Wat brengt dat nou, dat netneutraliteit?
Een debat over netneutraliteit is vrijwel altijd een vurig debat. Maar wat blijft er over van de zwartgallige scenario's van tegenstanders van netneutraliteit als die vrijheid eenmaal in de wet is vastgelegd? Helemaal niets, zegt de Amerikaanse toezichthouder FCC nu.
De Federal Communications Commission (FCC) lanceerde vorig jaar strenge regels die de vrijheid van de Amerikaanse internetgebruiker moeten garanderen. In Amerika mogen providers niet delen van het internet blokkeren of vertragen of gebruikers vragen om extra te betalen of juist korting te
geven voor het gebruik van bepaalde diensten. De baas van de toezichthouder, Tom Wheeler, sprak er gisteren over op een conferentie in zijn hometown Georgetown.
Van de zwartgallige scenario's van de tegenstanders van netneutraliteit is in ieder geval niets terecht gekomen, zegt de FCC nu. Die tegenstanders suggereerden vorig jaar nog dat de toen aangekondigde regels "een verwoestend effect zouden hebben op investeringen van providers in hun netwerk en
de uitrol van breedbandinternet knarsend tot stilstand zou komen." Daar is niets van gebleken, concludeert de toezichthouder nu.
In tegendeel zelfs. In de eerste plaats zijn de investeringen in startups sterk gegroeid. De FCC vindt dat een belangrijke graadmeter, want het impliceert dat investeerders er op vertrouwen dat de startups gemakkelijk hun nieuwe diensten bij internetgebruikers kunnen lanceren. Immers, als je
als gebruiker verleid zou worden om alleen de diensten van een grote bestaande aanbieder af te nemen (zoals Spotify), dan hebben nieuwe innovatie diensten geen eerlijke kans. Netneutraliteit geeft jou de keuze en daarmee startups een kans.
Bovendien constateert de FCC dat de grote providers, zoals Verizon, Comcast en AT&T nog altijd groots investeren in hun netwerk. Elk van hen heeft inmiddels al grote investeringen gedaan of heeft een behoorlijk deel van hun budget daarvoor opzij gezet. De logica is simpel, zegt Wheeler: "een
open internet stimuleert het gebruik van het netwerk en dat zorgt voor een grotere omzet per gebruiker." Anders gezegd: "meer vrijheid, betekent meer gebruik en betekent dus ook meer behoefte aan breedbandinternet."
De FCC is er zeker van: een open en vrij internet is goed voor de internetgebruiker. Het zorgt er voor dat jij zelf kan bepalen wat je op internet doet. Dat je niet extra moet betalen als je een Whatsappje wilt sturen. Of dat een nieuwe streamingdienst net zoveel kans heeft om jou te bereiken
als een bestaande. Dat is een internet dat je graag gebruikt. En dat stimuleert providers weer om daarin te investeren.