Celstraf geeist voor medeplichtigheid `rioolputmoord' Almere


17 augustus 2016 - Ressortsparket

De advocaat-generaal in Leeuwarden heeft na cassatie tegen een 50-jarige vrouw een gevangenisstraf van 9 jaar en 3 maanden geeist. De vrouw is volgens het OM medeplichtig geweest aan de moord op de 29-jarige Rene K., in oktober 2008. Het lichaam van het slachtoffer werd in november 2008
gevonden in een riool in zijn woonplaats Almere. Volgens het Openbaar Ministerie is zij ook schuldig aan het wegmaken van het lijk.

De moord hield rechtstreeks verband met de moord op de 49-jarige Brian S. Hij werd twee dagen voor de moord op Rene K. doodgeschoten. Zijn stoffelijk overschot werd in december 2008 ontdekt in de kofferbak van zijn auto in Nieuw-Vennep.

Twee mannen zijn inmiddels onherroepelijk veroordeeld voor de twee moorden. Zij kregen beiden uiteindelijk een gevangenisstraf van 29 jaar opgelegd. De rechtbank veroordeelde de vrouw tot 14 jaar cel; in hoger beroep legde het hof haar 9,5 cel op. Een van de mannelijke hoofdverdachten werd
door de slachtoffers afgeperst. De vrouwelijke verdachte was destijds de vriendin van een van deze hoofdverdachten. Volgens het OM heeft de vrouw geweten van de plannen om K. om het leven te brengen en heeft zij de moord vergemakkelijkt.

Na cassatie verwees de Hoge Raad de zaak van de vrouw terug naar het hof omdat het bewijs van het medeplegen van moord als ontoereikend werd beoordeeld. In de huidige procedure heeft de advocaat-generaal onderzocht of er aanvullend bewijs is voor de rol van de vrouw bij en rondom de moord op
K. Dit onderzoek heeft beperkte resultaten gehad, onvoldoende om tot bewezenverklaring van medeplegen van moord te komen. Voor medeplichtigheid is het bewijs er wel. Volgens de advocaat-generaal moet de zaak ,,op het grensvlak van medeplegen en medeplichtigheid'' worden geplaatst.

De veroordeling voor het wegmaken van het lijk is reeds onherroepelijk en was daarom geen punt van discussie in de huidige procedure.

Bij het bepalen van zijn strafeis heeft de advocaat-generaal meegewogen dat de dubbele liquidatie ,,destijds de maatschappij stevig in beroering heeft gebracht''. De wekenlange vermissing van de beide slachtoffers en de mensonterende wijze waarop de lijken waren gedumpt hebben groot leed aan
de nabestaanden toegebracht. De aanklager in hoger beroep heeft een straf van 10 jaar als uitgangspunt genomen. In de loop van de diverse procedures is de zogeheten redelijke termijn voor behandeling van de zaak tweemaal overschreden. Dit heeft de advocaat-generaal verdisconteerd in zijn eis,
ten gunste van de verdachte.

Het hof doet uitspraak over twee weken.

Deel dit op

*