Henk Ovink vertelt het verhaal van Nederland over water


Publicatiedatum:
woensdag 27-01-2016
Watergezant Henk Ovink hield als pionier als het gaat om watermanagement op 25 januari de eerste 1852 Lezing in het Fox Theater op het duurzame Park 20|20 op Beukenhorst-Zuid. Hij nam de toehoorders mee op reis om het verhaal van Nederland te vertellen op basis van de principes veiligheid en
kwaliteit waarmee Nederland eeuwenlang is gebouwd.
Henk Ovink is vorig jaar benoemd door het kabinet. Als eerste watergezant brengt hij de Nederlandse kennis en kunde op het gebied van water en waterwerken - resultaat van veel pionieren - in het buitenland aan de man. Hij heeft onder meer een belangrijke bijdrage geleverd aan de bescherming
van New Jersey en New York tegen de effecten van orkanen als Sandy.

De titel van de eerste 1852 Lezing is: Haarlemmermeer 1852, WATERLAND, POLDERLAND, PROJECTENLAND: een land, twee principes: veiligheid en kwaliteit.
De film van de volledige lezing staat op: https://youtu.be/BCitMTtc8Dk. De tekst staat hieronder.


Henk Ovink:

"Geachte burgemeester, wethouders, leden van de jury, dames en heren,
Het is bijzonder eervol om de allereerste 1852 lezing te mogen uitspreken. Toen u mij daarvoor uitnodigde, was ik uiteraard verrast, maar ook gegrepen! Want Haarlemmermeer staat voor alles waar Nederland als waterland, als polderland en als projectenland voor staat.
Ik neem u mee op reis om u het verhaal van Nederland te vertellen op basis van de principes waar we eeuwenlang Nederland op hebben gebouwd: de principes veiligheid en kwaliteit. Die balans, en spanning, maakte Nederland groot. Waar vinden we die spanning nu nog?
Ik begin deze reis graag dicht bij huis, hier in Haarlemmermeer.

Nederland Polderland
Er is zoveel over Haarlemmermeer, het ontstaan, de meren, de geschiedenis, de stormen, de prachtige luchten en natuurlijk De Waterwolf geschreven, fantastisch! De eerste plannenmakers liepen stuk op verzet van het Hoogheemraadschap Rijnland, dat, in de woorden van Ed Taveerne "beducht was voor
de verkleining van het boezemgebied", en van de "steden Haarlem, Leiden en Amsterdam die het verlies van een geprivilegieerde doorvaart en ontregeling van de stedelijke waterhuishouding vreesden."
Maar de meren die toen dit deel van Holland vormden en die we nu Haarlemmermeer noemen teisterden Holland en bedreigden het land en de steden. Als we de landmeters van toen mogen geloven verdrievoudigde de wateroppervlakte in bijna driehonderd jaar!
Gerhard Werkman schrijft in "kent gij het land der zee ontrukt" (1948) over de angst en vrees die de inwoners van Leiden, Haarlem en Amsterdam hadden voor de verwoestende kracht van het water. "Is het een wonder, dat velen beducht waren voor dezen ,,schrikwekkenden plas", die tot dicht bij de
poorten van Amsterdam, Haarlem en Leiden reikte?"
"Het behoeft dan ook niet te verbazen" schrijft Werkman, "dat er in 1641 bijna gelijktijdig twee boekjes verschenen, beide behelzende een beschrijving van een plan tot droogmaking van het Haarlemmermeer." Twee plannen die tegelijkertijd werden ontwikkeld. De ene van Jacob Bartelsz Veeris en de
ander Jan Adriaansz. Leeghwater. Het eerste plan zijn we snel weer vergeten...
Het is fantastisch om het boek van Werkman te lezen. Hij vertelt over de vele strubbelingen en tegenstellingen in de ontwikkeling van Haarlemmermeer. Het was letterlijk en figuurlijk polderen, van begin tot einde. Kansen en bedreigingen werden gewikt en gewogen. Persoonlijke en
gemeenschappelijke belangen vonden elkaar, of versterkten het conflict.
