt Jan ten Hoopen, voorzitter van Actal. "Het ministerie heeft
een serieuze poging gedaan om de regeldrukgevolgen in beeld te brengen. Maar de berekeningen vertonen nog lacunes. We adviseren om beter in beeld te brengen wat de regeldrukwinst is van geschrapte verplichtingen. En om hetzelfde te doen voor de extra regeldruk door nieuwe maatregelen." Ook de
nadere berekeningen van de eenmalige regeldruk, bijvoorbeeld de kennisnamekosten voor bedrijven en burgers, ontbreken nog.
Decentrale afwegingen en beslissingen vormen risico voor regeldruk
Actal ziet ook een risico in de concept-besluiten: de Omgevingswet geeft gemeenten, waterschappen en provincies meer afwegingsruimte en bevoegdheden. Dat kan betekenen dat regeldruk die op Rijksniveau verdwijnt, op decentraal niveau weer terugkomt. Gemeenten kunnen bijvoorbeeld strengere eisen
hanteren voor energiezuinig bouwen dan die uit de EU-richtlijn `Energieprestatie gebouwen'. Jan ten Hoopen: "Zulke strengere eisen zijn onnodig. Decentrale afwegingsruimte is alleen zinvol als er lokaal maatwerk moet worden geleverd. Maar het is niet duidelijk waarom een gebouw in de ene
gemeente aan strengere energieprestaties moet voldoen dan eenzelfde gebouw in een andere gemeente. De extra eisen maken het onnodig ingewikkeld voor ondernemers die in verschillende gemeenten werken. Bovendien kunnen zulke strengere eisen een `nationale kop' op EU-regelgeving vormen. Dat gaat
lijnrecht in tegen de inzet van het kabinet om zulke koppen te vermijden.
Gebruiksvriendelijker
In het algemeen is Actal positief over de aanpassingen. De regelgeving is op veel plekken begrijpelijker en gebruiksvriendelijker, en maakt snellere besluitvorming over ruimtelijke plannen mogelijk. Zo zijn diverse artikelen uit het Bouwbesluit geschrapt, bijvoorbeeld de eisen aan de
plafondhoogte bij nieuwbouw. En gelden er in een aantal gevallen grenswaarden waaronder geen vergunning meer nodig is. Zo vervalt de vergunningplicht voor het beheren van gesloten stortplaatsen.