Geluid langs de A1 Apeldoorn - Azelo

Geluid langs de A1 Apeldoorn - Azelo

Nieuwsbericht - Gepubliceerd op: 20 juni 2016- Laatste update: 20 juni 2016 16:37 uur

Tijdens de participatiebijeenkomsten over de plannen voor de uitbreiding van de A1 tussen Apeldoorn en Azelo werden de meeste vragen gesteld over mogelijke geluidsoverlast.

Neemt het geluid toe? Wanneer zijn de resultaten van onderzoeken naar geluid bekend? Welke maatregelen treft Rijkswaterstaat om geluidsoverlast te verminderen? In de Wet Milieubeheer is vastgelegd hoe Rijkswaterstaat bij een verbreding van de weg moet zorgen dat het geluid binnen de wettelijk vastgestelde grenzen blijft. Maar hoe doen wij dit?

Weetjes over geluid

140 dB horen. Dat is alles tussen het geluid van een normale ademhaling en dat van de motoren van een straalvliegtuig. Bij een geluid van 140 dB bestaat de kans dat de trommelvliezen het begeven. In de praktijk blijkt dat het verhogen of verlagen van het geluidsniveau met 3 dB net hoorbaar is en dat een toename van 10 dB wordt ervaren als een verdubbeling van het geluid. En dat bijvoorbeeld het geluidsniveau van een auto 50 dB kan zijn en twee van deze auto's samen 53 dB produceren. Dit komt omdat de decibel geen eenheid is zoals meter of kilo, maar een verhouding op een zogenoemde logaritmische schaal. Het berekenen van geluid is dan ook anders dan het meten van afstand of gewicht.

Rijkswegen en geluidsoverlast

Het aantal decibel zegt echter maar weinig over of het geluid ook als hinderlijk wordt ervaren. Harde muziek op een feestje kan heel gezellig zijn, terwijl veel mensen zich ergeren aan het schelle geluid van een opgevoerde brommer. Een gemiddelde snelweg produceert aan de rand van de weg al gauw 70 dB aan geluid. Dit is vergelijkbaar met het geluid van een stofzuiger. Maar een stofzuiger kun je uitzetten en het geluid van een snelweg niet. Verkeer maakt dus geluid dat kan zorgen voor geluidsoverlast. Omdat de overheid wil voorkomen dat geluidsoverlast onbeheerst kan groeien, is in de Wet milieubeheer een hoofdstuk over geluid opgenomen. Dit hoofdstuk beschrijft hoe Rijkswaterstaat bij het wijzigen, aanleggen en het dagelijkse beheer van rijkswegen in de gaten moet houden of het geluid binnen de wettelijke normen blijft. In dit hoofdstuk is ook geregeld wat de maximale geluidbelasting op bijvoorbeeld gevels van woningen langs rijkswegen mag zijn.

Referentiepunten

Hoe hoog het geluidsniveau langs rijkswegen mag zijn, hangt af van de locatie. Aan beide kanten van de rijkswegen in Nederland zijn ongeveer 60.000 referentiepunten ingesteld. De referentiepunten liggen steeds op 50 m afstand van de weg, op 4 m hoogte en 100 m uit elkaar. Dit zijn geen fysieke punten waar we geluid meten, maar virtuele punten in een digitaal rekenmodel. Waar de referentiepunten liggen is ook terug te zien in het geluidregister. Voor ieder punt is een maximaal toegestane geluidproductie berekend. Dit maximum noemen we het geluidproductieplafond. Voor ieder referentiepunt geldt een apart geluidproductieplafond, passend bij de verkeerssituatie ter plekke. Hoe snel rijdt het verkeer? Hoeveel verkeer rijdt er? Zijn er geluidschermen of geluidwallen geplaatst? Of ligt er misschien stiller asfalt? Het rekenmodel houdt geen rekening met wisselende omstandigheden, zoals het weer of een nat of droog wegdek.

Hoogte geluidproductieplafonds

De hoogte van elk geluidproductieplafond is in 2012 wettelijk vastgesteld. Voor twee derde van de rijkswegen is de hoogte van het geluidproductieplafond gebaseerd op de verkeerssituatie uit 2008. Dit jaar vormt een soort `bevroren situatie'. Tussen deze bevroren situatie en het ingaan van de nieuwe regelgeving zit vier jaar. Om eventuele toename van het verkeer op te vangen is bij deze gegevens 1,5 dB opgeteld. De geluidproductieplafonds voor het overige derde deel van de rijkswegen is gebaseerd op actuele gegevens uit wegprojecten. Bijvoorbeeld als een weg is verbreed van 2 naar 3 rijstroken, zal dit ook in de berekening van de hoogte van het geluidproductieplafond zijn verwerkt.