Tegenspraak werd vakkundig door Leeghwater weerlegd en gedocumenteerd. En zo ontstond een doorwrocht plan en een net zo spannend planproces, dat tot op de dag van vandaag nog inspireert.
De Haarlemmermeerontwikkeling leest als een spannend boek, en ook als verslag van de Nederlandse cultuur van land en water. Een continue balanceren tussen veiligheid en kwaliteit op zoek naar de meerwaarde voor beide. Voorbeeldig en exemplarisch, inspirerend en nog steeds cruciaal voor hoe wij
ook nu nog, in Nederland met water en land, met risico's en onzekerheden omgaan.
Leeghwater's plan uit 1631 was geschreven in de vorm van een brief aan de regionale overheden: de Staten van Holland, stadhouder Frederik Hendrik, de burgemeesters en raden van Amsterdam, Leiden, Haarlem en Gouda en de dijkgraaf en heemraden van Rijnland. Maar zij kwamen er samen niet uit.
Dus duurde het tot de 19e eeuw voor uiteindelijk de Koning en de Tweede Kamer de knoop doorhakten. Het Haarlemmermeer zou land worden. Een nationaal besluit, een nationaal project! Werkman vertelt: "Op 18 Maart 1839 namen de Staten-Generaal het ontwerp in bespreking. Twee dagen duurde de
beraadslaging." Alle voors en tegens kwamen aan bod. Hoge lasten en lokale belangen tegenover economische voorspoed en veiligheid.
En dan, na 12 jaar werken, is het op 1 juli 1852 zover: het Haarlemmermeer was gewonnen op het water. Nieuw land! Boeiend is de discussie die ontstond in reactie op de landschappelijkheid, op het ontwerp van Haarlemmermeer. Niet een buitenplaatsen cultuurlandschap maar een anti-landschap,
tegen de overstromingen, tegen het geweld van water en slechts ten dele voor de landaanwinning.
Niet de Beemster stond dus model, maar het gevecht tegen de Waterwolf. En in de volgende grote nationale landaanwinning van de Zuiderzee, versneld door de storm van 1916 die we dit jaar herdenken, greep men terug op de landschappelijke idealen en principes van voor Haarlemmermeer.
Bijzonder aan de winning van het Haarlemmermeer is de technische innovatie. In plaats van de meren met "20 windmolens", zoals Leeghwater nog had bedacht, leeg te malen, "was besloten de droogmaking volledig met stoomkracht te verrichten".
Uniek voor die tijd! Natuurlijk met de idee om Nederlands vernuft in te zetten, maar dat liep toch even anders: "de laagste Nederlandse inschrijver zat veertig procent boven die uit het buitenland, en zo kreeg een Engels bedrijf de opdracht".... "In 1845 werd eerst een proefstoomtuig gebouwd,
het Gemaal De Leeghwater (bij de Kaag), dat in 1848 begon met het droogmalen. In 1849 werden de andere twee stoomgemalen in gebruik genomen: Gemaal De Cruquius (bij Heemstede) en Gemaal De Lynden (bij Osdorp)."

Water in de wereld
Tot zover de plek waar we staan. Nu neem ik u mee, de wereld over. Want hoe staat de (water)wereld ervoor? Ik kan het beste beginnen in het Zwitserse Davos, waar afgelopen week nog honderden wereldleiders en experts bijeen kwamen op het World Economic Forum. Ook ik was vorige week in Davos om
met hen te praten over de enorme wateropgave in de wereld en hoe we daar nog veel beter aan moeten en kunnen werken.
Elk jaar produceert het WEF een Risk Analysis Report - dat een doorkijkje geeft naar wereldwijde economische risico's. Vorig jaar zette dit rapport watercrises op nummer een van wereldwijde risico's. En dit jaar staat water op 1 als het gaat om risico's voor de komende 10 jaar!
