OM wil ook geld van verdachte drugshandel afpakken
19 september 2016 - Arrondissementsparket Midden-Nederland
Tegen een 50-jarige man uit De Meern heeft de officier van justitie niet alleen een celstraf geeist voor overtreding van de Opiumwet, ook moeten geld en goederen worden afgepakt. Bij de doorzoeking van zijn woning werd in een speelgoedoven een bedrag van 62.000 euro aan contant geld gevonden.
Dit valt niet te verklaren uit legale inkomsten, en dan kan het niet anders dan dat het geld afkomstig is van een misdrijf.
De zaak kwam aan het rollen na een melding van een poging inbraak door een oplettende buurtbewoner. Toen de politie hiernaar onderzoek instelde, kwam de 50-jarige bewoner zelf als verdachte in beeld. In de woning werden drugs, geld en diverse goederen die gebruikt worden bij de productie van
synthetische drugs gevonden. Om precies te zijn werden 22 kilo amfetamine, 7 kilo metamfetamine, 3 kilo MDMA en 24 kilo hasjiesj gevonden; in een speelgoedoven werd een geldbedrag van 62.000 euro gevonden.
Nader onderzoek naar de inkomsten en uitgaven van de verdachte heeft aan het licht gebracht dat de man geen legale inkomsten heeft of legale activiteiten uitvoert die het gevonden geldbedrag verklaren. Hij deed zijn betalingen, ook grote bedragen, met contant geld en tegenover stortingen op
zijn rekeningen stonden geen legale werkzaamheden. Ook was hij in het bezit van coupures van 500 euro, die veelal gebruikt worden in het criminele circuit en alleen op bestelling bij de Nederlandse Bank te krijgen zijn. Omdat er geen legale verklaring is voor de herkomst van het geld, vindt de
officier van justitie bewezen dat het geld afkomstig is van een misdrijf. Ook heeft de verdachte tal van goederen (waaronder twee stacaravans) aangeschaft waarmee hij de herkomst van het geld heeft willen verhullen, oftewel witwassen.
Naast het witwassen, wordt de verdachte verweten dat hij de Opiumwet op diverse manieren heeft overtreden. De goederen die zijn gevonden, zoals grondstoffen, gereedschappen en opslagmiddelen zijn bestemd voor de productie of de handel in harddrugs. Deze voorbereidingshandelingen zijn
strafbaar; het voorhanden hebben van de drugs zoals die zijn aangetroffen, is dat ook. De verdachte verklaarde dat hij de drugs in de woning had gevonden maar dat hij er niets mee te maken had. Hij had de katvanger op wiens naam het huurcontract van de woning stond, gevraagd de zaak op zich te
nemen en in ruil daarvoor zou deze een chalet krijgen. De verdachte noemde ter zitting de naam van een inmiddels overleden persoon als degene die verantwoordelijk zou zijn voor de productie en handel in drugs.
De officier van justitie wees op het uitgebreide strafblad van de verdachte, waarop een groot aantal veroordelingen staan voor eerdere overtredingen van de Opiumwet. Alles overwegende vond de officier van justitie daarom een gevangenisstraf van drie jaar op zijn plaats en vroeg hij de
rechtbank het geld en goederen (waaronder twee stacaravans) die zijn witgewassen verbeurd te verklaren.
Deel dit op
*