RapportDierenbescherming: 'uitgelegde kip waardeloos behandeld'
maandag 21 maart 2016 09:00 Binnenland
Dit is een origineel bericht van Dierenbescherming
Kippen die niet meer bruikbaar zijn voor de eierproductie worden vaak als oud vuil behandeld. Hoewel ze steeds diervriendelijker worden gehouden, komen de dieren dikwijls op een ellendige manier aan hun einde. Een groot deel van de miljoenen uitgelegde hennen wordt goedkoop in Polen geslacht. De overheid tolereert hierbij ondanks Europese regels dat dieren met botbreuken worden vervoerd of dood aankomen. Dat staat in een rapport dat de Dierenbescherming vandaag presenteert.
Volgens de Dierenbescherming moeten de pluimveesector, hun afnemers en de overheid hun verantwoordelijkheid nemen. "Een paar cent per kilo meer voor de soepkip of de snelle kipsnacks waarin het vlees van uitgelegde hennen eindigt en deze kippen kan een helletocht over lange afstanden bespaard worden", stelt directeur Frank Dales van de Dierenbescherming in het stuk van zijn organisatie. Los van het feit dat transporten van pluimvee niet langer dan vier uur zouden moeten duren, vindt de Dierenbescherming dat de mensen die de kippen vangen en in kratten proppen eerst een dierenwelzijnscursus moeten volgen en onder toezicht moeten komen van een dierenwelzijnsopzichter.
Soepkip
In Nederland houden 1.170 bedrijven ongeveer 46,5 miljoen leghennen. Van nature kan een kip zo'n zeven tot negen jaar oud worden. Als legkip halen ze de twee jaar niet eens want na anderhalf jaar en ongeveer driehonderd eitjes wacht meestal het slachthuis. Ongeveer zes miljoen dieren per jaar wordt een lange reis bespaard. Zij eindigen als soepkip of grondstof voor kipsnacks bij een slachterij in Friesland, de rest gaat naar het buitenland, vooral naar Polen. We hebben het dan over de export van ruim twintig miljoen levende dieren. De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit vindt het acceptabel dat daarbij 130.000 kippen dood aankomen en 520.000 kippen gewond arriveren. De Dierenbescherming denkt dat de echte aantallen nog hoger liggen en noemt dit ronduit onacceptabel.
Bij het vangen van de uitgelegde hennen gaat veel fout, zo constateert de Dierenbescherming. In het rapport wordt een vangactie beschreven die is gefilmd door Eyes on Animals in opdracht van de Dierenbescherming, waarbij het er zeer ruw aan toegaat. De dieren worden bij de poten gepakt en met meerdere tegelijk in een krat gepropt. Hierbij en bij het sluiten van de kratten lopen dieren regelmatig breuken en verwondingen op, of komen klem te zitten.
Opeen gepropt
In de plastic kratten worden tien tot vijftien kippen gepropt. Eyes on Animals legde vast dat de plastic kratten na verloop van tijd kapot gaan; spijlen breken waardoor scherpe randen ontstaan. Ook buigen ze door waardoor de stahoogte afneemt. Tijdens lange ritten zijn de vogels in de kratten blootgesteld aan allerlei weersomstandigheden. Zowel oververhitting als onderkoeling komen structureel voor. Bekend is verder dat de kippen onderweg in de overvolle kratten niet kunnen drinken, ondanks de wettelijke verplichting hiertoe. In haar pleidooi om transporten van uitgelegde hennen niet langer te laten duren dan vier uur volgt de Dierenbescherming de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA). De miljoenen kippen die op transport naar Poolse slachthuizen gaan, zijn minimaal 16 uur onderweg.
*
*
*
*