Nieuwsbericht | 09-03-2016 | 07:30

Minister Jet Bussemaker (cultuur) stimuleert poptalenten om over de landsgrenzen heen te kijken. Door talenten de mogelijkheid te geven op podia in Nederland te spelen en de Nederlandse popmuziek in het buitenland op de kaart te zetten, hoopt Bussemaker dat meer muzikanten de wereldwijde top bereiken.

Pop, dance en urban zijn een belangrijke industrie geworden met bands, acts en deejays die de wereld over vliegen. Ook Nederlands poptalent weet een enorm publiek aan te spreken met zijn muziek. Een internationale carriere is echter niet voor iedereen weggelegd. De Nederlandse popmuzieksector, verenigd in de Popcoalitie, heeft een plan voor publiek-private samenwerking opgesteld om in de toekomst meer Nederlandse talenten in de top van de wereldwijde popmuziek te krijgen. Voor de periode 2017-2020 maken Buma Cultuur en het Fonds Podiumkunsten binnen de bestaande middelen jaarlijks beide EUR 500.000 vrij voor de ondersteuning ervan. Minister Bussemaker juicht het plan van de Popcoalitie toe en draagt aan de snelle start van het plan in 2016 EUR 190.000 bij.

Voor aanstormend talent is het belangrijk om podiumervaring op te doen. Poppodia in steden hebben een belangrijke rol bij talentontwikkeling. Nieuwe, beginnende acts en bands kunnen er vlieguren maken en publiek kan er nieuwe artiesten ontdekken, maar poppodia staan onder druk. Van podia wordt verwacht dat ze een vernieuwend aanbod presenteren, terwijl ze tegelijkertijd geconfronteerd worden met minder subsidie en hogere kosten. Bussemaker laat de Popcoalitie in samenwerking met het Fonds Podiumkunsten onderzoek doen naar de precieze oorzaak van dit probleem.

Educatie en talentonwikkeling zijn prioriteiten voor het cultuurbeleid van minister Bussemaker. Zeker als het om popmuziek gaat, reikt Nederlands succes tot over de grenzen. Met deze inzet geven de overheid en de popsector dit succes samen een steun in de rug.