Wil ons onderwijs in 2032 moderniseren, dan moeten leraren meer tijd krijgen om aan het ontwerpen van het onderwijsprogramma te werken", vindt AOb-voorzitter Liesbeth Verheggen na het verschijnen van het eindadvies van het Platform 2032. "Komt die tijd er niet, dan komt er van de vernieuwingsslag niets terecht."

De grote lijnen van het advies onderschrijft de AOb. Meer aandacht voor persoonsvorming in het onderwijs, juicht Verheggen toe. "Maar dat zie ik niet als iets nieuws. Volgens mij is iedereen in basis-, speciaal en voortgezet onderwijs daar mee bezig." Dat burgerschap beter op de kaart wordt gezet, is volgens haar ook een plus. "En natuurlijk moet er aandacht zijn voor mediawijsheid of de impact van computertechnologie op ons leven."

De AOb is vooral positief over de oproep van platform-voorzitter Paul Schnabel om tijd te geven aan leraren om het onderwijsprogramma op de school continu te verbeteren. Leraren die bij de presentatie van het advies waren en in ontwerpteams gaan zitten, herhaalden dat op het podium luid en duidelijk: `"Curriculumontwikkeling begint in het klaslokaal. Daar hebben leraren tijd voor nodig. Staatssecretaris, maak dat mogelijk."

Die noodkreet herkent de AOb: de werkdruk in alle onderwijssectoren is hoog. Volle klassen en een groot aantal lesuren per week. Verheggen: "Meer tijd is nodig voor goed onderwijs, programmawijzigingen, reflectie, collegiaal overleg en professionalisering. Daar ontbreekt het nu aan. We zien onvoldoende waar die tijd vandaan moet komen."

AOb-voorzitter Verheggen ziet namelijk niet hoe al die extra aandacht voor nieuwe vakken en onderwijsontwikkeling waargemaakt kan worden binnen de huidige onderwijstijd. "De commissie gaat - net als in de tussenrapportage - de vraag uit de weg wat er dan af kan. Ja, men schrapt de verplichting van een tweede vreemde taal in het voortgezet onderwijs. Ja, er kan misschien meer interdisciplinair. Maar dat lost de stortvloed van vragen en eisen aan basis- en voortgezet onderwijs niet op. Dat betekent dat die vraag straks nog een keer keihard op tafel komt."

Verder lijkt het eindadvies zich in haar ogen nog meer dan de eerdere rapportage te richten op de bovenbouw van havo en vwo. Liesbeth Verheggen: "Daar worden de huidige vier examenprofielen herverkaveld tot drie. Maar hoe zit dat met het vmbo, en de nieuwe beroepsgerichte examenprofielen in verhouding tot dit advies? Hoe denkt de commissie over het onderwijsprogramma voor leerlingen met onderwijsachterstanden, waar de overheid nu fors op bezuinigt? En wat het rapport oplevert voor het basisonderwijs is ook mager. Het blijft naar mijn gevoel een beetje teveel bij zo vroeg mogelijk met Engels beginnen."