Hiermee erkennen bedrijfsleven, overheden NGO's en wetenschap dat de impact van watercrises wereldwijd inderdaad ons grootste risico is, en tegelijkertijd onze grootste kans!
Water is wereldwijd de opgave die alle grote vraagstukken verbindt. De komende 50 jaar zijn 2 miljard mensen de klos door zeespiegelstijging en overstromingen, en nog eens 2 miljard door te weinig water als we doorgaan op de huidige manier. Van de alle natuurrampen wereldwijd is 90%
watergerelateerd. En we zijn hard op weg de natuurlijk watervoorraad in onze bodem uit te putten. Meer dan de helft van de grote waterhoudende grondlagen, is al voorbij het punt waarop natuurlijk herstel niet meer mogelijk is!
Water zit in de kern van onze onzekere toekomst. Door water - teveel, te weinig en te vies - voelen we de impact van klimaatverandering het sterkst. Water is essentieel voor onze economie, voor ons voedsel, de energieopwekking en voor ons sociale en culturele welzijn. Waterkwaliteit bepaalt
onze economische en maatschappelijke welvaart, en water risico's - te veel of te weinig water - bepalen de kwetsbaarheid van onze samenlevingen.
De wereld verstedelijkt in hoog tempo. Meer dan de helft van de wereldbevolking woont nu al in steden en nog in deze eeuw zal dat oplopen tot 80%. Meer dan de helft woont dan in stedelijke delta's, plekken waar water en land samenkomen, waar de grond vruchtbaar is en de verbindingen optimaal.
Plekken met vele kansen, zoals in Nederland, maar ook met veel onzekerheden en risico's, doordat veiligheid en kwaliteit elkaar bestrijden in plaats dat ze elkaar versterken.
Water verbindt in die steden de kwaliteit van leven met de economie en ons concurrentievermogen. Water is dus echt een stedelijke opgave en kan een echte meerwaarde zijn indien goed gemanaged, maar een ernstig risico zonder die goede aanpak.
En terwijl urbanisatie overal op de wereld, en zeker in de opkomende landen, een werkelijk emancipatorisch vermogen heeft - vrouwen werken en kinderen leren - is het het collectieve watervraagstuk dat deze stedelijke gebieden onder druk zet, en - opnieuw - de emancipatie curve terugdrukt.
Het World Economic Forum Global Risk rapport biedt ook zicht op een weg vooruit. Het laat aan de ene kant zien dat de impact en frequentie van toekomstige risico's als water, klimaat, natuurrampen, ecologische rampen, politieke conflicten en oorlogen alleen maar zullen toenemen. Kortom: meer
rampen met grotere gevolgen.
Dit is de zwarte kant van de toekomst, de nachtmerrie waar je 's-nachts wakker van schrikt. Tegelijk laat het rapport zien dat deze risico's en bedreigingen allemaal verbonden zijn op de regionale, vaak stedelijke schaal. Verbonden in het ontstaan, de weg naar mitigatie, en verbonden in de
impact, de opdracht voor adaptatie. Hier ligt dus de oplossing! Of in elk geval het oplossend vermogen. Wij mensen zijn gezamenlijk als geen ander in staat om deze risico's te managen, te mitigeren en maatregelen adaptief te organiseren in het licht van onze onzekere toekomst!
`No excuse' en `no time to waste!'
Om dit goed te doen, om werkelijk de meerwaarde te halen uit veiligheid en kwaliteit, daarvoor moeten we deze opgaven bewust, collectief en integraal benaderen, en actief met elkaar samenwerken in sterke coalities, op een grootstedelijke schaal.

Nederland Waterland
Van Davos weer terug naar Nederland, Nederland, Waterland. Wat zien we dan? Steden, dijken, water. Water, water en nog meer water. En natuurlijk polders, heel veel polders! De polder is voor mij de kern van onze cultuur. En laat zien hoe we het meeste en beste halen uit de mix van veiligheid
en kwaliteit.
