Minister Kamp staat in Tweede Kamer pal voor windafspraken met provincies
Minister Kamp staat in Tweede Kamer pal voor windafspraken met provincies
24 maart 2016
"We maken flinke voortgang met wind op land", aldus minister Kamp (EZ, VVD) in het energiedebat in de TWeede Kamer op 23 maart. Hij gaf aan dat er nog veel moet gebeuren, maar dat hij vol vertrouwen is over de uitwerking van de acties die hij heeft afgesproken met IPO, VNG en Unie van Waterschappen.
Tijdens het plenaire debat over energie op woensdag 23 kwam een breed scala aan onderwerpen voorbij: elektrische auto's, kolen- en kerncentrales (waaronder die in het Zeeuwse Borssele en de PALLAS-reactor in het Noord-Hollandse Petten), wind op zee en natuurlijk wind op land, mede naar aanleiding van de monitor Wind op Land die 18 maart werd gepubliceerd.
Uit de Monitor Wind op Land 2015 blijkt dat er vorig jaar veel nieuw windvermogen is bijgekomen: 425 MW. Daarnaast is het aantal projecten toegenomen waarvan verwacht wordt dat deze in 2020 vrijwel zeker gerealiseerd zijn, van in totaal 5.242 MW. Er zijn daarmee grote stappen gemaakt in het realiseren van de doelen. Maar er moet ook nog veel gebeuren, met name om de laatste 759 MW aan windmolens voor 2020 te hebben gebouwd. Zo worden veel windprojecten gehinderd, omdat onder andere omdat de molens op die locaties radarbeelden verstoren of in de buurt van dijken en luchthavens liggen.
Belemmeringen
Er kan veel winst geboekt worden door de aanpassing van de radarinfrastructuur om de radarverstoring door windturbines op te lossen en de regels rond het bouwen bij waterkeringen. Kamp: "Het beleid van Rijkswaterstaat was dat windmolens niet op waterkeringen mochten worden gebouwd. Ook dat houdt goede initiatieven tegen. Op beide punten zijn echter verbeteringen gerealiseerd. Kan een bepaalde radar niet goed functioneren als daar windmolens bij in de buurt komen, dan moet die radar worden aangepast of moet op een andere plek een ondersteunende radar worden neergezet. Daar werken we aan. Voor wat betreft de waterkeringen is het nee-beleid veranderd in een 'nee, tenzij'-beleid. Dat betekent dat, als het verantwoord is om op een waterkering windmolens neer te zetten, daaraan wordt meegewerkt. Op beide punten is dus een verbetering of vooruitgang gerealiseerd." De provincies hebben zich lange tijd hard gemaakt bij de minister voor het wegnemen van deze belemmeringen.
Diverse Kamerleden stelden een aantal kritische vragen over de manier waarop Kamp de energiedoelstellingen denkt te gaan halen, maar Kamp was zelf ook kritisch naar de Kamer: "De windmolenparken in Drenthe en Groningen zouden we niet moeten doen. We hebben vandaag gehoord dat we kerncentrales niet moeten doen; althans, een aantal partijen zegt dat. Bijna iedereen zegt: schaliegas moeten we niet doen. Men vindt dat kolencentrales gesloten moeten worden. Er zijn fracties die zeggen dat we helemaal moeten ophouden met de gaswinning in Groningen. En elke keer als gaswinning uit kleine velden aan de orde is, dan is men daar ook tegen. Als we die lijn vasthouden, dan heeft dat twee consequenties. In de eerste plaats realiseren we dan de doelstelling van 14% niet. In de tweede plaats wordt het dan zeer onzeker of we in de toekomst nog wel op een betaalbare manier in onze energiebehoefte kunnen voorzien."
Zie de website van de Tweede Kamer voor een volledig verslag van het debat.