Gronings gas als strategische voorraad
Gronings gas als strategische voorraad
door Jan Vos op 26 januari 2016
Het gas uit Groningen kan niet langer gezien worden als de ruggengraat van onze energievoorziening en een vanzelfsprekende geldmachine die goed is voor honderden miljarden euro's. Dat maakt dat we scherper moeten kiezen voor een schone en groene toekomst. Ons gas moet strategischer benut worden: we moeten het inzetten als motor en reservebatterij bij de overgang van een fossiel tijdperk naar een groene en circulaire economie.
Sinds het begin van deze kabinetsperiode is onder veel druk van de Tweede Kamer de winning van Gronings gas stapje voor stapje met de helft teruggebracht. Dit was nodig om de veiligheid van de bevolking te waarborgen. De enorme opdracht van schadeherstel zal veel Groningers nog een ellendige tijd geven. Tegelijkertijd moeten we het terugschroeven van de gaswinning, om het risico op aardbevingen te verkleinen, juist nu aangrijpen als kans om echt stappen te maken naar een volledig duurzame energievoorziening.
Dat maakt dat we scherper moeten kiezen voor een schone en groene toekomst. De opbrengsten van Gronings gas moeten we gerichter besteden aan duurzame energie en schone technologie. Op die manier kan het fossiele gas een motor zijn van vernieuwing. De consequenties van de aardbevingsproblematiek raken immers niet alleen Groningen, maar heel Nederland. Het enige goede alternatief voor onze fossiele energie is duurzame energie. Windenergie op zee en zonne-energie op land, in combinatie met aardwarmte, zijn daarbij de grote, complementaire energiebronnen van de toekomst.
We moeten ons daarbij realiseren dat we het gas uit Groningen nog lang nodig zullen hebben als reservebatterij van onze nationale energievoorziening. De omschakeling van fossiel naar duurzaam kent op dit moment immers een grote uitdaging: als het niet waait en de zon schijnt niet, hebben we geen energie. Gas is minder vervuilend dan kolen en als we zuinig zijn met wat we hebben kunnen we de komende decennia vooruit. Het ligt dus voor de hand om de winning verder af te bouwen, dit verhoogt de veiligheid en verlengt de levensduur van het Groningen-gasveld als strategische voorraad. Een lange termijn winningsoptimum moeten we gezamenlijk vaststellen. Daarbij is ook draagvlak in Groningen van groot belang. Dit betekent wel dat we onze verkopen aan het buitenland permanent moeten afbouwen. Nederlands gas moet zoveel mogelijk in Nederland blijven.
Dit is het moment waarop we stappen moeten zetten. Naar een groene en duurzame toekomst. Alleen dan blijven we energie-onafhankelijk van andere landen, garanderen we leveringszekerheid voor volgende generaties en reduceren we de uitstoot van CO2.