Gemiddelde groepsgrootte blijft gelijk
In een basisschoolklas zaten in 2015 gemiddeld 23,3 leerlingen. De klassengrootte veranderde vorig jaar niet vergeleken met 2013 en 2014. Volgens staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs steeg de gemiddelde groepsgrootte tot 2013 en is het aantal leerlingen per klas nu stabiel.
Het ministerie van Onderwijs brengt al een aantal jaar de groepsgrootte in kaart. Onlangs stuurde Dekker het overzicht van vorig jaar naar de Tweede Kamer. Uit dat overzicht blijkt dat minder dan 6 procent van alle groepen in het primair onderwijs groter was dan 30 leerlingen. Wel zaten er in iets meer dan een kwart van alle klassen 27 of meer leerlingen.
Verschillen
De groepsgrootte per school verschilt. Dat kan bijvoorbeeld liggen aan de kleinescholentoeslag die basisscholen in krimpgebieden ontvangen. Ook krijgen sommige scholen meer geld omdat ze meer achterstandsleerlingen hebben. Deze scholen hebben daardoor vaak kleinere groepen. Ook kan de gemiddelde groepsgrootte weer groter zijn doordat scholen ervoor kiezen om onderwijsassistenten aan te nemen in plaats van een monsterklas op te splitsen.
Hoewel de gemiddelde basisschoolklas `slechts' 23,3 leerlingen telt, heeft bijna wel een op de vijf basisscholen een gemiddelde groepsgrootte van 26 leerlingen of meer. Ongeveer 13 procent van alle klassen in het primair onderwijs heeft zelfs 29 of meer leerlingen. Kamerlid Loes Ypma (PvdA) diende eerder een motie in die scholen zou verplichten het aan de medezeggenschapsraad uit te leggen als er 29 of meer leerlingen in een klas zitten. Dekker zegde in zijn brief toe dat hij schoolbesturen oproept om bij de groepsindeling de mr'en te betrekken.
AOb-voorzitter Liesbeth Verheggen laat weten dat een gemiddelde van 23,3 leerlingen per klas mooi klinkt, maar niks zegt. "Door de krimp sluit ik niet uit dat er veel kleine scholen bij zitten met kleine klassen. Als het getal dan net als vorig jaar 23,3 blijft, zijn er aan de andere kant grotere klassen bijgekomen. Wij horen van onze leden dat er nog steeds veel grote klassen zijn. Met veel zorgleerlingen bovendien."
23 leerlingen
De AOb pleit al langer voor een gemiddelde groepsgrootte van 23 leerlingen per school. Verheggen is geen voorstander van een maximum aantal leerlingen per klas. Ook de SP pleit al een tijd voor kleinere klassen en zette begin januari een initiatief wetsvoorstel online voor internetconsultatie.
Dat wetsvoorstel moet per direct een einde maken aan klassen van dertig of meer leerlingen. "De intentie is goed, maar organisatorisch gaat dat heel lastig worden voor scholen als ze bij meer dan 30 leerlingen verplicht moeten splitsen", zegt Verheggen. "Ik ben ervoor dat scholen zelf gaan kijken hoe ze de klassen indelen, als de gemiddelde groepsgrootte maar op 23 leerling per school komt. In de cao-po staat nu overigens ook al dat medezeggenschapsraden moeten instemmen met het formatieplan waar ook de groepsgrootte in wordt beschreven."