In hoger beroep celstraf geeist voor groepsbelediging van Joden

25 augustus 2016 - Ressortsparket

De advocaat-generaal (OM) in Amsterdam heeft tegen een 57-jarige man acht weken gevangenisstraf geeist, waarvan vier weken voorwaardelijk, wegens groepsbelediging van Joden.

De verdachte heeft in 2013 en 2014 diverse e-mails met anti-semitische uitlatingen verzonden aan politici, scholen en het Centrum Informatie en Documentatie Israel (CIDI). De mails hadden, aldus de advocaat-generaal ,,een schokkende, krenkende inhoud''. Met zijn uitlatingen heeft de verdachte
zich in de visie van het OM schuldig gemaakt aan het opzettelijk gewoonte maken van belediging van een groep mensen, in dit geval Joden, wegens hun ras of godsdienst.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot vier weken gevangenisstraf, waarvan twee weken voorwaardelijk. De verdachte is tegen dit vonnis in hoger beroep gedaan.

Een veroordeling van de verdachte betekent een beperking van de vrijheid van meningsuiting. Volgens het OM voldoet de zaak van de verdachte aan bij wet geregelde criteria aan de hand waarvan dit grondrecht beperkt kan worden.

,,Discriminatie op grond van ras en godsdienst kan niet worden getolereerd en dient adequaat aangepakt te worden'', aldus de advocaat-generaal. ,,Zeker waar het gaat om forse beledigende en schokkende uitlatingen als die door de verdachte zijn gedaan.''

Ook het feit dat de e-mails veelvuldig, ongevraagd en aan veel personen zijn gestuurd maakt een inbreuk op de vrijheid van meningsuiting noodzakelijk. De advocaat-generaal: ,,Verdachte heeft door zijn handelwijze op indringende wijze een groot aantal mensen noodgedwongen geconfronteerd met
evident beledigende uitlatingen. Dit soort wangedrag richt schade aan en kan niet worden getolereerd.''

De verdachte is eerder veroordeeld voor discriminatie. De aard en ernst van de door verdachte gepleegde feiten en zijn strafblad rechtvaardigen een gevangenisstraf. De verdachte heeft met zijn uitlatingen ,,de grenzen van het aanvaardbare ver overschreden'', aldus de advocaat-generaal. ,,De
uitlatingen van verdachte kunnen bij het publiek reacties oproepen die onverenigbaar zijn met een rustig maatschappelijk klimaat. Zoals bijvoorbeeld onheuse of agressieve bejegening van Joden. Dit zorgt voor gevoelens van onveiligheid en hierdoor kan de openbare orde in gevaar komen. Een
substantiele straf is derhalve op zijn plaats.''

Het hof doet uitspraak op 5 oktober.

Deel dit op

*