Vondst eerste kievitsei is start weidevogelseizoen 2016
De vondst van het eerste kievitsei is de start van het weidevogelseizoen 2016
Sint Oedenrode, 20160309 -- Op 9 maart is het eerste kievitsei van 2016 gevonden. Deze vondst is om 16.00 uur gemeld bij LandschappenNL. Het ei is gecontroleerd en er is vastgesteld dat het een vers ei is. In 2016 is er extra aandacht voor de Kievit. LandschappenNL werkt samen met Vogelbescherming Nederland en Sovon en Vogeltrekstation aan onderzoek en het in kaart brengen van het effect van maatregelen inzake de bedreigde situatie van de kievit. De vinders zijn Wil Foolen en Piet Delisse van werkgroep Weidevogelbescherming Rooi. Het ei is gevonden op een maisperceel naast de Dommel in de gemeente Sint Oedenrode.
Fotobijschrift: Vinders Wil Foolen en Piet Delisse met het eerste kievitsei van 2016
Aftrap van het Weidevogelseizoen
Met het vinden van dit kievitsei is het weidevogelseizoen 2016 begonnen. Vrijwilligers van de provinciale Landschapsbeheerstichtingen, de Bond van Friese Vogelwachten en de sectie Weidevogels Vanellus vanellus van stichting Beheer Natuur en Landelijk Gebied (SBNL), trekken vanaf nu tot half juni het land in om waar nodig samen met boeren nesten te zoeken en te beschermen tegen verlies door landbouwwerkzaamheden.
Kievit onder druk in Nederland – 2016 Jaar van de kievit
Elk jaar broeden circa 200.000 broedparen kievit in Nederland. Dat is 25% procent van de Europese populatie en daarmee is Nederland zeer belangrijk voor de kievit. Veldonderzoek wijst uit dat het aantal broedparen afneemt met 5% per jaar door de intensivering van de landbouw. Op grasland loopt 20% tot 50% van de nesten risico als gevolg van landbouwkundige activiteiten zoals bemesten of maaien. Op akkerland zijn bijna alle nesten in gevaar door werkzaamheden als ploegen, eggen, inzaaien of mechanische onkruidbestrijding. Bescherming van nesten is daarom nodig. Ook is het van belang om grasland te creëren waar de kuikens van weidevogels veilig naar voedsel kunnen zoeken, zodat ze de kans krijgen te groeien en volwassen te worden. Dat kan kruidenrijk grasland zijn en ook bouwland met braakstroken.
Het onderzoek dat in het kader van het Jaar van de Kievit wordt verricht, is gericht op in kaart brengen wat de overlevingskansen zijn van jonge kieviten. De jonge vogels worden geringd en gevolgd. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen kieviten op grasland en akkerland. Ook kijken de onderzoekers naar de effectiviteit van beschermingsmaatregelen en hoeveel eieren per nest uitkomen. Dit onderzoek wordt verricht met hulp van vele vrijwilligers.
5.000 vrijwillige weidevogelbeschermers
LandschappenNL ondersteunt circa 4.500 vrijwilligers die actief zijn met het beschermen van weidevogels, SBNL doet dat voor circa 200 vrijwilligers. Voor deze vrijwilligers organiseren de provinciale organisaties Landschapsbeheer cursussen over bescherming en monitoring. Ook worden er materialen aangeschaft en krijgen de vrijwilligers indien nodig begeleiding. Deze weidevogelbeschermers trekken vanaf nu tot half juni het land in om samen met agrariërs waar nodig naar nesten van de kievit, grutto, tureluur en andere weidevogels te zoeken en te markeren. De markeringen maken het de boer mogelijk rekening met de nesten te houden. Door om een nest heen te maaien, of een nest te verplaatsen, krijgen weidevogels een kans om rustig te broeden. Op de vernieuwde website boerenlandvogelsnederland.nl staan de resultaten van de afgelopen 5 jaar van het Nederlandse weidevogelbeheer. Ook hier is te zien dat er sprake is van een behoorlijke terugval bij de Nederlandse boerenlandvogels. Alle bevindingen uit 2016 krijgen een plek op de website.
Vrijwilligers belangrijk voor effectief weidevogelbeheer
Vrijwilligers helpen boeren niet alleen bij het zoeken en beschermen van nesten, maar ze zijn voor de boer ook de ogen in het veld. Zij weten waar het beheer dat jaar moet worden aangepast om weidevogels aan een goed broedsucces te helpen. De vrijwilligers voeren hun waarnemingen in op Boerenlandvogelsnederland.nl LandschappenNL en de aangesloten provinciale organisaties Landschapsbeheer werken nauw samen met agrarische natuurverenigingen en hun koepels. Samenwerking van alle betrokkenen is dan ook een van de voorwaarden voor effectief weidevogelbeheer.