`t Geheim des kruises grijpt ons aan - Protestantse Kerk Nederland


22 maart 2016

Scriba Arjan Plaisier over de Stille Week: "Een haarscheurtje waar licht doorbreekt, voorbode van Pasen."

Pagina-inhoud

Het kerkelijke jaar kleurt veertig dagen lang paars. De laatste week van de Veertigdagentijd intensiveert dat tot diep paars. We zijn in de Stille Week. Het is de week die in het bijzonder in het licht komt te staan van het Kruis.

De titel boven deze column komt uit een oudchristelijk lied. Het is het lied van Venantius Fortunatus (535-609). Het is een meditatie over het kruis die na vele eeuwen niets van haar zeggingskracht heeft verloren. Het lied verwondert zich erover dat de kruisbalk de levensboom is geworden. Het
spreekt over takken breed, over de zoete stroom van de schors, over de rijpe vrucht die de Heer zelf is. Op de plaats waar dood en hel hun laatste troef uitspelen, vindt de mensheid het verloren paradijs en de boom van het leven.

Zelfinkeer

In deze week komt aan het licht wat zo vaak verborgen blijft. Dat is de macht van dood en hel en het aangrijpende lot van de rechtvaardigen in onze wereld. Het is de ondergang van het recht, het falen van de godsdienst, de corruptie van de politiek, en daarbinnen het brandend besef: `O God, ik
ga verloren, om wat ik heb gedaan, als Gij mij niet wilt horen. Zie mij in liefde aan' (Paul Gerhard). Vooral dat laatste speelt in deze week: de zelfinkeer. Het is de week van boete en berouw. In de Stille Week is er bij alle bekommernis om de wereld ook een bekommernis om mijzelf. Je kunt,
zelfs in de Veertigdagentijd, met alles en iedereen bezig zijn, met armen, slachtoffers en gemarginaliseerden. Daarbij zou je jezelf over het hoofd kunnen zien. Ik ben zelf die arme mens, die leeg is en nu helemaal aangewezen is op de liefde van God. Ik ben zelf die duistere mens die het
helemaal moet hebben van het licht van God dat in deze wereld valt.

Licht

De Goede Week is de week waarin we niet weg willen kijken van het duister. Maar het is ook de week waarin een licht doorbreekt. Jezus is niet als een willoos slachtoffer afgemaakt. Hij heeft het kruis op zich genomen. Waar Hij omgeven werd door een hel aan spot, bracht Hij het offer van de
liefde en bad voor zijn vijanden. En daarom opende zich voor een moordenaar zonder hoop en zonder toekomst de deur van het paradijs. Het was een haarscheurtje in het gesloten bastion van deze wereld. Een haarscheurtje, voorbode van Pasen.

`t Geheim des kruises grijpt ons aan en maakt ons stil. `Dat op het schandhout uitgespreid, de Schepper als een schepsel lijdt'. En toch is dit schandhout de levensboom. Daarom loopt het lied van Venantius uit op een lofprijzing:

O kruis, u groet ik, want gij zijt
mijn hoop in deze lijdenstijd.
Geef vrolijkheid wie u vertrouwt,
genade wie zijn kwaad berouwt.

>Dr. Arjan Plaisier, scriba van de generale synode