Maatregelen en doelmatigheid maatregelen

Wanneer het wegontwerp van het project Apeldoorn - Azelo klaar is, berekent Rijkswaterstaat welke consequenties dit heeft voor het geluid. Als er door de wijzigingen op dit traject de geluidproductieplafonds zouden worden overschreden, onderzoekt Rijkswaterstaat welke maatregelen er dan mogelijk zijn om het geluid weer onder de vastgestelde norm te krijgen. Bijvoorbeeld het gebruik van stiller asfalt of het plaatsen van een geluidscherm of een -wal. De resultaten van dit geluidonderzoek en benodigde maatregelen worden in het ontwerptracebesluit opgenomen.

Rijkswaterstaat hoeft niet ten allen tijden geluidbeperkende maatregelen te treffen. Dat zou de uitvoering van het geluidbeleid onbetaalbaar maken. In de wetgeving is hiervoor een doelmatigheidscriterium opgenomen. Hierbij wordt het effect van de maatregelen afgezet tegen de kosten die gemaakt moeten worden om deze maatregelen te realiseren. Met andere woorden: levert de maatregel voldoende geluidreductie op voor wat het kost? We kijken bijvoorbeeld naar hoeveel woningen profijt hebben van de maatregel en de mate waarin het geluid zou toenemen als we de maatregel niet nemen.

Meerjarenprogramma geluidsanering

Naast de effecten van de wegverbreding onderzoekt Rijkswaterstaat langs een groot deel van het Rijkswegennet de bestaande geluidbelasting op woningen Dit geldt ook voor een gedeelte van het traject van het project A1 Apeldoorn - Azelo, namelijk tussen Deventer-Oost en Rijssen. Daar waar de geluidbelasting hoger is dan de wettelijk bepaalde geluidnorm, onderzoeken we of er doelmatige maatregelen mogelijk zijn. De voorgestelde geluidmaatregelen beschrijven we in de zogenoemde saneringsplannen. Omwonenden hebben recht op inspraak op deze voorgestelde plannen. Het saneringsplan voor dit gedeelte van de weg, zal tegelijkertijd met het ontwerptracebesluit ter visie worden gelegd.

Hoe berekent Rijkswaterstaat geluid

Rijkswaterstaat berekent hoeveel geluid er op een referentiepunt mag zijn. Dit doen wij met behulp van een wettelijk vastgelegde rekenmethode. Bij de berekeningen houden wij rekening met allerlei factoren die van invloed zijn op het geluid. Bijvoorbeeld het type wegdek, het aantal voertuigen op de weg, de rijsnelheid en of er geluidschermen aanwezig zijn. Voor het bepalen van het aantal voertuigen in de toekomst wordt gebruik gemaakt van verkeersmodellen. De geluidsproductie van een weg is nooit constant. Binnen een etmaal zijn periodes met veel verkeer en minder verkeer. En ook binnen een jaar zijn er dagen met veel en dagen met minder verkeer. Daarom berekenen wij een jaargemiddeld geluidsniveau van een etmaal: overdag, 's avonds en 's nachts. Omdat geluid in de avond en in de nacht als hinderlijker wordt ervaren, tellen wij bij het gemiddelde van de avond 5 dB op en bij het gemiddelde van de nacht 10 dB. Van deze drie gemiddelden nemen wij weer het gemiddelde.

Waarom rekenen in plaats van meten

Om een goed beeld te krijgen van de hoeveelheid geluid per referentiepunt, zouden we gedurende een jaar dag en nacht moeten meten. Omdat er bijna 60.000 referentiepunten in Nederland zijn, is dit praktisch onmogelijk. Bovendien kunnen we op basis van metingen geen goede voorspellingen doen voor de ontwikkeling van het geluid. Daarom laten we een computer met behulp van een wettelijke rekenmethode berekeningen maken. Overigens controleert het onafhankelijke Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) steekproefsgewijs onze berekeningen bij referentiepunten. Dit doen zij door te meten. Op enkele referentiepunten voeren zij een permanente controle uit. Wijkt de meting van het RIVM systematisch af van de berekeningen van Rijkswaterstaat? Dan wordt gekeken of de rekenmethodiek moet worden bijgesteld.

Geluidproductie beheersen

Om te bepalen of de geluidproductie per referentiepunt onder het vastgestelde geluidproductieplafond blijft, voert Rijkswaterstaat jaarlijks berekeningen uit. Voor ieder referentiepunt kijken we dan opnieuw naar alle factoren die een rol spelen bij geluid op de rijksweg. Zoals verkeerstoename of een wijziging in de maximum snelheid. Wanneer uit berekeningen blijkt dat het geluid op een bepaalde referentiepunt het vastgestelde plafond overschrijdt of dreigt te overschrijden, onderzoeken wij maatregelen. De resultaten van de berekening en de eventuele maatregelen staan in het nalevingsverslag Geluidproductieplafonds rijkswegen (PDF, 8,25 MB).

Op de pagina Geluid langs rijkswegen leest u meer over hoe Rijkswaterstaat omgaat met geluid. Meer informatie over de werkzaamheden aan de A1 leest u op de projectpagina Uitbreiding A1 Oost.

Meer nieuws

* Meer nieuws over het project Uitbreiding A1 Oost