Oorzaak aanvaring Uitgeestermeer blijft onduidelijk: OM vraagt vrijs..
6 september 2016 - Arrondissementsparket Noord-Holland
De oorzaak van de aanvaring op het Uitgeestermeer, op 14 juni 2011, kan ook na aanvullend onderzoek niet worden vastgesteld. Het Openbaar Ministerie heeft daarom dinsdag bij de rechtbank in Haarlem vrijspraak gevraagd voor de schipper van een van de boten, een medewerker van de vroegere Korps
Landelijke Politiediensten (thans Landelijke Eenheid).
Op de bewuste dag kwamen een KLPD-boot en een particuliere boot met elkaar in botsing. Op basis van het onderzoek kon de oorzaak niet worden vastgesteld. Daarom kon ook niet gesteld worden dat iemand in juridische zin schuld had aan het ongeluk. De officier van justitie seponeerde daarop begin
2013 de aangifte tegen de 55-jarige KLPD-schipper: niemand werd strafrechtelijk vervolgd.
Een vrouwelijke opvarende van de particuliere boot liep letsel op. Zij diende een zogeheten artikel 12-procedure in bij het gerechtshof, om alsnog vervolging van de KLPD-schipper af te dwingen. Het hof gaf opdracht tot aanvullend onderzoek onder regie van een rechter (rechter-commissaris) en
tot vervolging van de schipper van de KLPD-boot. De rechter-commissaris heeft beslist over welk aanvullend onderzoek is gedaan.
Uit dit aanvullende onderzoek is wat het OM betreft geen nieuwe informatie gekomen. Daarom blijft de oorzaak van het ongeval ongewis. Wel staat voor het OM vast dat:
* Na de aanvaring hebben de schippers van beide boten geblazen. Ondanks dat hier in de loop der jaren het nodige over is gesuggereerd is onomstotelijk vastgesteld dat zowel de schipper van de motorboot als de KLPD-schipper geen alcohol hadden gedronken,
* De KLPD-boot betrof een niet-herkenbare politieboot. Wel hebben de opvarenden zich kenbaar gemaakt als politie, toen zij de motorboot wilden aanspreken omdat die naar hun mening te snel voer. Volgens gebruik maakte de KLPD-boot een ruime bocht om uiteindelijk naast de rubberen boot te
komen. Op dat moment vond er een aanvaring plaats, waarbij de stuurboordzijde van de politieboot de bakboordzijde van de snelle motorboot elkaar hebben geraakt. Beide boten hadden ten tijde van de aanvaring vermoedelijk dezelfde snelheid. Een opvarende uit Heemskerk liep letsel op,
* Wat de oorzaak van de botsing is, is onbekend gebleven. Doordat het ongeval op het water plaatsvond zijn er geen sporen terug te vinden. Daardoor zijn de exacte koers, de exacte locatie en de snelheid van beide vaartuigen ten tijde van het ongeval niet vast te stellen. Weliswaar zijn er
door een GPS-apparaat van de politie zogeheten trackpoints vastgelegd, maar de beweging ertussen niet. Bovendien zijn GPS-gegevens, inclusief de trackpoints, onvoldoende nauwkeurig om alleen op basis daarvan conclusies te trekken.
* Getuigen verklaren divers over wat er zou zijn gebeurd. Zij hadden verschillende afstanden en gezichtspunten tot het ongeval. Bovendien is het inschatten van snelheid en afstand op het water lastig, vooral omdat eventuele referentiepunten (verankerde drijvende tonnen) door het water
verschoven kunnen zijn. Ook is daardoor een exacte reconstructie onmogelijk.
* De KLPD-boot zou te snel hebben gevaren. Zowel de verklaringen als de GPS-gegevens zijn om voornoemde redenen onvoldoende betrouwbaar om als vaststaand bewijs te dienen. Ander bewijs ontbreekt. Zou er al te snel zijn gevaren dan betekent dat bovendien niet automatisch dat iemand schuld
heeft aan het ongeval. Daarvoor zijn alle omstandigheden van belang, maar deze kunnen dus niet worden vastgesteld.
* De schade aan de rubberen snelle motorboot betekent niet automatisch dat dit wordt veroorzaakt door een forse snelheid en verschil in gewicht tussen de boten. Ook het verschil in het materiaal van de boten speelt een rol in de mate van schade.
Conclusie
Voor het vaststellen van een strafbaar feit doet het Openbaar Ministerie aan waarheidsvinding en moet uitgaan van vaststaande feiten. Vermoedens en aannames zijn onvoldoende voor een strafrechtelijke vervolging.
Of de aanvaring is veroorzaakt door een manoeuvre van de KLPD- boot of een manoeuvre van de snelle motorboot, of wellicht door beide boten, zal altijd onbekend blijven.
De rechtbank doet naar verwachting over twee weken uitspraak.
Deel dit op
*