Facebook en de Facebookintifada

In Amerika klagen familieleden van vijf terreurslachtoffers Facebook aan. Zij eisen een miljard dollar want, zeggen zij, Hamas kon dankzij Facebook de terroristische aanvallen plannen waarvan hun dierbaren het slachtoffer werden. Het gaat onder meer om de moord op de Amerikaanse Naftali Fraenkel en twee andere tieners in 2014, die de opmaat vormde voor de laatste Gaza-oorlog. Dit zou niet de eerste keer zijn dat nabestaanden van terreurslachtoffers in een Amerikaanse rechtbank smartegeld winnen, maar wel de eerste maal dat zij een sociaal mediaplatform aanklagen in plaats van een terreurorganisatie. Zij doen dit op basis van een Amerikaanse antiterreurwet uit 1992, die Amerikaanse bedrijven verbiedt om diensten te leveren aan terreurorganisaties.

`Bloed aan zijn handen'

Deze Amerikanen zijn niet de enigen die Facebook verantwoordelijk stellen voor de terreurdaden van gebruikers. Israel gaat steeds verder in het verantwoordelijk stellen van Facebook voor wat wel de `Facebook-intifada' wordt genoemd. Toen het 13-jarige meisje Hallel Yaffa Ariel in haar slaap was vermoord door een tiener met een mes, zei de Israelische minister van Veiligheid Erdan dat Facebook `haar bloed aan zijn handen had' omdat dit het opsporen van terroristen tegenwerkt. Facebook is een monster, zei hij. Erdans collega van Justitie Ayelet Shaked werkt aan een wet die het mogelijk moet maken om Facebook, YouTube, Twitter, en andere sociale media platforms te dwingen berichten te verwijderen die aanzetten tot geweld. Dit plan wordt in Israel al de Facebookwet genoemd. Shaked en Erdan willen een wet die het publiceren van "aanstootgevende berichten" verbiedt, zoals berichten die `terreuraanvallen aanmoedigen' maar ook berichten die ambtenaren `te schande maken en belasteren'.

`In Europa kan het wel'

De twee ministers vatten het plan voor een dergelijke wet op na een ontmoeting waarin zij van Facebook de mogelijkheid verlangden om ophitsende berichten binnen 24 uur verwijderd te krijgen, "zoals Facebook in de EU doet", schreven zij in een verklaring. Dat zou ondersteund moeten worden door een wet die berichten verbiedt die `aanzetten tot terreur' en die `volledige verwijdering garandeert, zoals vergelijkbare wetten in Australie en Frankrijk.' Ook Duitsland heeft een vergelijkbare wet volgens Erdan, en Facebook werkt daaraan mee. Maar volgens een woordvoerder van Erdan heeft Facebook kort geleden slechts 23 van de 74 pagina's verwijderd die Israel had aangemeld wegens Palestijnse ophitsing. "Hun beleid voor verwijdering is heel, heel, heel streng en de lat ligt heel hoog", zei deze woordvoerder tegen de Times of Israel.

Facebook erkent ook Israels autoriteit over de Westoever niet. "Sterker nog, als iemand een problematisch bericht schrijft en zij wonen op de Westoever, dan werkt Facebook niet met ons mee. Zij zeggen dat dit buiten Israel is en dat ze daarom niet kunnen meewerken", aldus de woordvoerder die nog meer klachten heeft over Facebook. De afdeling computermisdaad van de Israelische politie moet voor dringende verzoeken om verwijdering van een bericht contact opnemen met het hoofdkantoor in Ierland, terwijl er een groot kantoor in Israel staat. "Zelfs het verwijderen van virulente ophitsing kan uren duren en daar hebben wij geen tijd voor - wij hebben onmiddellijke actie nodig." Als de Turkse regering dit vraagt, gebeurt het wel meteen en op grote schaal, zei de woordvoerder nog.

Boete

Om betere medewerking te krijgen wil een ander parlementslid, Revital Swid van de Zionist Union, een wet laten aannemen die Facebook een boete oplegt van 300.000 shekel (ruim 70 duizend euro) voor elke ophitsende post die Facebook niet ogenblikkelijk verwijdert. Zijn wet legt de verantwoordelijkheid voor het actief opsporen van ophitsende berichten bij Facebook - Facebook zegt nadrukkelijk dat het dit niet doet, maar wacht tot een gebruiker berichten aanmeldt.

Weinig kans

Juristen in Israel geven de Facebookwetgeving weinig kans. Zij waarschuwen dat de sociale mediagigant niet mee hoeft te werken, dat de door Shaked voorgestelde wet "onhandig" is en dat het verwijderen een langdurig proces zou zijn, en dat Israel al wetten heeft tegen ophitsing - die echter nauwelijks worden gehandhaafd.

Bovendien schept het een gevaarlijk en "griezelig" precedent als staten het internationale bedrijf gaan dwingen om informatie te delen, waarschuwt Dr. Tehilla Shwartz Altshuler van het Israel Democracy Institute.