`Geestelijke gezondheidszorg voor zwakbegaafden kan een stuk beter'

`Geestelijke gezondheidszorg voor zwakbegaafden kan een stuk beter'

1 maart 2016 | NIEUWSBERICHT

De geestelijke gezondheidszorg voor de grote groep zwakbegaafden in Nederland kan een stuk beter. Dat is de boodschap van Jannelien Wieland (40), die op 1 maart promoveerde aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).

Wieland werkt als psychiater bij Kristal Centrum Psychiatrie en Verstandelijke Beperking van GGZ Rivierduinen in Leiden, waar ze haar onderzoek naar zwakbegaafdheid in de geestelijke gezondheidszorg deed. ,,Ik was nooit van plan om aan een promotieonderzoek te beginnen'', zegt Wieland. Totdat ze er tijdens haar werk achter kwam dat er te weinig aandacht is voor zwakbegaafden in de geestelijke gezondheidzorg.

Lastig te herkennen

Het grote probleem: de groep is lastig te herkennen. Het gaat om mensen met een IQ van tussen de 70 en 85, bij wie vaak niet meteen is te zien dat ze zwakbegaafd zijn. ,,Bij een IQ van onder de 70 is iemand verstandelijk beperkt, bij een IQ van boven de 85 gaat het om een normaal begaafd persoon'', legt Wieland uit. In Nederland wordt weinig onderzoek gedaan naar deze groep zwakbegaafden, aldus Wieland. ,,Opmerkelijk, want volgens het Sociaal Cultureel Plan Bureau zijn ongeveer 2,2 miljoen Nederlanders zwakbegaafd.''

Combinatie van stoornissen

Voor haar onderzoek vergeleek Wieland zwakbegaafden met patienten met zowel een hoger als een lager IQ. Wat bleek? Sommige psychiatrische stoornissen kwamen vaker of juist minder vaak voor bij zwakbegaafde patienten. Ook hebben ze vaak te maken met een combinatie van verschillende stoornissen, naast de problemen die voortvloeien uit hun zwakbegaafdheid. ,,Het gaat om een aparte groep met een aparte zorgbehoefte. Deze mensen krijgen nu vaak niet de juiste behandeling. Mijn boodschap is om bijzondere aandacht te hebben voor dit soort patienten.''

Effectieve behandelingen

Hoe dan? ,,De GGZ gaat uit van mondige patienten, die goed weten welke behandelingen mogelijk zijn en zelf de regie voeren. Dat kunnen deze mensen minder goed. Vaak gaat een behandeling te snel, is de uitleg te moeilijk. Deze groep patienten heeft meer aandacht nodig.'' Het lastige is dat niet zomaar aan een patient is te zien of hij of zij zwakbegaafd is. Ook daar heeft Wieland een oplossing voor: train psychiaters in het beter herkennen van zwakbegaafde patienten. ,,Het gaat mij om bewustwording.'' Als zwakbegaafden eerder passende zorg krijgen, profiteren niet alleen deze patienten daarvan. Zo zullen ook de zorgkosten dalen, verwacht Wieland. Of dat inderdaad het geval is, moet blijken uit een vervolgonderzoek.