Witte Donderdag


Witte Donderdag 24-3-2016


Laatste Avondmaal, Jacopo Bassano, 1542

De weg van de dienstbaarheid
"Wie is dan de koning ter ere?" Deze vraag uit psalm 24, gebeden in de processie van Palmzondag, klinkt aan het begin van de Goede Week. Op verschillende momenten in die week wordt het antwoord verduidelijkt.

Donderdag in de Goede Week is de eerste van drie heilige dagen (Sacrum Triduum). Op deze dag viert de Kerk dat, volgens het getuigenis van de Schrift (Mt. 26,17-75, Mc. 14,12-72, Lc. 22,7-65, Joh. 13,1-18,27 en 1Kor. 11,23-26) Jezus maal hield (Coena Domini) met zijn apostelen en hen de
opdracht gaf dit te blijven doen, tot gedachtenis aan Hem. Met Witte Donderdag viert de Kerk met de instelling van de H. Eucharistie daarom ook de instelling van het priesterschap. Brood en wijn van het maal zijn het Lichaam en Bloed van de Heer, gebroken en "voor velen vergoten tot vergeving
van zonden" (Mt. 26,28). Liefde en dienstbaarheid staan centraal, vergezeld van het gebod tot naastenliefde (Lc. 22,24-30). "Ik ben onder U als degene die dient" (Lc. 22,27), zegt Jezus; een inzet beeldend gemaakt in het gebaar van de voetwassing (Joh. 13,3-20).

Bij aanvang van de viering van Witte Donderdag is het tabernakel leeg; als ontvangt de Kerk de eucharistie voor het eerst. De liturgische kleur is wit, vandaar Witte Donderdag. De viering wordt afgesloten zonder wegzending en zegen. Het altaar blijft ontbloot achter. Vanaf nu zwijgen de
klokken tot de paaswake. Alles staat in het teken van wat komen gaat.

"'Mijn uur is nabij', zegt Jezus. 'Ik zeg U: een van U zal Mij overleveren.' Smartelijk getroffen begon de een na de ander Hem te vragen: 'Ik ben het toch niet, Heer?'"