Tuchtrecht | Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose | ECLI:NL:TGZRZWO:2016:102
ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2016:102
Datum uitspraak: 29-08-2016
Datum publicatie: 29-08-2016
Zaaknummer(s): 055/2016
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beroepsgroep: Fysiotherapeut
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie: Klacht tegen fysiotherapeut. Klager verwijt verweerder dat hij middels een hi-tech apparaat kraakbeen heeft weggelaserd met een echo-apparaat. Klacht wel ontvankelijk maar kennelijk ongegrond.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE
Beslissing d.d. 29 augustus 2016 naar aanleiding van de op 14 maart 2016 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van
A, wonende te B,
k l a g e r
-tegen-
C, fysiotherapeut, werkzaam te B,
bijgestaan door mr. P.H.N. Keuning-Taapken, SRK Rechtsbijstand te Zoetermeer
v e r w e e r d e r
1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Dit blijkt uit het volgende:
- het klaagschrift;
- het aanvullende klaagschrift;
- het verweerschrift met de bijlagen.
Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid mondeling gehoord te worden in vooronderzoek.
2. FEITEN
Op grond van de stukken (waaronder het patientdossier) dient, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, van het volgende te worden uitgegaan.
Klager, geboren in 1961, is op 13 december 2012 door verweerder onderzocht aan zijn linkerschouder op verwijzing van zijn huisarts vanwege sinds enkele weken bestaande schouderklachten links. Verweerder heeft lichamelijk onderzoek uitgevoerd en een echo gemaakt van het linker schoudergewricht met een Honda Electronics HS-2000 echo-apparaat. Verweerder noteerde in het dossier als stoornissen: "AC stoornis , eindstandig pijn elevatie abd, drukpijn as". Op basis van de bevindingen van het onderzoek heeft verweerder een vervolgafspraak gemaakt voor een behandeling op 17 december 2012. Klager heeft echter op 17 december 2012 tegen verweerder gezegd dat hij geen vertrouwen had in fysiotherapie en afzag van behandeling. Verweerder heeft vervolgens zonder behandeling het traject afgesloten. Verweerder heeft dezelfde dag een brief aan de huisarts geschreven met als conclusie: "Aanwijzingen voor irritatie van AC gewricht, mogelijk artrose. Patient heeft weinig fiducie in fysiotherapie, heeft meer vertrouwen in evt injectie. Patient neemt contact met je op."
Klager heeft tevens een klacht ingediend tegen zijn (toenmalige) huisarts. Deze klacht is bekend onder nummer 069/2016. In beide zaken is op dezelfde dag uitspraak gedaan.
3. HET STANDPUNT VAN KLAGER EN DE KLACHT
Volgens klager heeft de fysiotherapeut niet alleen een echo van zijn schoudergewrichten links en rechts gemaakt, maar ook deze gewrichten beschadigd, namelijk kraakbeen weggelaserd, middels een Hi-Tech apparaat/methode. Klager baseert deze overtuiging op het feit dat hij direct na de behandeling merkte dat beide gewrichten instabiliteit vertoonden. Deze instabiliteit neemt volgens klager sindsdien continu toe.
4. HET STANDPUNT VAN VERWEERDER
Verweerder voert -zakelijk weergegeven- primair aan dat klager gelet op de onwaarschijnlijkheid alsmede de onbegrijpelijkheid van de klacht niet ontvankelijk verklaard dient te worden in zijn klacht.
Inhoudelijk stelt verweerder zich -zakelijk weergegeven- op het standpunt dat de tegen hem ingediende klacht dient te worden afgewezen.
5. DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE
5.1
Met betrekking tot het niet-ontvankelijkheidsverweer overweegt het college het volgende. De klacht ziet op het door verweerder als fysiotherapeut uitgevoerde onderzoek c.q. de behandeling. De klacht is duidelijk en onderbouwd voor zover dat in redelijkheid van klager kan worden verwacht. Dit handelen valt onder het handelen dat op grond van artikel 47 lid 1 van de Wet BIG aan tuchtrechtelijke toetsing is onderworpen. Klager is dan ook ontvankelijk in zijn klacht.
5.2
Met betrekking tot de gegrondheid van de klacht ligt dat anders.
De klacht van klager kan niet slagen. Verweerder heeft bij klager regulier lichamelijk onderzoek uitgevoerd en een echo gemaakt met een regulier echo-apparaat. Met een dergelijk apparaat kan geen schade worden toegebracht. Met name kan met een echo-apparaat niet worden gelaserd. Klager voert voor zijn stelling dat verweerder kraakbeen zou hebben weggelaserd verder geen bewijs aan. Zijn mededeling dat het toebrengen van onzichtbaar letsel een martelmethode is die onder andere de Chinese geheime dienst toepast kan niet als bewijs gelden.
5.3
Gelet op het voorgaande is de klacht kennelijk ongegrond en dient als volgt te worden beslist.
6. DE BESLISSING
Het college wijst de klacht af.
Aldus gedaan in raadkamer door mr. A.L. Smit, voorzitter, J.M. Uijen en S.E. Dekker, leden-fysiotherapeuten, in tegenwoordigheid van mr. H. van der Poel-Berkovits, secretaris, en uitgesproken in het openbaar op 29 augustus 2016 door mr. A.L. Smit, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H. van der Poel-Berkovits, secretaris.
voorzitter
secretaris
Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg door:
a. de klager en/of klaagster, voor zover de klacht is afgewezen, of voor zover hij/zij niet-ontvankelijk is verklaard;
b. degene over wie is geklaagd;
c. de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.
Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroepschrift wordt ingezonden bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.