OM in cassatie in zaak tegen "Arnhemse Syrieganger"


1 april 2016 - Ressortsparket

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft cassatie ingesteld in de zaak tegen Arnhemmer Mohammed el A., die naar Syrie wilde afreizen met, zo vindt het OM, de intentie daar zelf aan de gewapende strijd deel te nemen en ook om die strijd te faciliteren en aldus diverse misdrijven met terroristisch
oogmerk te plegen. De man werd op 15 maart jl. door het gerechtshof in Arnhem veroordeeld tot achttien maanden cel waarvan twaalf maanden voorwaardelijk voor voorbereidingshandelingen gericht op het deelnemen aan een terroristische organisatie. Hij werd vrijgesproken van de andere
tenlastegelegde feiten waaronder deelname aan een terroristische organisatie. De advocaat-generaal had dertig maanden cel waarvan tien maanden voorwaardelijk geeist.

De Arnhemmer werd samen met medeverdachte Hakim B. op 13 augustus 2013 net over de grens in Duitsland aangehouden. In de auto's die de mannen hadden gehuurd, trof de politie een grote hoeveelheid goederen aan, die volgens het OM bedoeld waren voor de gewapende strijd in Syrie. Verdachten
onderhielden contact met personen in Syrie om informatie te krijgen over de te volgen route. De verdachten verklaarden zelf dat ze naar Syrie wilden om hulp te verlenen.

Het hof sprak El A. vrij van onder andere deelname aan een terroristische organisatie en kwam tot het oordeel dat verdachte slechts voorbereidingshandelingen had verricht om deel te nemen aan een terroristische organisatie. Het werven van gelden kan wel worden bewezen, zo oordeelde het hof,
maar het geld was de organisatie nog niet ten goede gekomen. Er was derhalve slechts sprake van voorbereidingshandelingen. Het OM is het met deze lezing van het hof niet eens.

Het OM wil graag duidelijkheid van de Hoge Raad over de rechtsvraag hoe het artikel in het Wetboek van Strafrecht dat gaat over deelnemen aan een criminele organisatie met terroristisch oogmerk moet worden uitgelegd. Het OM vindt dat ook het werven van gelden op zichzelf daar onder valt.

Verdachte El A. is ook vrijgesproken van het voorbereiden dan wel bevorderen van het plegen van terroristische misdrijven omdat naar oordeel van het hof onvoldoende concreet was om welk type misdrijven het zou gaan en ook onvoldoende concreet was op welke plaats, welke tijd en welke wijze deze
misdrijven zouden worden uitgevoerd. Het OM is van mening dat het hof hier een te strikte wetsuitleg hanteert.

De uitspraak van het gerechtshof is met het instellen van cassatie nog niet onherroepelijk geworden.

In de zaak tegen medeverdachte Hakim B. stelt het OM geen cassatie in. Hij werd (ook) in hoger beroep integraal vrijgesproken. Het OM ziet in het arrest geen aanknopingspunten voor cassatie.

Deel dit op

*