13 maart 2016 (...) In al het mediageweld rond omvallende ketens komt te weinig aan bod dat de voortgaande overbewinkeling, naast niet goed anticiperen op de veranderingen in koopgedrag en warenhuizen die ‘over datum zijn’, een voorname reden is waardoor ketens in de problemen zijn gekomen. De retailmarkt wordt momenteel gekenmerkt door het mechanisme: komt er iets bij, dan zal er elders iets verdwijnen. Er zijn provincies die al heel actief de problemen aanpakken, maar ook provincies die enigszins vanaf de zijlijn kijken naar het voortgaande onheil. Opvallend is dat met name de provincies waar het economisch gezien redelijk tot goed gaat, actief zijn en de urgentie zien. De activistische aanpak van Utrecht met betrekking tot de kantorenmarkt geldt voor Gelderland wat betreft ingrijpen op de retailmarkt. Duidelijk is ook dat provincies nog zoekende zijn de stevige rol naast de formele aanwijzingsbevoegdheid verder uit te werken. Hoe zorg je ervoor dat regionale samenwerking ook leidt tot regionaal schrappen en echt pijn verdelen? Vanuit financieel toezicht moet op basis van rammelende nieuwe retailplannen en fictieve opbrengsten toch meer mogelijk zijn? Hetzelfde geldt voor het uitsluiten van gemeenten die ‘slecht’ retailgedrag laten zien, van provinciale regelingen. Of kan de provincie ook marktpartijen die lokaal bouwen voor leegstand uitsluiten van bepaalde provinciale projecten? (...)

Zie het origineel.