In hoger beroep 4 jaar cel geeist voor beramen gewapende overvallen ..
8 maart 2016 - Ressortsparket
"Verdachte heeft door zijn handelen in algemene zin en los van de juridische kwalificaties terroristische misdrijven willen bevorderen door er geld voor te willen genereren". Dat betoogde de advocaat-generaal (OM) in Den Haag die in hoger beroep vier jaar cel waarvan een jaar voorwaardelijk
met een proeftijd van vier jaar eiste tegen de inmiddels 23-jarige verdachte Mohammed A. uit Delft.
In de visie van het OM is hij naar Syrie afgereisd, waar hij in de periode van februari 2013 tot en met augustus 2013 is geweest en heeft deelgenomen aan de gewapende strijd. Na terugkeer in Nederland zou hij tussen oktober 2013 en mei 2014 gezocht hebben naar criminele wegen om gelden te
genereren voor de terroristische strijd in Syrie. In die periode is hij bezig geweest met het plannen van een of meer gewapende overvallen. De buit daarvan was bestemd voor de broeders in Syrie. Dat blijkt onder meer uit in de auto afgeluisterde gesprekken tussen de verdachte en anderen.
Onderweg naar een gewapende overval samen met twee undercoveragenten met wie hij dacht de overval te gaan plegen medio mei 2014 in de haven van Scheveningen, werd A. aangehouden. In de auto werden drie vuurwapens met munitie aangetroffen, die A. had geregeld: een riotgun met een doos patronen,
een zogenoemde ladykiller met munitie en een revolver inclusief munitie.
Verdachte stelt dat hij door deze undercoveractie is uitgelokt. Hiervan is geenszins sprake, zo betoogde de advocaat-generaal. "Dat in het onderzoek gebruik is gemaakt van valse identiteiten en er een verhaal is opgehangen om verdachte te misleiden over de ware aard en bedoelingen van de
infiltranten en informanten, is nu eenmaal de aard van de werkwijze. Deze werkwijze en de kaders zijn bij wet en jurisprudentie vastgelegd."
De rechtbank veroordeelde de verdachte tot vier jaar onvoorwaardelijke celstraf, na een eis van de officier van justitie van eveneens vier jaar cel maar met een jaar voorwaardelijk en een proeftijd van twee jaar. De verdachte stelde hoger beroep in.
De ernst van de feiten brengt met zich dat een deels onvoorwaardelijke celstraf passend en geboden is. "Verdachte, zelf in Syrie geweest voor de gewapende strijd, wilde in Nederland overvallen plegen om geld te genereren voor de broeders `daar'. Verdachte blijkt over uitstekende contacten in
het criminele milieu te beschikken. Hij was in staat om in no time enkele wapens en een bijbehorende hoeveelheid munitie te leveren aan de politiefunctionarissen die onder dekmantel werkten. Verdachte heeft verklaard dat het gemakkelijk is in de buurt en de omgeving waarin hij verkeert en wil
daarmee eigenlijk aangeven dat het niet zo bijzonder is. Met deze redenering wil het OM onder geen enkele voorwaarde meegaan. Het is en blijft abnormaal dat iemand zodanige contacten heeft dat hij zo snel in staat is om diverse vuurwapens te regelen met bijbehorende munitie."
Daarnaast vindt de advocaat-generaal dat een deel van de celstraf voorwaardelijk zou moeten worden opgelegd met een langere proeftijd `als stok achter de deur'. Aan dit voorwaardelijk deel dienen, als het aan het OM ligt, voorwaarden als meldplicht, locatiege- en verboden en contactverboden
gekoppeld te worden. "Het blijft onduidelijk in hoeverre verdachte afstand heeft genomen van de sympathieen voor zijn broeders die nog steeds deelnemen aan de gewapende strijd. Ook is onduidelijk hoe zijn verdere leven er na detentie uit zal zien. Het OM vindt dat de dreiging van een celstraf
van nog een jaar hem een tijdje boven het hoofd zou moeten blijven hangen. Een proeftijd van twee jaar acht het OM te kort om een fundamentele verandering in denkbeelden, gedrag en perspectieven op gang te brengen. De stok achter de deur moet daarom iets voorstellen."
Uitspraak op 30 maart.
Deel dit op
*