Eis: tot 3 jaar cel voor beroving en gijzeling in woning Catharinaland
1 september 2016 - Arrondissementsparket Den Haag
Tegen twee Hagenaars (van 20 en 27 jaar) eiste de officier van justitie vandaag voor de Haagse rechtbank celstraffen tot drie jaar, waarvan een jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De zaak tegen een derde verdachte - een 21-jarige Hagenaar - is op verzoek van de officier
aangehouden omdat zij wil dat hij eerst door het Pieter Baan Centrum wordt onderzocht. De drie worden ervan verdacht op 23 februari van dit jaar een toen 26-jarige man in zijn woning aan het Catharinaland in Den Haag te hebben gegijzeld, mishandeld en beroofd.
Op de bewuste dinsdag in februari pikte de 21-jarige Hagenaar de beide mede-verdachten met de auto op. Hij zei daarbij dat ze op bezoek zouden gaan bij het slachtoffer - een bekende van hem - om daar wat `spullen op te halen'. Het zou gaan om geld en goederen.
Bij diens woning aan het Catharinaland aangekomen bleef de chauffeur in de auto zitten en gingen de andere drie naar binnen. Het lijkt erop dat - eenmaal binnen - de situatie is geescaleerd omdat het slachtoffer niet naar de zin van de 21-jarige verdachte reageerde.
Er ontstond een worsteling waarbij de 21-jarige het slachtoffer in een soort nekklem nam en de 27-jarige hem met een mes dreigde. Het slachtoffer werd daarbij geraakt in zijn vinger en verloor korte tijd het bewustzijn. Toen hij weer bijkwam, had hij grote pijn in zijn oor; daarvan bleek een
stukje te zijn afgebeten.
Vervolgens pakte de 21-jarige man de portemonnee en pinpas van het slachtoffer en vroeg hem om zijn pincode. Hij verliet de woning om te gaan pinnen. De 20-jarige en 27-jarige man bleven achter in de woning om het slachtoffer te bewaken. De 27-jarige had daarbij een mes in zijn hand. Toen de
21-jarige lang wegbleef, werd het slachtoffer ongeduldig. Toen hij probeerde op te staan, schopte de 27-jarige man zijn benen onder hem vandaan. Ook sloeg hij een mok uit de handen van het slachtoffer omdat hij vreesde dat het slachtoffer daarmee zou slaan. Desondanks wist het slachtoffer een
vork te pakken en daaropvolgend via het balkon te ontsnappen. Na onderzoek heeft de politie vervolgens de verdachten aangehouden.
Omdat de 20-jarige geen geweldshandelingen heeft gepleegd, maar zich ook niet heeft onttrokken aan het geheel en in de woning is gebleven, toen de 21-jarige ging pinnen, is hij volgens de officier van justitie medepleger van de wederrechtelijke vrijheidsberoving. Alleen al zijn aanwezigheid
leverde daaraan een bijdrage. Zij eist daarom tegen hem zes maanden gevangenisstraf waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast een taakstraf van 100 uur waarvan 50 uur voorwaardelijk en hij moet zich laten begeleiden door reclassering.
Tegen de 27-jarige verdachte eiste de officier drie jaar cel waarvan een jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en begeleiding van reclassering. Hij had een mes in zijn handen, heeft daarmee ook gestoken en is daardoor medepleger van de beroving. Ook had hij een actieve rol bij de
wederrechtelijke vrijheidsberoving.
Op verzoek van de officier is de inhoudelijke behandeling van de zaak van de 21-jarige verdachte aangehouden. Zij wil de aanstichter van de strafbare feiten - die het slachtoffer volgens de verklaringen in een soort nekklem heeft genomen en in het oor heeft gebeten - door het Pieter Baan
Centrum laten onderzoeken.
Deel dit op
*