Collectie Felder ingewerkt

Megaklus geklaard: collectie Felder ingewerkt

Een door vraat aangetaste lade met Oleanderpijlstaarten uit de collectie Felder.Medio 2012 deed zich voor het Natuurmuseum Nijmegen de mogelijkheid voor om de omvangrijke vlindercollectie van Frans en Annie Felder uit Lemiers over te nemen. Bij onze toenmalige conservator van de insectencollectie, Sjef van der Molen, was bekend dat het een omvangrijke collectie dag- en nachtvlinders van West- en Zuid-Europa betrof, die zowel uitstekend geprepareerd als gedetermineerd was. Voor de zekerheid werd in oktober 2012 de collectie in Lemiers bekeken, waarbij bleek dat er haast geboden was omdat in een beperkt aantal lades de museumkever zijn slag al had geslagen.

Op 19 december 2012 werd de collectie van 37.931 vlinders met een vrachtauto opgehaald en op aandringen van vlinderspecialist Anton Cox werd de gehele collectie in etappes diepgevroren in een vriesveem in Cuijk. Het museum had destijds nog niet zelf de beschikking over voldoende vriescapaciteit. Vrij van vraat was een belangrijke eerste stap gezet naar behoud.

Een lade met blauwtjes uit de huidige museumcollectie.Begin 2013 kon begonnen worden met het digitaliseren en inpassen van de collectie in de bestaande vlindercollectie van het museum. Van het begin af aan was duidelijk dat de collectie Felder te groot van omvang was om in zijn geheel te bewaren. Eerst werd bekeken welk deel een waardevolle uitbreiding zou geven aan de eigen museumcollectie. In totaal werden 7547 exemplaren toegevoegd aan de museumcollectie. Zoals vastgelegd in de schenkingsovereenkomst werden de overige vlinders apart gezet om naar andere musea over te brengen.

De eerste stap was het inpassen van de dagvlinders. Als begrenzing van het verzamelgebied werd hier Europa genomen. In de praktijk was het meer het inpassen van de bestaande collectie in de collectie van Frans en Annie Felder dan omgekeerd. Enkele duizenden vlinders werden gedigitaliseerd en op wetenschappelijke volgorde opgeborgen in standaardlades, die in de regalen van de geklimatiseerde collectieruimte hun eindbestemming vonden. Het overtollige materiaal verdween voorlopig op de vliering in afwachting van een andere eindbestemming. Na meer dan een jaar werken zaten de dagvlinders op 6 februari 2013 allemaal op hun plek.

Een lade met micronachtvlinders (bladrollers) uit de museumcollectie.Daarna kwamen de macro- en micronachtvlinders aan de beurt. Omdat deze groep enorm omvangrijk is, werd besloten om alleen de vlinders van Nederland te bewaren. Een aantal soorten komen momenteel nog niet in Nederland voor, maar het zal naar verwachting niet meer lang duren voordat zij hun opwachting maken in ons land. Ook deze potentiele nieuwkomers voor Nederland werden opgenomen.

De kracht van de collectie Felder lag niet zozeer in de micronachtvlinders, waarvan het Natuurmuseum reeds een puike collectie in bezit had door eerdere schenkingen. Het waren vooral de macronachtvlinders die, naast de dagvlinders, het neusje van de zalm vormden.

Na twee jaar werden op 15 februari 2016 door Anton Cox en Sjak Gielen de laatste uilen gedigitaliseerd en opgeborgen. De huidige museumcollectie aan vlinders omvat in totaal zo'n 150 lades. Een megaklus van ruim drieeneenhalf jaar was daarmee afgerond.

Gepubliceerd op 1 maart 2016