Meeste geflitste buitenlandse verkeersovertreders krijgen boete
Nieuwsbericht | 09-03-2016 | 18:00
Ongeveer 75% van de geflitste buitenlandse kentekenhouders heeft in 2015 een boete ontvangen. Dat blijkt uit voorlopige cijfers van 2015 over geconstateerde verkeersovertredingen op buitenlandse kentekens door vooral digitale handhavingsmiddelen, zoals flitspalen en trajectcontroles, wegens te hard rijden en door rood licht rijden.
Minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie schrijft vandaag in een brief aan de Tweede Kamer dat hij er naar streeft zo snel mogelijk alle overtredingen op EU-kentekens geautomatiseerd te kunnen verwerken. Ruim twee jaar geleden werd het mogelijk de verkeershandhaving beter te organiseren binnen Europa door de inwerkingtreding van de zogeheten Cross Border Enforcement (CBE) EU-richtlijn. Deze richtlijn regelt de uitwisseling van kentekengegevens tussen Europese landen.
Nederland wisselt bilateraal al langer kentekengegevens uit met Belgie, Duitsland en Zwitserland. Hierdoor kunnen boetes worden verstuurd voor verkeersovertredingen die worden geconstateerd op kenteken voor onder meer te hard rijden en door rood licht rijden door flitspalen en trajectcontroles. Dankzij de CBE-richtlijn kan dat structureler en heeft Nederland nu ook Frankrijk (per 17 december 2014) en Polen (per 12 december 2015) kunnen aansluiten. De belangrijkste landen, met de hoogste aantallen overtredingen op kenteken, zijn nu aangesloten. In 2015 zijn in totaal ongeveer 750.000 boetes verstuurd voor verkeersovertredingen naar het buitenland. Ongeveer 200.000 geconstateerde `flits-overtredingen' op buitenlandse kenteken konden niet worden verwerkt, omdat systemen nog niet op elkaar zijn aangesloten.
Om zo snel mogelijk ook andere CBE-landen binnen de Europese Unie aan te haken, zijn bij ieder land opnieuw maatregelen nodig om systemen op elkaar aan te sluiten en kentekenhouders op de juiste manier - in de eigen taal - aan te schrijven bij een boete. Op dit moment wordt in beeld gebracht welke landen als eerst volgende aangesloten moeten worden. Dit wordt onder meer beoordeeld op grond van het aantal overtredingen in Nederland en de technische (on)mogelijkheden om op korte termijn aan te sluiten.
Minister Van der Steur wil daarnaast gegevens van geconstateerde overtredingen op buitenlands kentekens die nog niet geautomatiseerd verwerkt kunnen worden, tenminste 4 maanden bewaren. Dit is volgens de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeer (ook wel Wet Mulder genoemd) de wettelijke termijn om tot boeteoplegging te komen. De minister zal met het Openbaar Ministerie overleggen of binnen deze termijn alsnog boetes verstuurd kunnen worden zodra nieuwe technische ontwikkelingen in de aansluiting van CBE-landen dat mogelijk maken. Op die manier wordt de bewaartermijn maximaal benut.
Uitgangspunt is volgens minister Van der Steur dat alle automobilisten zich aan de verkeersregels houden. De verkeersregels zijn er niet voor niets. De verkeersregels worden gehandhaafd met staande houdingen door de politie en met digitale handhavingsmiddelen, zoals flitspalen en trajectcontroles, waarbij geregistreerd wordt op kenteken. In januari 2016 is een boete verstuurd naar 96,5% van alle kentekenhouders (incl. de NL kentekens) na constatering van een overtreding door flitspalen en trajectcontroles. Dat betekent dat er een uitvalpercentage resteert van 3,5%. Dit komt neer op circa 15.000 overtredingen op buitenlandse kentekens die in januari 2016 niet verwerkt konden worden.