Creativiteit van kinderen overschat maar onderbenut door ontwerpers
29 maart 2016 door Webredactie Communication
Kinderen kunnen een waardevolle rol spelen als mede-onderzoekers in het ontwerpproces, bijvoorbeeld van een speeltoestel. Dat stelt Fenne van Doorn, die op woensdag 30 maart op dit onderwerp promoveert aan de TU Delft. Ook voor het onderwijs is haar onderzoek van grote waarde: kinderen blijken veel te leren van hun rol als onderzoeker.
Co-onderzoekers
In het huidige onderzoek over ontwerpen wordt de creativiteit van kinderen overschat maar onderbenut. Dat is de hoofdconclusie uit het promotie-onderzoek van Fenne van Doorn. Ze heeft onderzocht hoe kinderen een rol kunnen spelen bij het verkennen van ontwerpproblemen door ze als co-onderzoekers onderzoek te laten doen in hun eigen sociale netwerk, via onder meer interviews met leeftijdsgenoten. Het gaat daarbij om kinderen tussen de 8 en 12 jaar en over producten uit de belevingswereld van kinderen, zoals een nieuw speeltoestel in een speeltuin.
Super-participanten
`Door kinderen in te zetten als co-researchers werden het super-participanten, waardevolle informanten die er voor zorgen dat de (volwassen) ontwerper beslissingen kan nemen die in het belang van de kinderen zijn', stelt Van Doorn. `Maar', zo benadrukt de Delftse promovenda, `we moeten de creativiteit van kinderen als ontwerpers ook weer niet overschatten. Als je kinderen de volledige vrijheid geeft in het creatief ontwerpen of in het onderzoek, dan werkt dat niet goed. Er moeten duidelijke kaders en richtlijnen zijn.'
[Braindrawing door kinderen
]Speeltuin
Van Doorn voerde onder meer 11 case-studies uit waarin kinderen gebruikersonderzoek uitvoerden met leeftijdsgenoten of mensen die dicht bij hen staan. Een voorbeeld was de Delftse speeltuin Bomenwijk, waar het nieuwe speeltoestel Memo werd gepresenteerd. De Memo bestaat uit zeven palen met aanraakgevoelige LED-schermen. Om te spelen moeten kinderen van pilaar naar pilaar rennen. Afhankelijk van het spel, sla je op de paal, ren je er rondjes omheen of maak je bijvoorbeeld een rekensom.
Fenne van Doorn was bij de ontwikkeling van de Memo betrokken. Kinderen verzamelden informatie en feedback over het toestel bij andere kinderen. Zo wordt een zeer eerlijk beeld verkregen van de behoeftes en van de eisen die kinderen stellen aan een speeltoestel en het spelen met ouderen. Andere case-studies werden onder meer gedaan in samenwerking met het Rijksmuseum en met Jantje Beton.
`Mijn onderzoek heeft een theoretisch model opgeleverd over het betrekken van kinderen in de rol van co-researcher. Daarnaast heeft het een aantal case-studies opgeleverd dat laat zien hoe je een co-research-project opzet en uitvoert. Maar we hebben ook geleerd dat ieder project weer anders is.'
[Speeltoestel Memo
]Kinderen leren veel
Het onderzoek van Van Doorn is ook vanuit een andere invalshoek interessant: het educatieve aspect. Kinderen blijken veel te leren van hun rol als onderzoeker. Door interviews uit te voeren, vergrootten de kinderen hun kennis over henzelf en over de mensen om hen heen. Naast het verzamelen van inzichten over hun participanten, deelden de co-researchers ook hun eigen ervaringen. De rol van onderzoeker en de status en verantwoordelijkheden die daarbij hoorden, bleken de kinderen te motiveren om mee te doen aan het onderzoek. Wanneer kinderen de rol van co-researcher adopteerden, bracht dat een gevoel van eigenaarschap met zich mee en ontwikkelden ze een betrokken en serieuze houding.
`Het is wel wenselijk om de kinderen voor te bereiden op hun rol als onderzoeker en het verzamelen van data, bijvoorbeeld door interviewtraining', zegt Van Doorn.
Symposium over creativiteit
Vanwege deze grote educatieve waarde van het onderzoek, is er op de dag van de promotie van Fenne van Doorn tevens een symposium over ontwerp- en onderzoeksvaardigheden binnen het onderwijs aan kinderen, verzorgd door het Wetenschapsknooppunt en de faculteit Industrieel Ontwerpen van de TU Delft. Het thema is de creativiteit van kinderen, hoe die beter begrepen kan worden, en vaker en beter aangesproken kan worden in het onderwijs.
Internationale gastsprekers zijn Paulo Blikstein uit Stanford (USA) en Ole Iversen uit Aarhus (Denemarken). Blikstein onderzoekt hoe nieuwe technologie als robotica en rapid prototyping ingezet kan worden om het onderwijs in de exacte vakken te vernieuwen. Iversen ontwikkelt methoden om jongeren te laten participeren in onderzoek. Allebei werken ze aan actieve leeractiviteiten waar kinderen technische vakken en vaardigheden leren door middel van ontwerpend handelen. Er wordt ook besproken wat er in Nederland gebeurt om de creatieve denkkracht van leerlingen meer te benutten.
Meer informatie over het symposium.
Meer informatie
Informatie over Fenne van Doorn.
Symposium over ontwerp- en onderzoeksvaardigheden binnen het onderwijs
Blog `van speeltuin naar beweegtuin, kinderen doen onderzoek naar gebruikers' NRO-NWO project `Co-design with kids' .