De Week


Groot applaus, achterdeurtjes en het verschil tussen geheimen en privacy hebben. De interwebs zijn groot. Niet elke tweet wordt gezien, niet elke blog wordt gelezen. Daarom een stukje service van ons naar jou toe: mooie, ontroerende, zorgwekkende en/of hilarische linkjes over internetvrijheid
die we deze week ontdekten en graag met je delen.

De if-I-were-you-I-would-reads

* Bij ons op kantoor klinkt een aanmoedigende 'ka-ching' elke keer als zich een nieuwe vaste donateur (tip!) meldt. Maar we zien ook legio mogelijkheden voor deze applausmachine. Want, zoals maakster Simone Giertz aangeeft, ouderwets klappen kan levensgevaarlijk zijn.
* De filosoof Matthew Noah Smith maakt op Slate duidelijk dat je onze smart phones letterlijk kunt zien als een extensie (en daarmee als een onderdeel) van ons brein. Als de FBI dus toegang wil tot onze telefoons, dan is het alsof ze onze gedachten willen lezen. Hij vraagt zich dan ook
meteen af of het verstandig is om ons brein uit te besteden aan een handvol Amerikaanse informatiegiganten.
* Een tijdje terug was Paul Frissen op bezoek bij `Brands met boeken' om daar te vertellen over zijn boek `Het geheim van de laatste staat'. Onder andere over de drang naar en de grenzen van transparantie, en het verschil tussen geheimen hebben en privacy hebben.
* In een internationaal onderzoek is mobiele consumenten gevraagd naar het delen van persoonlijke gegevens. En het kwam tot een aantal opvallende conclusies, bijvoorbeeld: slechts 14% van de ondervraagden is bereid gegevens te delen omwille van personalisatie van diensten, en ruim 70%
vertrouwt marketingmerken en telecombedrijven niet dat deze bedrijven veilig met hun data omgaan.
* Andrus Ansip, de Vice-President van de Europese Commissie en verantwoordelijk voor de Digitale Markt, zei naar aanleiding van de discussie rondom `FBI vs Apple' dat hij sterk tegen achterdeurtjes is. Als oud-premier van Estland weet hij dat er teveel kritische toepassingen zijn die echt
niet kunnen zonder het vertrouwen van de gebruiker.