Politieman niet vervolgd voor neerschieten man in Eindhoven


2 september 2016 - Arrondissementsparket Oost-Brabant

Het Openbaar Ministerie Oost-Brabant heeft besloten de politieman die op 12 maart 2016 een 41-jarige man in Eindhoven neerschoot daar niet voor te vervolgen. De man overleed op 16 maart aan de gevolgen van de schietpartij. Volgens de officier van justitie heeft de betrokken agent geschoten uit
noodweer, het schieten vond plaats als verdedigingsmiddel.

De Rijksrecherche heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar het dodelijk schietincident. Daarbij zijn de betrokken agenten gehoord, is er met getuigen gesproken en zijn de videobeelden die door bewakingscamera's en omstanders zijn gemaakt bekeken.

Aanhouding

De twee betrokken agenten, een man en een vrouw, gingen zaterdagmiddag 12 maart ter plaatse na een melding van huiselijk geweld en troffen de verdachte daarvan aan op straat in de buurt van een woning waarvan de ruit van de voordeur vernield had. Toen de agenten de man benaderden, zagen zij
dat hij in zijn hand een fles wijn had en iets dat leek op een scherp voorwerp. De agent waarschuwde daarom zijn collega dat de verdachte een wapen had. Beide agenten riepen toen naar de verdachte dat hij het wapen moest laten vallen en dat hij was aangehouden.

Pepperspray en wapenstok

Uit het onderzoek blijkt dat op het moment rondom zijn aanhouding, de man niet reageerde op het roepen van de agenten, de inzet van pepperspray en de wapenstok. Een van de agenten heeft de man nog een schop tegen zijn hoofd gegeven maar ook daarna bleef hij zich verzetten. De Rijksrecherche
heeft onder andere met getuigen van het incident gesproken en zij verklaren gezien te hebben dat de inzet van pepperspray en de wapenstok geen invloed hadden op de verdachte.

De verdachte verplaatste zich tijdens het incident door de straat, waarbij de mannelijke agent achter hem aan is gelopen. De verdachte maakte toen een slaande beweging naar de mannelijke agent, waarbij de agent niet geraakt is. Op het moment dat de vrouwelijke agent achter haar collega en de
verdachte aanrende, stopte hij abrupt zijn vlucht en richtte zich tot de vrouwelijke agent. Hij maakte een slaande beweging en raakte haar vol met zijn vuist in het gezicht, waardoor zij op straat neerviel. Vervolgens boog hij zich over haar heen, maakte slaande bewegingen en zorgde hij ervoor
dat zij niet kon wegkomen.

Op dat moment heeft de agent zijn vuurwapen in de hand genomen, naar de verdachte geroepen en toen hij daarop niet reageerde is er twee keer gericht op het bovenlijf van de man geschoten, waarna hij omviel en op zijn rug op de grond bleef liggen.

Noodweer

Politieambtenaren zijn bevoegd om geweld te gebruiken, als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Voorafgaand aan het schietincident, heeft de politie meerdere geweldsmiddelen zoals pepperspray en de wapenstok toegepast waar verdachte totaal niet op reageerde. Op het moment dat verdachte de
vrouwelijke agent aanviel, kon haar collega terecht vrezen voor haar leven. Zij kon zich met geen mogelijkheid onttrekken aan de verdachte die haar net had neergeslagen en geknield bij haar stond en slaande bewegingen maakte. Bovendien bestond de mogelijkheid dat de verdachte een scherp
voorwerp bij zich had. Later is gebleken dat de verdachte geen scherp voorwerp bij zich had, maar gezien het feit dat verdachte nergens op reageerde en er onmiddellijk dreigende gevaar voor het leven van de vrouwelijk agent was, is een beroep op noodweer gerechtvaardigd.

De nabestaanden van de man kunnen via een zogenoemde artikel 12-procedure het gerechtshof in `s-Hertogenbosch een klacht indienen over de beslissing van de officier.

Deel dit op

*