Handelen en ruilen waren altijd beter met ons land verbonden dan oorlogvoeren en onderdrukking. Die nivelleringsdrang, de zoektocht naar het gemeenschappelijke zie je direct terug in de vele polders die we door de eeuwen heen hebben gemaakt. Geen land ter wereld met zoveel polders, en nergens
een zo hoge dichtheid van polders als deel van het landschap.
Meer dan 3.500 polders onderhouden en beheren we hier tot op de dag van vandaag. En deden we dat vroeger met duizenden waterschappen, inmiddels hebben die zich efficient en effectief georganiseerd in 22 waterschappen. Van wereldfaam en onderzocht en onderscheidend goed bevonden door de OESO
(Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling). Met recht een voorbeeld voor de wereld. En in Nederland een vast onderdeel van de politiek bestuurlijke "polder", van rijk, provincies, waterschappen en gemeenten.
De polder staat voor het gemeenschappelijke, en is tegelijk het speelveld voor de onderhandeling. Alle partijen aan zet en aan tafel. Niet om tot een middelmaat te komen, een gemiddelde.
Nee, juist in die Nederlandse poldersamenwerking schuilt de kracht om het beste uit allen, de beste oplossingen en conclusies te bereiken. De beste confrontatie tussen veiligheid en kwaliteit met het meest onderscheidende resultaat. Echte impact door sterke synergie. Niet samenwerken als
excuus voor een gebrek aan ambitie maar samenwerken gericht op ontwikkeling, op het verschil willen maken: voor voorsprong en voorspoed.
De polder is terecht het monument voor onze cultuur van land en water, hier in Nederland en overal op de wereld. Het is het symbool van ons vernuft, onze handelsgeest en ondernemingslust. En het is het symbool van onze kwetsbaarheid en menselijkheid, van onze veiligheid en kwaliteit. De polder
maakt tastbaar dat het managen van risico's en onzekerheden mensenwerk is, in samenwerking al eeuwenlang de beste.
Nederland is het land van de delta, hier hebben onze steden zich ontwikkeld tot wereldsteden op de kruispunten van wegen, water en natuur. Het water is onze verbinding tussen economie en ecologie, daarop dreven en drijven we handel, daarmee veroverden we delen van de wereld en rondom het water
bouwden we onze steden en ontwikkelde zich onze cultuur.
Nederland Waterland gaat over meer dan landmaken, het is cultuur, technologie en economie. Nederland is de marktleider in Europa op de binnenvaart, we hebben de best beschermde Delta van de wereld en we blijven investeren beneden de zeespiegel. Investeren en innoveren. Water is niet weg te
denken uit onze cultuur en zou een verplicht vak op school moeten zijn. Verleden, heden en toekomst zijn er mee doordrenkt.
De afgelopen 15 jaar werkten we hard aan het Ruimte voor de Rivier programma. En dat werk ronden we dit jaar voor het grootste gedeelte af. Een programma bij wet gestoeld op die principes van veiligheid en kwaliteit. En met een proces van samenwerken, tussen en met alles en iedereen.
Ruimte voor de Rivier is met recht het symbool van onze Nederlandse watercultuur. Het laat zien dat Nederland, waterland, polderland en projectenland een land is waar de cultuur van veiligheid en kwaliteit tot in elk detail, bij iedereen en in het gehele proces is begrepen. En waar dat begrip
leidt tot werkelijk onderscheidende projecten die over de hele wereld inspireren.
En neem het huidige Deltaprogramma, niet begonnen met een ramp maar ontstaan vanuit het besef dat de toekomst altijd anders zal zijn. En dat we daar beter slim en samenwerkend op kunnen anticiperen, dan ons te laten overvallen. En dat anticiperen vermarkten we met onze Topsector Water waarbij
de overheden, de kennisinstellingen en het bedrijfsleven hier en in het buitenland de handen ineen slaan.
