Aftrek levensonderhoud was gemiddeld 900 euro
woensdag 23 maart 2016 5:30
Aftrek levensonderhoud was gemiddeld 900 euro
Door hervormingen van kindregelingen kunnen een kwart miljoen huishoudens geen beroep meer doen op de aftrek levensonderhoud kinderen. Dit treft onder meer alleenwonende mannen die kinderalimentatie betalen. De aftrek leverde in 2013 een belastingvoordeel op van gemiddeld 900 euro, dat nu
verdwijnt. Dat meldt CBS.
In 2013 hadden 244 duizend huishoudens voordeel van de fiscale aftrek van kosten voor het levensonderhoud van kinderen jonger dan 21 jaar. Dit belastingvoordeel bedroeg toen gemiddeld 900 euro per jaar per huishouden, oftewel 225 miljoen euro in totaal. Vooruitlopend op het afschaffen in 2015
is de aftrek al versoberd in 2014, toen de vaste bedragen van de aftrek met 30 procent werden verlaagd.
In 2012 was de leeftijdsgrens voor de kinderen al verlaagd van 30 naar 21 jaar. Hierdoor verloren toen 40 duizend huishoudens het voordeel uit deze aftrek.
Huishoudens met belastingvoordeel uit aftrek levensonderhoud kinderen
112 duizend huishoudens zonder inwonende kinderen
In 2013 hadden 112 duizend huishoudens zonder inwonende kinderen voordeel uit de aftrek. Een of meer leden van deze huishouden hebben kinderen in een ander huishouden. Omdat deze kinderen niet inwonen, kan het huishouden hiervoor geen beroep doen op andere kindregelingen. Het gaat onder meer
om 34 duizend paren en 4 duizend alleenwonende vrouwen.
De grootste groep (74 duizend) bestaat echter uit alleenwonende mannen, veelal gescheiden vaders, wier kinderen staan ingeschreven bij de ex-partner. Ze konden voorheen gebruikmaken van de aftrek, omdat ze delen in de uitgaven voor het levensonderhoud van de kinderen, meestal via de
kinderalimentatie. Voor een kwart van deze mannen bedroeg het belastingvoordeel 1 300 euro of meer.
Het verdwijnen van de aftrek levensonderhoud kinderen wordt niet gecompenseerd via een andere kindregeling. Of de hoogte van de kinderalimentatie door de afschaffing verandert, hangt samen met eventuele verandering van de draagkracht van de ouder. De bepaling van die draagkracht wordt onder
meer beinvloed door heffingskortingen en aftrekposten.
Door het verdwijnen van de aftrek stijgt het belastbaar inkomen van het huishouden. Een hoger belastbaar inkomen kan er tevens toe leiden dat de hoogte van eventuele inkomensafhankelijke toeslagen of uitkeringen daalt.
Huishoudens met belastingvoordeel uit aftrek levensonderhoud kinderen naar samenstelling huishouden, 2013
Voorbeeld
Henk (41) is gescheiden en woont alleen. Zijn kinderen van acht en zes wonen bij zijn ex-vrouw. In 2013 betaalde Henk ieder kwartaal en voor elk kind afzonderlijk minimaal 416 euro aan kinderalimentatie en andere kosten. Omdat hij geen kinderbijslag voor zijn kinderen ontving, mocht hij
vaste bedragen opvoeren als aftrek levensonderhoud voor kinderen bij zijn aangifte inkomstenbelasting. Henk had recht op een vaste aftrek van 355 euro per kind per kwartaal. De totale aftrek bedroeg daarmee 2 840 euro. Deze kon Henk in mindering brengen op zijn belastbaar inkomen. Uitgaande
van een belastingtarief van 42 procent, leverde dit voor Henk een belastingvoordeel op van 1 193 euro.
Henk's situatie veranderde niet in 2014, maar de vaste aftrek daalde wel naar 250 euro per kind per kwartaal. De totale aftrek daalde daarom tot 2 000 euro. Dit leverde Henk in 2014 een belastingvoordeel op van 840 euro.
In 2015 verviel de aftrek en had Henk er geen belastingvoordeel meer van.