Verliezen om te winnen - Protestantse Kerk Nederland
07 maart 2016
**Een nieuwe pioniersplek in de buurt is mooi, maar overleeft de bestaande gemeente dat wel?
Pagina-inhoud
Bijna elke week krijgt een kerkenraad ergens in Nederland de vraag of er een pioniersplek van start mag gaan. Dat is een spannende vraag. De reacties zijn verschillend: soms is een kerkenraad direct enthousiast, bij andere kerkenraden hebben zorgen de overhand.
Een veel gehoorde zorg bij de start van een pioniersplek gaat niet over het pionieren zelf maar over de bestaande gemeente. Als de vraag komt of er een pioniersplek van start mag gaan, komt vaak ook de vraag wat dan de toekomst van de bestaande gemeente is, zeker als een pioniersplek zich op
jongere generaties richt. "Als die pioniersplek van start gaat, blijven wij dan met de ouderen over? Komen wij in een sterfhuisconstructie?"
Geen vervangin*g
Als zulke zorgen leven, is het goed om te noemen dat pioniersplekken niet bedoeld zijn om de bestaande gemeente te vervangen. Pionieren doen we als aanvulling op bestaande vormen van kerkzijn, niet als vervanging. Waarom dan toch een pioniersplek? Omdat we moeten constateren dat - hoe goed
kerkdiensten ook zijn - veel Nederlanders zich er niet thuis voelen, vanwege allerlei redenen. Daarom zoeken we als kerk ook andere, creatieve manieren om mensen te laten kennismaken met het evangelie.
Pionieren doen we voor mensen die weinig met kerk of geloof hebben. Pionieren is dus niet geslaagd als een pioniersplek vooral mensen uit bestaande kerken trekt! Als dat toch gebeurt, dan schiet het pionieren zijn doel voorbij en wordt het bovendien lastiger om buitenkerkelijke mensen te
bereiken. Er zijn mogelijkheden om dit te voorkomen. Zo kun je bijvoorbeeld aan kerkleden vertellen dat ze alleen welkom zijn als ze samen komen met iemand die nog niet naar een kerk gaat. Als er toch vooral kerkelijke mensen komen, dan leert de ervaring dat het lastiger is om
buitenkerkelijken te bereiken. Want kerkelijke mensen hebben vaak kerkelijke verwachtingspatronen. Voor je het weet organiseert een pioniersplek dan ook een eredienst langs bekende patronen. Daar is op zich niets mis mee, maar met een pioniersplek kiezen we bewust voor andere vormen, met het
oog op mensen die niet zoveel met de al bestaande kerkdiensten hebben.
De praktijk
Hoe gaat het in de praktijk? Nederlandse onderzoeksresultaten op dit punt zijn er nog niet. Wel zijn in Engeland de afgelopen 15 jaar duizenden pioniersinitiatieven ontstaan. Daar is ook onderzoek naar gedaan. Dat liet zien dat een gemiddelde pioniersplek voor 75% bestaat uit mensen die niets
met de kerk hadden of al jaren niet meer bij een kerk kwamen. Als zij vervolgens betrokken raken bij het christelijk geloof, dan is dat super!! In Engeland lukt het om geloofsgemeenschapjes te laten groeien met mensen die eerder weinig met de kerk hadden.
Verliezen om te winnen*
Bij de start van een pioniersplek zijn het vaak enkele enthousiastelingen uit een bestaande kerk die het voortouw nemen. Dat kan pijn doen bij een gemeente, want de inzet van deze enthousiaste mensen is ook gewenst in deze gemeente. Dat roept een gewetensvraag op: mag het de gemeente iets
kosten om anderen iets van het christelijk geloof te laten ontdekken? Is het winst als een gemeente zelf vier enthousiaste mensen `verliest' om vervolgens tien `buitenstaanders' het christelijk geloof te laten ontdekken? Ik vind van wel! Want als in de tijd van het Handelingen besloten was dat
Paulus maar beter in Jeruzalem konden blijven - volgens Handelingen 6 was daar werk genoeg - dan hadden wijzelf ook de rijke boodschap van het evangelie totaal gemist...
Martijn Vellekoop
Cooerdinator pioniersplekken
De column `Voor de verandering' gaat over de uitdagingen, kansen, hobbels en dilemma's van missionair gemeente-zijn. De tweewekelijkse bijdragen worden afwisselend geschreven door ds. Hans van Ark, ds. Nynke Dijkstra en Martijn Vellekoop van de afdeling Missionair Werk en Kerkgroei van de
Protestantse Kerk. www.protestantsekerk.nl/missionair****