Nederland werkt continue aan het klaar zijn voor de toekomst. We zijn voorbereid en veerkrachtig, want tegenover deze lofzang op `ons water' staan ook bedreigingen. Het klimaat verandert, de zeespiegel stijgt, de stormen op de Noordzee en overstromingen in Duitsland en Frankrijk bedreigen onze
Delta. En onze steden en dorpen liggen strategisch slim maar ook kwetsbaar op die kruispunten van waterwegen. Goed bereikbaar, met kwaliteit maar ook met een enorme veiligheidsopgave, nu en in de toekomst. Meer en intensere regenstormen worden vaker afgewisseld met lange periode van droogte.
Grotere verschillen zorgen voor een kwetsbaar waterstelsel. De kwaliteit van het water is voor onze industrie, onze steden en onze landbouw cruciaal.
Nederland is met en door dit alles het laboratorium voor de wereld, het lab waar we testen en excelleren wat `leven met water' nu echt betekent. Wat de synergie en samenhang tussen veiligheid en kwaliteit echt kan opleveren. Elke dag opnieuw geven duizenden mensen daar professioneel inhoud
aan, krijgen nieuwe innovaties vorm en worden weer andere bedacht.

Nederland in de wereld
Nederland in die wereld van onzekerheden, wat gebeurt er dan? Bij elke ramp kijkt de wereld naar Nederland en wij, overheden, kennisinstellingen en bedrijfsleven gaan met succes gezamenlijk op pad. Na orkaan Katrina in New Orleans, na overstromingen door regen en tsunami's in de Filipijnen,
Myanmar, Panama, Duitsland en Groot Brittannie en na Sandy in New York.
Geen opgave is te groot of te klein, geen plek te gek. Gedreven door de urgentie en met onze kennis en fascinatie helpen we overal om integraal tot een aanpak, een proces en tot oplossingen te komen. Al in de 15e eeuw vond je overal langs de kust van Europa Nederlanders die werkten aan
kustversterking, inpoldering en dijken bouwen. Nu maken we over de hele wereld integrale plannen en bedenken we innovaties vanuit de oude principes van veiligheid en kwaliteit.
Ik heb meer dan twee jaar voor President Obama's Task Force gewerkt aan de wederopbouw van de New Yorkse regio na Orkaan Sandy. Iedere keer dat ik daar vertelde waar ik vandaan kwam, vertelden de Amerikanen mij mijn geschiedenis - alsof iedereen `Hansje Brinker or the Silver Skates' van Mary
Mapes Dodge had gelezen!
En ook nu nog, waar ik ook kom in mijn rol als Watergezant vertellen anderen over de polders en het lage land onder de zeespiegel. Over onze dijken en de storm van 1953. Over onze eeuwenlange traditie van regionale samenwerking en de grote betekenis van water voor onze sterke positie in de
wereldeconomie. Ze vertellen ook hoe wij Nederland hebben gemaakt, bedacht, gepland, ontworpen.
Een mooi verhaal, en het klopt ook nog.
De in Nederland ontwikkelde integrale benadering van watermanagement, de delta aanpak, staat model voor de manier waarop we wereldwijd de wateropgave aan moeten pakken. En deze Nederlandse aanpak slaat wereldwijd aan. De kansen die dit schept moeten we verzilveren en uitbouwen. De coalities
met de VN en met de Wereldbank zijn cruciaal. De Topsectoren Water, Energie, Agro/Food, Tuinbouw en Logistiek, erkennen de meerwaarde van de integrale deltabenadering en de kansen die daarmee wereldwijd ontstaan.
Nederland is koploper en daarom tot vooroplopen verplicht.
Maar daarvoor zijn wel heldere keuzes, sterke coalities en planning noodzakelijk, inclusief de capaciteit en middelen die een echte uitvoeringslag mogelijk maken.
En het vraagt een verscherping van onze aanpak. Wil onze aanpak echt meerwaarde leveren dan moet ze kunnen verbinden. Dan moeten we met al onze kennis, expertise en ervaring geen oplossingen brengen maar met een echt integrale aanpak verbinden met de wereld, met de lokale en regionale spelers,
met de mensen.
