Bescherming kust domineert opnieuw debat Omgevingswet

04 maart 2016

De bescherming van de kust domineerde het AO Omgevingswet van 21 januari. Ondanks dat minister Schultz- van Haegen (IenM, VVD) haar plan om provincies en gemeenten (iets) meer afwegingsruimte te bieden bij besluitvorming over bebouwing in de buurt van de kust introk, stond het wederom prominent op de agenda van het VAO over de Omgevingswet van afgelopen donderdag.

Bescherming van de kust en duinen

De PvdA wil in het kustpact (tussen overheden en maatschappelijke organisaties) harde garanties ter bescherming van de gehele Nederlandse kust. En wil dat de Kamer geinformeerd wordt over de voortgang en uitkomsten van dit kustpact. Liesbeth Van Tongeren van GroenLinks wil dat in de uitvoeringsregelingen van de Omgevingswet wordt voorzien dat landschappelijke waarden bescherming genieten. Volgens haar is een gebied aanwijzen tot Natura 2000-gebied niet voldoende. Hiermee worden wel planten en dieren beschermd, maar het landschap zelf niet.

Het CDA spreekt niet van een kust- maar van een duinpact. Kamerlid Ronnes erkent dat provincies en gemeenten de eerstverantwoordelijke overheden zijn bij beleids- en besluitvorming ten aanzien van de bouw van permanente verblijfsrecreatie op het strand en in de duinen, maar vindt dat de nationale waterveiligheid en nationale belangen van natuur in aanmerkelijke mate in het geding zijn. Hij wil daarom dat in het duinpact wordt afgesproken dat bebouwing van permanente verblijfsrecreatie op het strand geheel verboden wordt.

Omgevingswet

De SP, bij monde van Eric Smaling, maakt zich zorgen over de samenhang tussen de ontwikkeling van de Omgevingswet en de wet vergunningen, toezicht en handhaving (wet VTH). Smaling wil dat onduidelijkheden over rollen, taken en bevoegdheden bij decentrale overheden en omgevingsdiensten worden voorkomen en vraagt het kabinet de twee wetten zo te stroomlijnen dat genoemde problemen tijdig ondervangen worden.

Van Tongeren (GL) verwacht grote problemen bij gemeenten bij de implementatie van de Omgevingswet en vreest dat het aan voldoende handvatten ontbreekt om gezondheid, integrale benadering en duurzaamheid te waarborgen. Zij vraagt Schultz via een motie om met de VNG in gesprek te gaan om maatregelen te treffen die gemeenten in staat stellen om deze belangen te waarborgen en de Kamer hierover te informeren. Waarop de minister antwoordde dat met gemeenten (en met provincies) gewerkt wordt met een gezamenlijk implementatieprogramma en dat gemeenten daarmee voldoende ondersteund worden.

Op dinsdag 8 maart wordt over de moties die naar aanleiding van bovenstaande zorgen en vragen zijn ingediend, gestemd.