Vier principes zijn daarbij essentieel:
Een lange termijn strategie moet gekoppeld zijn aan korte termijn investeringen, aan projecten, liefst innovatief. Die verbinding tussen lange en korte termijn is cruciaal. Anders worden plannen boekjes in de kast en projecten zijn zonder die lange termijnaanpak slechts incidenten.
Dan het geld, dat moet beter. Slimmere combinaties van publiek en private financiering die elkaar versterken. Daarvoor is betere transparantie en verantwoording noodzakelijk. Naar publieke en private stakeholders. Door te investeren in kosten baten analyses, monitoring en evaluatie en die
vanaf het begin te positioneren worden transparantie en verantwoording onderdeel van de aanpak.
En het proces moet echt inclusief zijn. Samenwerking tussen publiek en privaat, tussen grote en kleine instellingen, en met iedereen, institutioneel en individueel is cruciaal.
Dit alles versterkt de capaciteit, van de instituties, de activisten, de private en publieke partners en garandeert beter opdrachtgeverschap en een hechte samenwerking.
Nog deze week sturen de ministers Kamp, Ploumen en Schultz hun gezamenlijke Internationale Water Ambitie naar de Tweede Kamer. Met daarin de verscherpte focus en aanpak om wereldwijd het verschil te kunnen blijven maken.

En nu? Nederland Projectenland
Tot zover de wereld water kaart. Wat betekent dat voor Nederland? Wat staat ons hier te doen? Hoe blijven we excelleren en niet alleen in de wereld maar juist ook in Nederland het verschil maken in het spanningsveld van waterrisico's en kansen, tussen veiligheid en kwaliteit?
Nederland staat voor grote opgaven in infrastructuur en regionale economische ontwikkeling. Het Deltaprogramma, de stedelijke ontwikkeling, de energietransitie, de immigratie, veroudering en kennisontwikkeling, de kantorenvoorraad en de transitie in de woningmarkt, allemaal opgaven met een
nationale impact.
Tegelijk is dit een lijst van kansen met voldoende dynamiek in de samenleving. Met echte kansen voor kwaliteit. Het IMF wijst ons de weg. In haar laatste World Economic Outlook heeft ze weinig woorden nodig voor de Nederlandse opgave: "Nederland heeft ruimte in haar begroting om meer te doen
om de groei aan te wakkeren. Extra investeringen in infrastructuur en economische structuurmaatregelen zijn nodig."
Wiebe Draijer, voorzitter van de Raad van bestuur van de Rabobank, riep het kabinet vorig jaar op om "nu versneld het Deltaprogramma uit te voeren".
En Maarten Camps, de Secretaris Generaal van het Ministerie van Economische Zaken, deed daar in zijn Economisch Jaarbericht van dit jaar een schepje bovenop. "In Nederland, waarin veel bedrijven actief zijn aan de internationale productiefrontier, zou een ambitieus economisch beleidsdebat zich
moeten richten op de vraag hoe de overheid kan bijdragen om die frontier vooruit te schuiven." "Vernieuwing is in essentie het leren om dingen beter en anders te doen dan vandaag de dag, om nieuwe wegen in te slaan en kansen te creeren en te benutten."
Hij gaat door met "Toen Nederland aanving met de bouw van de Deltawerken werd er eveneens gekozen voor een dergelijke (...) aanpak." "... doelen [moeten] worden gezien als instrumenten die leereffecten en kennis- spillovers kunnen teweegbrengen."
Als wij in Nederland als overheid en bedrijfsleven de handen ineen slaan kan zo'n investeringsaanpak ook slagen. Dan zijn we in staat waarde toe te voegen aan onze economie, onze financiele huishouding, de kwaliteit van het land en ons concurrentievermogen.
We lossen een aantal lastige vraagstukken en beloften versneld in en tonen ambitie en onderscheidend vermogen. Vanuit onze Nederlandse poldertraditie van samenwerken, ondernemen en investeren. Nu voor later.
Dat vraagt natuurlijk meer dan een paar woorden. Een grondige analyse, lange termijn aanpak en nu investeren. Met de alliantie die de Rijksoverheid sloot met de Internationale Architectuur Biennale Rotterdam (IABR) versterken we die aanpak met ontwerp, met sterke coalities in een onderzoekend
ontwikkelproces.
Een publiek-privaat offensief gericht op de ruimtelijk economische versterking van Nederland. Parallel aan de Topsectorenaanpak gericht op de mix tussen opgaven en kansen, tussen veiligheid en kwaliteit.
Nu handelen is cruciaal, voor onze economie en de kwaliteit van ons land. Bestuurlijk is de tijd er rijp voor. De Omgevingswet ligt klaar, Nederland laat zien dat het in staat is om innovatie en realisatie te koppelen aan beleid en wetgeving. En dat de veranderende overheid middenin in die
actualiteit durft te staan. In samenwerking met alles en iedereen!

Haarlemmermeer
Dames en heren, ik nam u mee op een rondreis over de wereld van water en alles wat daarmee verbonden is. Nu zijn we weer terug in Haarlemmermeer. Heel toepasselijk, want hier is de urgente en kansrijke transitie die ik zojuist schetste al in volle gang. Zijn we nu aangekomen op wat je
misschien een nieuw Cruquiusmoment zou kunnen noemen? Van wind naar stoom was het toen. Gaan we nu weer terug?
Schiphol ontwikkelt zich tot meest duurzame luchthaven. En de transitie in het waterbeheer zoals beschreven in het nieuwe waterplan, de Strategische Samenwerkingsagenda Haarlemmermeer-Rijnland, is voor Haarlemmermeer ook echt een Cruquiusmoment:
Van een doorstroompolder - ontwikkeld vanuit de roep om veiligheid - waarbij het water zo snel mogelijk de polder door en uit moest, en waarbij water nauwelijks zichtbaar was, verandert Haarlemmermeer naar een zelfvoorzienende polder. Een polder die meer water bergt en het "eigen" water goed
en duurzaam gebruikt. Het water wordt weer zichtbaar, en mag weer de kwaliteit van de polder helpen bepalen.
Niet alleen voor de polder, maar ook voor de rest van West-Nederland komt er zo meer en beter zoet water beschikbaar. Dit betekent een echt ander beeld van de polder, gericht op duurzaamheid en bewustzijn.
Water is de geschiedenis van Haarlemmermeer, en is ook haar toekomst. Het omarmen van de vele kwaliteiten en krachten van water, in de cultuur, economie en ontwikkeling van Haarlemmermeer staat symbool voor de rest van Nederland, symbool voor de omslag die de wereld moet maken.
Nederland Waterland is ontwikkeld door een cultuur van echt leven met water. Het polderen staat model voor het zoeken naar de beste weg, de beste weg in de synergie tussen veiligheid en kwaliteit, vanuit eigen kracht, met excellentie en voor een werkelijk onderscheidend vermogen.
Nederland Polderland is het land dat wereldwijd het verschil maakt.
En Nederland Projectenland laat zien dat we juist nu flinke stappen vooruit moeten en kunnen zetten naar een andere toekomst.
In 1852 begon de geschiedenis van Haarlemmermeer, maar de basis was gelegd door de dynamiek van de Hollandse Delta en de plannen van de vele plannenmakers in de eeuwen ervoor.
In 2016 markeert de gemeente haar blik op de toekomst met de eerste 1852 lezing en de eerste uitreiking van de Cruquius penning. Een ijkpunt voor verandering, onderweg naar overmorgen.
Nederland - waterland, polderland en projectenland - gaat vol overtuiging met u mee op reis, net als vandaag, van vroeger naar nu, van vandaag naar overmorgen, de wereld over en weer terug."